Chinese EU-ambassadeur: 'Nederland zwicht voor druk VS, China zal reageren'
Door de export van chipmachines aan China te beperken, is Nederland volgens de Chinese EU-ambassadeur Fu Cong 'gezwicht voor de druk van de VS'. De Nederlandse regering moet daarom niet raar opkijken als China hierop zal reageren. Het is het zoveelste voorbeeld dat internationale handel wordt ingezet als politiek drukmiddel.
De Chinese topdiplomaat zegt er niets van te begrijpen dat Europese landen handelsbeperkingen opleggen voor China. "Wie zou bij zijn volle verstand zo'n bloeiende markt zo groot als China verlaten?", vraag Fu zich hardop af in een interview met zakenkrant FT.
De Chinese regering vindt dat Europese regeringsleiders en politici weerstand moeten bieden aan de druk uit de VS. De relatie tussen Amerika en China is de laatste jaren flink afgekoeld. De twee grootmachten beschuldigen elkaar van spionage, het stelen van intellectueel eigendom, misplaatste buitenlandse bemoeienis met Taiwan of Oekraïne en er is sprake van een handelsconflict waarbij ze elkaar forse tarieven opleggen.
Europese landen zitten in het oog van die oplaaiende storm: ze worden steeds vaker gedwongen om een kant te kiezen. Zo kreeg een van Nederlands meest vooraanstaande bedrijven, chipmachinefabrikant ASML, een exportverbod van zijn meest geavanceerde machines opgelegd door het kabinet. Tot grote verbolgenheid van de Chinezen.
'China snapt Europa niet'
De publieke kritiek van Fu valt op, zegt China-correspondent Roland Smid. "Normaliter valt China niet zo openlijk uit naar een land als Nederland. Ze leveren dit soort kritiek liever achter gesloten deuren. Dat het nu in de krant gebeurt, geeft wel aan dat het ze menens is."
Volgens Smid ziet China zichzelf niet als boosdoener. "Het ziet niet in waarom Europa zich bedreigd zou moeten voelen door China, aangezien beide kanten de economische vruchten plukken van de relatie. Tegelijkertijd is het bang dat de EU de harde lijn van Amerika kiest met exportbeperkingen."
Gisteren sprak voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen zich nog eens uit over de relatie met China. "Het is duidelijk dat onze betrekkingen de laatste jaren afstandelijker en moeilijker zijn geworden", zei Von der Leyen in een toespraak.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Oekraïne-oorlog bepalend
De Duitse politica noemde China een vitale handelspartner, maar zei tegelijkertijd dat de relatie 'onevenwichtig' is geworden door het 'Chinese staatskapitalistische systeem'. En dat er enkele gebieden zijn waar 'handel en investeringen risico's vormen voor onze economische en nationale veiligheid', en dan vooral op militair gebied. Daarmee doelde ze op de westerse vrees dat China chiptechnologie zoals die van ASML zal gebruiken voor ongewenste militaire doeleinden.
Von der Leyen had ook kritiek op de 'verharding' van China's strategie op het wereldtoneel. Met als voorbeelden het tonen van 'militair geweld' in de Chinese Zee rond Taiwan en aan de grens met India. En door zich als permanent lid van de Veiligheidsraad niet uit te spreken tegen de Russische agressie tegen Oekraïne. "Hoe China blijft omgaan met de oorlog van Poetin zal een bepalende factor zijn voor de toekomstige betrekkingen tussen de EU en China", aldus Von der Leyen.
Handel als wapen
De internationale handel wordt zo steeds meer gebruikt als stok om mee te slaan in de machtsstrijd tussen landen, zegt Harry Garretsen, hoogleraar internationale economie en bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. "Waarbij politieke voordelen zwaarder kunnen wegen dan economische nadelen. Dat is nieuw, zo dachten we tien tot vijftien jaar geleden niet."
Er is meer veranderd, benoemt hij. De Wereldhandelsorganisatie die vroeger nog bepalend was bij handelsconflicten tussen landen, maar nu geen autoriteit meer is. Dat vrijhandelsverdragen tegenwoordig vooral gesloten worden door landen onderling of binnen blokken van landen, in plaats dat er wereldwijde afspraken worden gemaakt die voor iedereen gelden.
"In welke mate ben je nog bereid om handel te drijven met landen die je in toenemende mate niet vertrouwt?", is de vraag die leeft volgens Garretsen. "Dan kan het opleggen van een exportverbod weliswaar economisch slecht uitpakken. Maar als je door handel drijven op de langere termijn politiek zwakker wordt, of als land te afhankelijk wordt in bepaalde sectoren zoals we zagen met medische middelen in de coronapandemie, dan is dat óók nadelig."
De econoom ziet die tendens van meer protectionisme en losse handelsblokken voorlopig niet veranderen. "Als je ziet hoe Amerika zich tegenwoordig opstelt met het afschermen van de eigen markten, en onze houding ten opzichte van Rusland. Die handelsbelemmeringen zie ik nog niet zo een-twee-drie verdwijnen."