Vijf maanden cel voor man die met fakkel bij huis Kaag stond
Max van den B. (30) die op 22 januari vorig jaar met een brandende fakkel voor het huis van de minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) stond, is in hoger beroep veroordeeld tot 5 maanden cel. Ook kreeg de man door het gerechtshof in Den Haag een contact- en locatieverbod opgelegd om te voorkomen dat hij nog 'op enigerlei wijze contact zal opnemen met de medeverdachte, de slachtoffers en de huidige kabinetsleden'.
De fakkeldrager, Max van den B., schreeuwde begin vorig jaar, samen met enkele anderen, ook complotleuzen voor de deur van Kaag, die toen nog net kamerlid was. Ook belde hij bij haar aan.
De actie werd door een vrouwelijke medeverdachte gefilmd en was rechtstreeks op sociale media te volgen via een livestream.
Halt toeroepen
Kaag is momenteel in Brussel om te vergaderen met haar EU-collega's van Financiën. Vanuit daar zei ze over het incident van vorig jaar: "Dergelijke acties dragen bij aan een klimaat van haatzaaien en opruiing via sociale media. Dit moeten we een halt toe roepen."
Kaag vindt het 'goed dat de rechter ook in hoger beroep heeft bevestigd dat acties zoals die van Van den B. geen plaats hebben in een democratische rechtsstaat'. "Deze zaak en het incident, dat grote impact heeft gehad op mij en mijn gezin, is voor mij nu verder afgedaan."
De politierechter veroordeelde de de man kort na het incident tot zes maanden cel. Maar in hoger beroep is nu geconcludeerd dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is, onder meer vanwege een psychotische stoornis. De straf valt daarom nu iets lager uit.
Van den B. heeft zijn straf al in voorarrest uitgezeten en hoeft dus niet terug naar de gevangenis.
Eerder tijdens de behandeling van zijn zaak legde de man uit dat het zijn intentie was om door de straat te lopen en 'even contact' te maken met Kaag. "Als ik het over had mogen doen, had ik de fakkel niet naar de deur meegenomen. Dat zag er een beetje onhandig uit."
Ook topambtenaar bedreigd
Het hoger beroep ging ook over het bedreigen van voormalig topambtenaar Joris Demmink. Eveneens met draaiende camera ging Van den B. verhaal halen bij een sociëteit in Den Haag om Demmink te confronteren met verdenkingen van pedofilie, waar overigens nooit enig bewijs voor is gevonden.