Meer auto's, meer asfalt – maar werkt dat wel tegen de files?
Tijdens de kerstvakantie konden automobilisten lekker doorrijden, maar deze week was het fileleed weer als vanouds. En dat terwijl de overheid jaarlijks miljarden investeert in het aanleggen en verbeteren van wegen. Hoe zit dat?
De overheid heeft zich tot doel gesteld om Nederland 'bereikbaar te houden, de economie te versterken en fileknelpunten aan te pakken'. Afgelopen jaar werd bijvoorbeeld gewerkt aan de verbreding en verbetering van de A1 tussen Apeldoorn en Azelo en de A16 bij Rotterdam.
Toch lijkt de fileproblematiek nog lang niet opgelost. Een opvallend voorbeeld is de A4 tussen Den Haag en Rotterdam, die in 2015 werd geopend. Die weg staat nu op de derde plaats in de file top-10 van de ANWB.
Dat is ook niet vreemd. Er zijn nog steeds heel veel mensen met de auto op de weg te vinden. Steeds meer zelfs: de ANWB ziet een sterke stijging in het aantal weggebruikers in de afgelopen jaren. Tijdens de coronaperiode was het dankzij het vele thuiswerken veel rustiger op de weg. "Maar de maatregelen waren nog niet opgeschort, of we zagen de files alweer terug", zegt een woordvoerder.
'Als je een auto hebt, gebruik je 'm ook'
De coronaperiode had daarnaast niet alleen invloed op het thuiswerken, maar ook op de aanschaf van auto's. "Mensen hebben in coronatijd ook auto's aangeschaft, omdat treinreizen heel lang werd afgeraden", zegt verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen. "En als je een auto hebt, gebruik je 'm ook."
Drukker, meer auto's – en er zijn ook vaker frustraties, stelt Tertoolen. Die optelsom zorgt er volgens hem voor dat het nieuwe asfalt weinig effect heeft op de filedruk. "De drukte wordt daarmee niet automatisch gecompenseerd."
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bestrijdt die visie. "Het aanleggen en verbreden van wegen is een effectieve manier om de omvang van files en de duur van de tijd die weggebruikers in files doorbrengen in toom te houden", laat woordvoerder Jaap Steensma weten. Hij ziet ook dat er vervolgens meer auto's op de betreffende snelwegen komen, maar dat komt volgens Steensma door de 'latente vraag'.
Latente vraag wil in dit geval zeggen: mensen die eerder niet met de auto gingen, omdat dat de moeite niet loonde, of omreden omdat andere wegen sneller waren. Die mensen gebruiken bij nieuw wegdek dan wél de snelweg. "Eigenlijk kunnen automobilisten dan doen wat ze het liefst zouden doen", zegt Steensma.
Nieuwe files
Steensma stelt dat door het faciliteren van die latente vraag het ook kan voorkomen dat er nieuwe files ontstaan, die vóór de verbreding niet zichtbaar waren. "De omvang van die files zal per saldo altijd veel kleiner zijn dan het eerdere probleem: anders hadden de automobilisten hun gedrag immers niet aangepast."
Om écht van die files af te komen, lijkt simpelweg minder autorijden een voor de hand liggende oplossing. Maar dat is 'makkelijker gezegd dan gedaan', zegt Tertoolen. Volgens hem zou het wel helpen om de drukte te spreiden in tijd. Dus: niet iedereen op hetzelfde moment richting kantoor. "Al zitten daar ook grenzen aan, als de bevolking blijft groeien en massaal aan auto's blijft vasthouden."
Op maandag naar kantoor
De overheid zou het spreiden van weggebruikers moeten promoten met financiële compensaties, vindt Tertoolen. Thuiswerken zou volgens een woordvoerder van de ANWB het beste helpen. Mocht je tóch naar kantoor willen gaan, raadt hij aan om dat op maandag te doen. Dan is het aanzienlijk rustiger dan op andere werkdagen.
Woordvoerder Steensma ziet dat ook zitten en er is zelfs al een besluit dat dat moet bevorderen: het zogenoemde besluit werkgebonden personenmobiliteit dat op 1 juli van dit jaar in moet gaan. Dat zit zo in elkaar: werkgevers met meer dan 100 werknemers moeten jaarlijks voor 1 juli gegevens verstrekken over de reiskilometers die werknemers hebben afgelegd in het jaar ervoor. Ook de gebruikte vervoersmiddelen en de brandstof worden doorgegeven.
Het doel is daarbij om CO2-emissies te verlagen. Een maatregel voor het klimaat, maar bijvangst is ook dat er minder files staan.
Want, zegt woordvoerder Steensma: "Met het besluit beoogt het ministerie dat ondernemingen voor zakelijke en woon-werkmobiliteit kiezen voor alternatieven, voor minder reizigerskilometers of voor voertuigen met lagere of geen emissie."