Armoederegelingen zijn doolhof en oneerlijk: 'Scheelt honderden euro's per maand waar je woont'
De armoederegelingen van gemeenten zijn onnodig ingewikkeld en er zijn grote verschillen tussen gemeenten. Het kan honderden euro's per maand verschil maken waar iemand woont. Dat concludeert een elfkoppige commissie, in opdracht van het kabinet. "Het kabinet moet aan de slag met een grondige herziening van het toeslagenstelsel."
Sandra Elzinga Benedick uit het Friese Ureterp en haar man zijn allebei chronisch ziek en daardoor aan huis gekluisterd. Het gezin met drie kinderen moet rondkomen van zo'n 1500 euro per maand en heeft de toeslagen en gemeentelijke regelingen hard nodig.
Steeds meer van die regelingen zijn de afgelopen jaren bij gemeentes neergelegd: zoals bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag, wmo, huishoudelijke hulp en individuele potjes en stichtingen voor bijvoorbeeld schoolspullen.
Woud aan regels
"We zijn natuurlijk blij met die regelingen. Maar het valt niet mee om de weg te vinden in het woud aan regels", zegt Sandra. "Het is een doolhof, gemeenten geven ook niet genoeg openheid wat er allemaal is. Je moet heel veel vragen, heel veel mensen spreken voordat je eindelijk het antwoord hebt. Hoe je behandeld wordt bij de gemeente is vaak koud en kil. Als een nummer, als een zakelijk dossier. "
Verschillen
Ook het verschil tussen gemeenten is groot, weet Sandra uit eigen ervaring. Ze verhuisde een tijd terug van de ene naar de andere gemeente. "Het is gewoon heel oneerlijk verdeeld. Zo is een toeslag in de ene gemeente 200 euro en in de andere gemeente 600. En in onze huidige gemeente kreeg je wel vergoeding voor een bril, in de vorige gemeente niet. En hier hebben ze ook veel meer potjes, voor activiteiten."
De Commissie Sociaal Minimum - die in opdracht van het kabinet onderzoek doet naar het toeslagenstelsel - erkent deze problemen. "Het stelsel moet voorspelbaarder en toegankelijker zodat huishoudens ook echt krijgen waar ze recht op hebben", zegt commissievoorzitter Godfried Engbersen.
Veel armoederegelingen zijn bij de gemeente neergelegd, maar die kunnen dat lang niet altijd aan omdat ze al zoveel extra taken erbij hebben gekregen. "Verschillen tussen de gemeenten zijn daardoor te groot geworden", zegt Engbersen.
Volgens de commissie kan het honderden euro's per maand schelen waar iemand woont.
Kinderarmoede
De commissie wil geen namen van gemeenten noemen die het het slechtst doen. "Maar de verschillen zijn groot." De commissie komt wel met een advies aan het kabinet: die zou meer meer regelingen centraal moeten regelen. "Zoals een aanvullende zorgverzekering of voorzieningen voor kinderen." Ook moeten er duidelijkere afspraken gemaakt worden over de doelgroep en de hoogte van lokale voorzieningen.
Verder moet de wettelijke positie van kinderen worden versterkt. "Door een wettelijk recht op basisvoorzieningen zoals warm water en energie te regelen."
Gaby van den Biggelaar, directeur van Stichting Leergeld, ziet ook graag dat het Rijk meer regie neemt. "Gemeenten krijgen nu een hoop geld vanuit het Rijk, specifiek bedoeld voor armoederegelingen voor kinderen (85 miljoen euro), maar dat bedrag is niet geoormerkt. Gemeenten kunnen dat geld dus op papier aan iets anders uitgeven. En dat gebeurt ook." Als dat voorkomen kan worden, zou dat al een goede eerste stap zijn, aldus Van den Biggelaar.
Onderzoek naar hoogte sociaal minimum
Dit is het tweede onderzoek van de commissie, eerder deed de commissie onderzoek naar de hoogte van het sociaal minimum: het minimale bedrag dat mensen nodig hebben om rond te komen. De conclusie is dat dat het met honderden euro's omhoog moet. Als er niets gebeurt, kunnen gezinnen tot wel 500 euro per maand tekortkomen.
Sandra erkent dat ook. "Die verschillen tussen gemeenten zijn zo oneerlijk. We leven toch in één land, dan moet het overal gelijk zijn." Ze hoopt ook op meer menselijkheid. "Nu voelen mensen zoals ons zich toch vaak een nummer. Een papieren dossier, een profiteur. Terwijl we ook noodgedwongen thuiszitten en juist graag vooruit willen."
Stichting en kledingbank
Zij heeft haar frustraties een paar jaar geleden omgezet in positieve energie en helpt nu honderden minima door het hele land. Met haar stichting Voor de Minima maakt ze mensen wegwijs in de regelingen. Via een speciale Facebookpagina schieten mensen elkaar te hulp en geven tips. "Je ziet onderling juist dat mensen elkaar wel heel erg vertrouwen en op weg willen helpen."
In de tuin van het gezin staat een kledingbank: mensen kunnen gratis kleding komen afhalen. "We willen gewoon wat doen voor de mensen."
Volgend kabinet
Demissionair minister Carola Schouten erkent de problematiek. "In Nederland moet je fatsoenlijk kunnen rondkomen. Het is daarom heel goed dat de commissie sociaal minimum opnieuw gekeken heeft naar zowel de hoogte van het sociaal minimum, als het stelsel van inkomensondersteuning als geheel. Bij het opstellen van de begroting hebben we dit jaar nadrukkelijk gekeken naar de adviezen van de commissie, om zo een eerste stap te zetten. Zo wordt de huurtoeslag verhoogd. En ook komt er een hoger kindgebonden budget om te zorgen dat minder kinderen in armoede opgroeien."
Ze moet dit tweede rapport nog goed bestuderen. "Maar van wat ik hoorde bij de presentatie liggen veel voorstellen in het verlengde van waar het kabinet de afgelopen jaren aan heeft gewerkt. De sociale zekerheid moet voorspelbaarder en toegankelijker worden en meer uitgaan van vertrouwen in mensen."
Het demissionaire kabinet maakte onlangs wel bekend 2 miljard extra uit te geven aan armoedebestrijding. Ook gaat het kindgebonden budget omhoog en wil de Tweede Kamer een hoger minimum inkomen.