OM: vervolging zaak-Ruinerwold stoppen vanwege beroerte verdachte vader
De 68-jarige hoofdverdachte in de zaak-Ruinerwold is als gevolg van een beroerte niet in staat om zijn proces goed te kunnen begrijpen. Om die reden heeft het Openbaar Ministerie (OM) de rechtbank gevraagd om niet-ontvankelijk te worden verklaard. Vervolging van de verdachte zou in strijd zijn met het recht op een eerlijk proces, stelt het OM.
Als gevolg van de beroerte is de 68-jarige Gerrit-Jan van D. niet in staat te spreken. Hij is halfzijdig verlamd, zijn gezichtsvermogen is aangetast en zijn taalbegrip en spraakvermogen zijn erg slecht. De verdachte kan enkele letters of woorden natypen, maar komt niet tot het zelf schrijven of typen van woorden, zeggen deskundigen.
'Van D. kan zich niet verdedigen'
"Uitgesloten is dat verdachte het strafproces inhoudelijk zal kunnen volgen en daaraan zal kunnen deelnemen", zegt het Openbaar Ministerie. "Dit raakt de kern, de basis van een eerlijk proces; het recht om jezelf, al dan niet bijgestaan door een raadsman, tegen beschuldigingen te verdedigen. Dat is wat Van D. niet kan."
De rechtbank beslist op 4 maart over het verzoek. Als de rechtbank het verzoek honoreert, komt Van D. vrij.
Het OM beschuldigt Van D. er onder meer van dat hij zes van zijn kinderen jarenlang tegen hun wil heeft vastgehouden op een afgelegen boerderij in de buurt van het Drentse dorp Ruinerwold. De zaak kwam in oktober 2019 aan het licht.