Druppelsysteem voor in je tuin: dit zijn de voor- en nadelen

Met tropische temperaturen en aanhoudende droogte wil je wel dat je beplanting in de tuin genoeg water krijgt, zeker de jonge planten die nog niet zo diep geworteld zijn. Een druppelslang kan daar wel eens ideaal voor zijn: het is een slimme, zuinige én betaalbare oplossing. Huib Schuttel, voormalig tuinontwerper van Eigen Huis & Tuin(:Lekker Leven) én eigenaar van een hoveniersbedrijf, vertelt meer over dit irrigatiesysteem en legt uit wat de voor- en nadelen zijn.
"Een druppelslang is een irrigatiesysteem dat je grotendeels op de grond legt, tussen je beplanting in," legt Huib Schuttel uit. In plaats van te sproeien, geeft de slang op regelmatige afstanden kleine beetjes water af via kleine druppelgaatjes.
Hoe werkt het?
Het druppelsysteem sluit je aan met een dichte leiding op een kraan, die je eventueel deels onder de grond kunt laten lopen. Je kunt ‘m zelfs aansluiten op een regenton. Halverwege gaat de slang over naar een open leidingsysteem: de druppelleiding. Ook kun je ervoor kiezen om er een klein ‘computertje’ tussen te zetten waardoor de slang automatisch op bepaalde tijdstippen begint te druppelen en ook weer uitschakelt na een vooraf bepaalde tijd. "Het water verspreidt zich zo’n 20 centimeter rondom elk druppelpunt, ook in de diepte. Daarom is het belangrijk dat je de slang in een soort slingerbeweging door de tuin legt zodat ieder stukje voldoende water krijgt." Dit systeem is geschikt voor tuinen tot 800 m2.
De voor- en nadelen van een druppelsysteem
Hoewel hovenier Huib Schuttel zelf erg te spreken is over dit systeem, vindt hij het ook belangrijk om een duidelijk beeld te geven van dit systeem. Daarom licht hij de voor- én nadelen toe. Een nadeel kan volgens Schuttel zijn dat je altijd moet onthouden waar de slangen liggen als je bijvoorbeeld gaat schoffelen, maaien of harken. "Dan moet je dus goed oppassen dat je de slang niet beschadigt," legt Huib Schuttel uit. “En…”, vervolgt hij, “ik hoor weleens dat mensen het er niet mooi uit vinden zien. Maar omdat je je beplanting water geeft, groeit het er zo overheen en zie je er niks meer van.”
Het druppelsysteem heeft echter ook twee grote voordelen. Ten eerste is het systeem erg betaalbaar en ten tweede verbruikt het heel weinig water. "Bij een normale sproei-installatie gebruik je al gauw één kuub water per sproeibeurt. Stel je legt een druppelsysteem van 100 meter aan, dan gebruik je zo’n 200 liter per keer."
Jonge planten
Als laatste geeft Schuttel nog een belangrijke tip mee: "Voor jonge aanplant is dagelijks water geven in het begin essentieel. Na een jaar kun je afbouwen, zodat de planten zelf hun wortels dieper in de grond laten groeien. Na zo’n drie jaar is het meestal niet meer nodig, behalve op extreem warme dagen."