FNV: aandeelhouders van bedrijven profiteerden meer dan werknemers
Aandeelhouders van de grootste beursgenoteerde bedrijven in Nederland hebben tussen 2019 en 2022 meer geprofiteerd van de bedrijfswinsten dan hun werknemers. De uitkeringen aan aandeelhouders stegen met 59 procent, de salarissen van de werknemers stegen met 12 procent.
Dat constateert vakbond FNV in een vandaag verschenen onderzoek naar de jaarcijfers van de 49 grootste beursgenoteerde bedrijven van Nederland. Dat gaat om bedrijven als Ahold, Randstad, KPN, ING en Unilever.
Olie- en gasgigant Shell is niet meegenomen, omdat die gezien zijn enorme omvang de onderzoeksresultaten zou domineren.
Winst naar aandeelhouders
De onderzoekers vergeleken de gegevens over het jaar 2022 met die van 2019, om te kijken hoe de huidige situatie zich verhoudt tot de periode vóór de coronapandemie en het uitbreken van de oorlog in Oekraïne.
Uit het onderzoek blijkt dat de uitkeringen aan aandeelhouders in die periode stegen met 59 procent. De onderzoekers telden daarvoor de bedragen die de bedrijven besteedden aan dividenduitkeringen en inkoop van eigen aandelen bij elkaar op. De stijging van salarissen van de werknemers bleef daar met 12 procent fors bij achter.
"Onacceptabel", vindt vakbondsbestuurder Petra Bolster. "De winst van deze bedrijven kwam niet terecht bij het personeel, terwijl die wel geraakt worden door de hoge inflatie."
Bestuurders in bonus
Ook de bestuurders van de beursgenoteerde bedrijven profiteerden meer dan de werknemers, aldus het onderzoeksrapport. De bestuurdersbeloningen stegen met 21 procent.
Volgens de FNV zou er meer geld van de ondernemingen moeten gaan naar de werknemers, belastingen en investeringen in de bedrijven zelf, waardoor die sterker worden en de werkgelegenheid beter kunnen waarborgen.
Graaiflatie
Verder komt uit het onderzoek naar voren dat de winstmarges van de beursfondsen tussen 2019 en 2022 flink zijn gestegen. De omzetten stegen gemiddeld met 21 procent, de winsten stegen sneller, met 36 procent. De winstmarge steeg in die periode van 7,5 naar 8,5 cent per euro omzet.
"Bedrijven weten hun marges bovenop de stijgende kosten te verhogen", constateert Bolster. "Dit lijkt steeds meer op ‘graaiflatie'."
Wel tekenen de onderzoekers aan dat het op basis van de beschikbare gegevens niet goed te zeggen is in welke mate de stijgende winstmarges van de bedrijven daadwerkelijk ook bijdragen aan de inflatie.
Aandeelhouders lopen risico
Woordvoerder Joost Schmets van de Vereniging van Effectenbezitters werpt tegen dat aandeelhouders in tegenstelling tot werknemers ook risico's lopen. "Zij delen pas mee in de winst als alle kosten, waaronder de personeelskosten door de bedrijven zijn betaald. Als het slecht gaat, ontvangen zij niets. Werknemers ontvangen dan, terecht natuurlijk, wel hun salaris."
Ook kunnen aandeelhouders geld verliezen als de koersen dalen. "Soms maken zij goede rendementen, maar er zijn ook jaren geweest dat de rendementen gemiddeld 15 procent negatief waren", aldus de VEB-woordvoerder.
Tenslotte maakt Schmets bezwaar tegen de door de FNV sterk aangezette tegenstelling tussen aandeelhouders en werknemers. "Die bestaat eigenlijk niet. Beleggers zijn geen genoegzaam brallende sigarenrokers. Het zijn werknemers – ook FNV-leden – die hebben begrepen dat de overheid verwacht dat ze hun financiële toekomst meer in eigen hand nemen en dat beleggen daarin een belangrijk, zo niet onmisbaar element is."
Niet-meegewogen bedrijven
Naast Shell werden ook de resultaten van Universal Media en Allfunds niet meegewogen, omdat deze bedrijven in 2019 nog niet in de beursindices waren opgenomen. Logistiek bedrijf PostNL werd juist wel meegenomen, omdat die nog maar recent uit de indices verdween, en wat betreft werkgelegenheid in Nederland van belang is.