Tóch niet standaard een prik met vitamine K voor pasgeboren baby's

Reden dat er toch geen prikken met vitamine K worden gegeven, is dat de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) haar steun heeft ingetrokken voor de intramusculaire toediening van vitamine K. Die ziet meer in een verbetering van de nu gangbare orale toediening via druppels.

Tot teleurstelling van Van Ooijen. "Ik betreur dat hiermee vooralsnog de kans om het vitamine K-profylaxebeleid te verbeteren vertraagt", schrijft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer in een brief waarin hij zijn besluit bekendmaakt.

Pasgeboren kinderen krijgen nu druppeltjes met vitamine K toegediend om te voorkomen dat ze een tekort krijgen. Want de eerste drie maanden na de geboorte kunnen baby's zelf niet goed vitamine K produceren.

Bloedingen

Ook borstvoeding bevat maar weinig vitamine K. Baby's hebben die vitamine nodig om hun bloed te laten stollen: een tekort kan (hersen)bloedingen veroorzaken. Daardoor kan een kind levenslang invalide raken.

Het nadeel van die druppeltjes is dat sommige kinderen ze niet goed opnemen, en dus alsnog een tekort aan vitamine K kunnen krijgen. In 2017 adviseerde de Gezondheidsraad daarom om voortaan een eenmalig prikje te gebruiken. Een injectie zou twee tot vijf late vitamine K-bloedingen per jaar kunnen voorkomen.

In 2021 werd besloten pasgeboren kinderen daarom te gaan injecteren. Dat zou per 2025 worden ingevoerd. 

Geen kwaad doen

Maar de vereniging van verloskundigen staat niet langer achter dat beleid. Die vindt dat de injectie in strijd is met het 'do not harm-principe', omdat veel kinderen onnodig worden geprikt. Ook vinden ze dat de benodigde geld en tijd beter in andere zorg gestopt kan worden.

Omdat verloskundigen een belangrijke partij zijn bij de invoering van het nieuwe beleid maakt Van Ooijen een 'pas op de plaats'. De verloskundigen zullen wel meewerken aan de verbetering van de orale toediening van vitamine K.