Meting kijkcijfers op de schop door groei uitgesteld kijken
De trend van het steeds vaker uitgesteld kijken van tv-programma's betekent dat er anders moet worden gekeken naar de manier waarop er wordt gepubliceerd over de kijkcijfers. Dat zegt directeur Patricia Sonius van het Nationaal Media Onderzoek (NMO) maandag in een verklaring.
"We zouden programma’s echt tekortdoen als we geen rekening houden met al het kijkgedrag na het moment van uitzending"
Vanaf 28 augustus worden de kijkcijfers van programma's niet meer de dag na de uitzending direct op de website van Stichting KijkOnderzoek, onderdeel van het NMO, gepubliceerd. In plaats daarvan komen de cijfers pas zeven dagen later online en worden bij de meting ook de kijkcijfers van uitgesteld kijken en online meegenomen. De aanpassing wordt gedaan omdat er volgens het NMO na het moment van uitzenden op tv doorgaans nog relatief veel mensen bijkomen die het programma later bekijken.
"We meten in het nieuwe onderzoek het kijkgedrag op alle denkbare apparaten en platformen, dus zowel het kijken via het grote televisiescherm als het kijken op alle andere onlineapparaten en -platformen", zegt Patricia Sonius over het nieuwe beleid. "In ons vernieuwde kijkonderzoek zijn we nu, als een van de eerste landen ter wereld, in staat om het complete beeld te meten en te rapporteren. Dat vraagt om een aanpassing van de rapportageregels."
Nu is het nog zo dat de lineaire kijkcijfers zes dagen lang kunnen worden bekeken. Daarna worden de cijfers van het uitgesteld kijken eraan toegevoegd. Bij het ingaan van de nieuwe meetmethode eind augustus, krijgen tv-aanbieders nog wel zelf de mogelijkheid om de eigen lineaire kijkcijfers een dag later direct in te zien. Ze mogen hier dan alleen onder (strikte) voorwaarden over publiceren, meldt het NMO.
Volgens Patricia is het rapporteren van live-kijkgedrag echter 'al lang niet meer toereikend' en kan dat bovendien 'leiden tot verkeerde interpretaties van de cijfers'. Daarom is het nodig om ook de kijkcijfers van uitgesteld kijken mee te nemen, zegt ze. "We zouden programma’s echt tekortdoen als we geen rekening houden met al het kijkgedrag na het moment van uitzending of met het kijken op andere devices en platforms."