Nedal graaft, op zoek naar zijn zusje en haar vier kinderen: 'Het is hopeloos'
Ernstige tekorten aan hulpverleners, opvang en medische hulp voor de slachtoffers: de aardbeving maakt de gevolgen van elf jaar oorlog in Syrië zichtbaar. "We weten dat het dodental de komende uren en dagen waarschijnlijk exponentieel zal stijgen en we kunnen er niets aan doen."
Dat zegt Mounir Al-Mustafa, plaatsvervangend voorzitter van de Syrische Witte Helmen. De hulporganisatie heeft alarm geslagen vanwege de enorme humanitaire crisis in Syrië. Er zijn tekorten aan hulpverleners, graafmachines en brandstof voor de reddingsacties. Duizenden mensen zitten nog vast onder het puin.
Zoeken gaat door
Onder de vermisten zijn Nedals zusje en kinderen van haar. Samen met andere bewoners van de stad Jindires probeert Nedal hen te vinden onder het puin van het gebouw waar ze woonden. Nedals zusje woonde met haar vier kinderen Ahmad (17), Ajouad (11), Wajed (9) en Tulien (4) op de begane grond van een gebouw van vier verdiepingen.
Drilboren, hamers en scheppen zijn alles wat ze hebben. Huilend zegt Nedal: "Het is hopeloos. Ik heb de hoop verloren om ze er levend uit te halen. Nu zoeken wij hun lichamen."
In de Syrische provincies Aleppo en Idlib zijn veel gebouwen door de aardbeving zijn ingestort. Bewoners zoeken onder het puin met reddingswerkers naar overlevenden en lichamen.
Muhamad (35) woont in Afrin ten noorden van de stad Aleppo. Hij doet sinds de eerste dag van de aardbeving mee aan de reddingsactie. "We zoeken niet onder elk gebouw naar overlevenden, maar alleen als we geschreeuw horen. Er zijn niet genoeg mensen om elk ingestort gebouw na te gaan."
Eén hamer maakt al verschil
"Vandaag konden we elf mensen onder het puin vinden, de meesten helaas overleden. We waren te laat", leest Mustafa (40) voor uit een WhatsAppgroep tijdens een telefoongesprek met RTL Nieuws. Hij houdt de groep in de gaten om te weten waar hulp nodig is in zijn dorp Marayan en omgeving, ten zuiden van Idlib. "We hebben enorme tekorten aan reddingsmiddelen. In de appgroep waren vandaag de hele dag oproepen vanuit de omgeving voor wie kan helpen. Ze zeiden dat zelfs een enkele hamer al een verschil maakt. Het is beter dan niks."
In het gebied dat al zwaar gebombardeerd was in de oorlog verblijven ruim 2 miljoen vluchtelingen in kampen. De infrastructuur was al grotendeels verloren, aan ambulances en ziekenhuizen bestond al een tekort.
Strijdende partijen
De reddingsacties zijn bijna onmogelijk door de enorme omvang van het rampgebied en de grote aantallen dorpen en kleine steden die getroffen zijn in het noordwesten van Syrië. In de provincie Idlib zijn er, naast de kleine en grote steden, liefst 473 dorpen en in Aleppo 1346.
Bovendien vallen deze gebieden onder het gezag van verschillende strijdende partijen: de Syrische overheid, rebellengroeperingen, Turkije en Koerdische groeperingen. Er is dus geen coördinatie tussen de reddingsteams van deze groeperingen. In deze video leggen we uit waarom de hulpverlening zo langzaam op gang komt: