Cel- en taakstraf voor bekende zedendelinquent: dit is hoe dat gaat
De straf die acteur Thijs Römer gisteren door de rechter in Assen kreeg opgelegd, moet zo normaal mogelijk worden uitgevoerd, als het aan de daarvoor verantwoordelijke organisaties ligt. Tegelijkertijd maakt het feit dat hij BN'er en zedendelinquent is die opdracht er niet makkelijker op. "Het zijn zeker niet de populairste jongens in de gevangenis."
Acteur Thijs Römer werd gisteren veroordeeld tot drie maanden celstraf, waarvan twee voorwaardelijk en een taakstraf van 240 uur. De rechter achtte het bewezen dat Römer zijn minderjarige slachtoffers verleidde tot het plegen van ontuchtige handelingen bij henzelf en het sturen van naaktfoto's. De straf die Römer kreeg opgelegd, is niet mals.
"Zeker niet als je kijkt naar soortgelijke zaken", zegt strafrechtadvocaat Anis Boumanjal. "Er zijn mensen die er een stuk beter mee wegkwamen dan Römer. Al helemaal als je bedenkt dat hij ook niet de anonimiteit heeft die anderen wellicht wel hebben."
Zwaarder dan anderen
"Dat is één ding wat het voor hem zwaarder maakt, het feit dat hij BN'er is. Maar daarnaast is hij ook zedendelinquent. Het is wel een algemeen bekend feit dat zij het niet makkelijk hebben in de gevangenis. Ze zijn waarschijnlijk het minst geliefd onder andere gevangenen. In beginsel wordt er bij binnenkomst van een nieuwe gevangene niet gesproken over waarvoor die persoon vastzit. Dus sommigen van hen kunnen dat verbloemen. Dat zal in het geval van Römer natuurlijk niet gaan."
"Je ziet weleens in films hoe er met zedendelinquenten wordt omgegaan. Dat wordt dan erg uitvergroot", zegt Boumanjal. "Maar er zit zeker een kern van waarheid in. Ik ken gevallen van gedetineerden die dan toch bepaalde incidenten meemaakten omdat ze zedendelinquent waren. Dat ze onheus bejegend werden bijvoorbeeld door andere gevangenen, dat ze het gevoel hadden dat ze werden uitgekotst. Een pretje is het in ieder geval zeker niet."
Iedereen gelijk
In de gevangenis is het uitgangspunt dat iedere gevangene gelijk is, laat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) weten. "Maar de gevangenis waar Römer terechtkomt als zijn straf definitief wordt, is ook niet naïef en zal toch proberen de orde te handhaven en te waarborgen", zegt Boumanjal. "Ik kan me voorstellen dat het best wat voeten in de aarde heeft om je voor te bereiden op de komst van een BN'er die zedendelinquent is."
De organisatie die daarover gaat is de DJI. "Maar uit veiligheidsbelang van alle gedetineerden, kunnen we daar niet veel over zeggen", laat woordvoerder Frerick Althof weten. "Het veiligheidsperspectief van de gedetineerde wordt in ieder geval flink meegewogen. En op basis van allerlei factoren kom je uiteindelijk uit bij een bepaalde locatie en een bepaald gevangenisregime. Dat is echt maatwerk en dus voor iedereen anders."
Hoe dat in het geval van Römer zit, kan en wil Althof niet benoemen. "Bij ieder persoon wordt gekeken wat de beste plek voor iemand is. Dat is in het geval van een BN'er niet anders dan bij andere gedetineerden. Mocht dat lastig zijn, bestaan er ook speciale afdelingen voor zedendelinquenten."
Niet populair
Althof herkent dat zedendelinquenten 'niet het meest populair' zijn in de gevangenis. "Maar vanuit het personeel van de DJI geldt dat niet. Als we merken dat gedetineerden bekend zijn met de reden waarom een zedendelinquent in de gevangenis zit en het levert problemen op voor zijn veiligheid, dan zullen we daar ook actie op ondernemen. Maar ook hier geldt dat ik over die maatregelen niet al te veel kan vertellen. "
En dan was er ook nog de taakstraf voor Römer. Hij hoorde gisteren 240 uur tegen hem eisen. Volgens Mieke Kort van Reclassering Nederland kan zo'n taakstraf uit allerlei werkzaamheden bestaan. "Maar vergis je niet, het is niet zo dat een veroordeelde zelf mag kiezen wat die straf dan inhoudt."
"In het geval van een BN'er zullen we zoveel als mogelijk de zaak behandelen net als bij ieder ander", legt Kort uit. Je kijkt altijd naar twee zaken bij het bepalen wat voor soort taakstraf het wordt: het soort delict, en de persoon achter het delict. Zo zou je een ondernemer uit Utrecht die de fout in is gegaan bijvoorbeeld ook niet zijn straf in het centrum van diezelfde stad laten uitvoeren. Of een dief in een kringloopcentrum."
Geen schandpaal
Eenzelfde principe gaat op voor Römer, als zijn straf definitief is. "Het is niet de bedoeling om iemand aan de schandpaal te nagelen. Dat is niet de essentie van een taakstraf. In het geval van een BN'er zou dat zelfs veiligheidsproblemen kunnen opleveren voor die persoon zelf, of voor mensen die met hem samenwerken op dat moment. Mogelijk worden zij ook lastiggevallen."
"Waar je wel aan kan denken, is bijvoorbeeld het schoonmaken van gemeentelijke plantsoenen of bermen langs de snelweg", vertelt Kort. "In sommige gevallen is het bijvoorbeeld ook mogelijk dat iemand bij een verzorgingstehuis meehelpt, in de spoelkeuken bijvoorbeeld. Maar daarover ga je dan wel in overleg met zo'n locatie. Als dat uitlekt dan kan het topdrukte worden daar en dat wil je ook niet."
Wat mogelijk ook nog een rol kan spelen, is het delict waarvoor Römer is veroordeeld. "Er zijn wel plekken waar wij mee samenwerken die hebben aangegeven dat ze niet willen dat zedendelinquenten daar hun taakstraf uitvoeren. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat er kwetsbare mensen op die plekken rondlopen, vanwege de soort bedrijfsvoering of omdat iemand daar zelf een nare ervaring mee heeft gehad. Maar goed, er zijn ook meer dan genoeg organisaties die geen navraag doen naar wat iemand op zijn kerfstok heeft. Het is echt maatwerk en er valt altijd wel iets te vinden wat past."