Commissie heeft langer nodig voor onderzoek misstanden NPO
De Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen (OGCO) onder leiding van Martin van Rijn heeft meer tijd nodig voor het onderzoek naar misstanden binnen de publieke omroep (NPO). In een brief laat Van Rijn donderdag weten het onderzoeksrapport en de bijbehorende aanbevelingen in het vierde kwartaal van dit jaar te verwachten. Eerder zou dit 'rond de zomer' zijn.
"De gesprekken met betrokkenen maken veel indruk op de commissie. We willen recht doen aan alle melders en een zorgvuldig en goed rapport opleveren. Tegelijkertijd herkennen we de wens om duidelijkheid te verschaffen in dit proces voor iedereen op korte termijn. De commissie spant zich hiervoor in", schrijft Van Rijn.
Het onderzoek is inmiddels groter dan eerder werd aangenomen, meldt de OGCO. Als reden voert de commissie aan dat 'ontwikkelingen binnen de omroepen en programma's ertoe hebben geleid dat het onderzoek breder is geworden'. Ook zouden meer mensen dan verwacht zich bij de commissie hebben gemeld.
De commissie stelt dat zorgvuldigheid 'van groot belang' is voor alle betrokkenen. "De commissie houdt dan ook een slag om de arm voor de huidige planning."
Over de huidige stand van zaken van het onderzoek laat de commissie weten dat alle (oud-)medewerkers van de omroepen en de NPO tot 30 juni de kans hebben om anoniem een vragenlijst in te vullen. Mensen die zich voor een gesprek willen melden kunnen dat tot 15 juli doen. De commissie zegt ook mensen te spreken die zij heeft uitgenodigd.