Wie was 'fout' in de oorlog? Vanaf 2025 kun je het opzoeken

Vanaf 2025 kan je online vinden welke 300.000 mensen verdacht werden van collaboratie in de Tweede Wereldoorlog. Eerst moet nog ruim 4 kilometer aan archiefmateriaal gedigitaliseerd worden, over drie jaar wordt de (in sommige gevallen gevoelige) informatie dan toch echt openbaar.
Het gaat om het project Oorlog voor de Rechter van Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Dat is het grootste en meest geraadpleegde oorlogsarchief in Nederland.
Geen toestemming meer nodig
"Het is nu beperkt openbaar", legt Edwin Klijn van het archief uit aan persbureau ANP. "Wie iemand wil zoeken moet kunnen bewijzen dat deze persoon overleden is, of toestemming hebben van de betrokkene. Op 1 januari 2025 worden die beperkingen opgeheven op grond van de nieuwe Archiefwet."
Dat betekent dat een onderzoeker toegang heeft tot alle stukken. En als iemand straks via de website zoekt op namen van bijvoorbeeld verraden of omgekomen familieleden, komt de naam van een mogelijke verrader vanzelf tevoorschijn. "Dat kan grote gevolgen hebben voor de familie van een collaborateur, maar ook voor geschiedschrijving over de oorlog", zegt Klijn.
Dagboeken en foto's
Direct na de oorlog startten politie- en justitieonderzoeken naar mensen die verdacht werden van samenwerking met de Duitse bezetters. Van de 300.000 verdachten bleef 20 procent over en die groep werd uiteindelijk veroordeeld door een bijzonder gerechtshof of tribunaal.
Bijna 1900 mensen kregen een gevangenisstraf van meer dan tien jaar opgelegd. Van al die 300.000 onderzoeken zijn zaken als getuigen- en rechtbankverslagen, dagboeken, gratieverzoeken en ook wel foto's bewaard gebleven.
'Nog nooit eerder gedaan'
Oorlog voor de Rechter is al in gesprek met belangengroepen zoals kinderen van NSB'ers. "We zijn na 1 januari 2025 natuurlijk ook gebonden aan de privacywetgeving", zegt Klijn. "Zoiets als dit is nog nooit eerder gedaan, we moeten dus uitvinden waar de balans ligt."
Als we de oorlog als moreel ijkpunt beschouwen, moeten we er volgens Klijn alles van weten en ook de daderverhalen kennen. "Alleen dan kunnen we begrijpen wat er is gebeurd en waarom. Maar er zijn nog collaborateurs in leven en zeker kinderen van hen. Het is belangrijk dat we een publiek debat voeren over hoe we nu en later omgaan met dit soort beladen archieven."
Kost miljoenen
De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid dragen het project. Zij zorgen voor de miljoenen euro's die de digitalisering gaat kosten.