Aannemers zeggen 'nee' tegen de stad: wat zero-emissiezones betekenen voor jouw verbouwing
Heb je plannen om te verbouwen, dan bel je vaak eerst met een aannemer. Toch kan het zomaar zijn dat deze niet meer komt voor jouw verbouwing. De zero-emissiezones maken het namelijk voor bepaalde diesel- en benzinevoertuigen onmogelijk om in bepaalde delen van de binnenstad te komen. Aannemer Mike Pronk en vestigingsmanager van een autobedrijf Marc Schipperheijn vertellen hun ervaring: "Als het aan mij ligt ga ik de stad niet meer in".
Vestigingsmanager Marc Schipperheijn werkt al 28 jaar in de autobranche en ziet sinds 2020 een verschuiving in de verkoop van elektrische voertuigen. Tot die tijd dacht bijna niemand er over na om een elektrische auto of klusbus te kopen. Totdat enkele Nederlandse gemeenten aankondigden dat ze vanaf 2025 zero-emissiezones zouden invoeren. "Hierdoor wilden ondernemers overstappen om hun klanten te kunnen blijven bereiken en hun werk uit te voeren", vertelt Schipperheijn.
Afgelopen dinsdag, op 1 april, is de zero-emissiezone van start gegaan in Groningen. Amersfoort, Assen, Delft, Leiden, Nijmegen, Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Gouda, Maastricht, Rotterdam en Zwolle waren als eerste aan de beurt op 1 januari 2025.
Aannemer Mike Pronk merkt direct wat de invloed van zero-emissiezones heeft op zijn onderneming én het aannemen van nieuwe klussen. Hij werkt vooral onder de rook van Amsterdam. “Mijn drie dieselbussen zijn vrij recent: bouwjaar 2020, 2021 en 2023, maar ik word gedwongen om te blijven kopen en investeren. Op een gegeven moment houdt dat wel een keer op. Als het aan mij ligt, ga ik de stad niet meer in, want ze maken het je gewoon moeilijk. Dus zolang het niet hoeft, blijven we lekker in de naastgelegen dorpen.”
"De zero-emissiezones zijn vijf jaar geleden aangekondigd, dus een vooruitziende ondernemer had hierop kunnen anticiperen." - Auto-expert Marc Schipperheijn
Veel te kort dag
Een van de grootste zorgen bij ondernemers zijn vaak de kosten als het gaat om de overstap naar elektrisch. “Ik vind dat niet altijd terecht”, zegt Schipperheijn. “De zero-emissiezones zijn vijf jaar geleden aangekondigd, dus een vooruitziende ondernemer had hierop kunnen anticiperen. Als je nu pas klaagt dat het te duur is, heb je de afgelopen jaren stilgezeten.” Hij raadt ondernemers dan ook aan om goed uit te zoeken wat de overgangsregelingen inhouden. “Op de website ‘Op Weg naar Zes’ is veel informatie te vinden over de invoering van zero-emissiezones en de bijbehorende uitzonderingen.”
Aannemer Mike Pronk heeft in ieder geval niet duidelijk meegekregen dat de emissiezones eraan zaten te komen: “Ik heb eigenlijk nooit echt bericht gekregen over deze regels. Je krijgt een brief dat die emissiezones eraan komen en dat het over twee jaar ingaat. Dat vind ik vrij kort dag.”
Versnelde afschrijving
Aannemer Pronk vindt het oneerlijk: “Je blijft maar investeren. Om over de afschrijving nog maar niet te spreken." Marc Schipperheijn vult dat aan: “Als een dieselbus €40.000,- kost en een elektrische variant €50.000,-, dan moet je €10.000,- extra investeren. Na vijf jaar is de dieselbus wellicht nog €20.000,- waard, terwijl de elektrische bus door de onzekere markt misschien maar €15.000,- oplevert.”
Aan de ene kant betaal je veel meer voor hetzelfde, aan de andere kant heb je niet te maken met kosten zoals BPM (Belasting van personenauto's en motorrijwielen). “De overheid laat de vervuiler betalen en stimuleert zo de transitie naar elektrisch rijden”, vertelt Schipperheijn.
Sinds januari dit jaar is de vrijstelling van BPM op dieselbedrijfswagens vervallen. Elektrisch rijden wordt niet langer gesubsidieerd en dieselauto’s worden duurder gemaakt. “Dit is een manier van overheidssturing, waardoor de vraag naar elektrische voertuigen stijgt”, zegt Schipperheijn. Tegen de stroom inzwemmen heeft voor ondernemers geen zin: “De elektrificatie is onomkeerbaar ingegaan.”
"Mensen in Amsterdam en andere steden gaan het voelen, want de aannemer moet die extra kosten ergens vandaan halen." - Aannemer Mike Pronk
Verbouwen dubbel zo duur
Vervelend voor de aannemer, maar vooral voor je verbouwing. Helemaal als je in de binnenstad woont. Volgens Pronk is dat dan ook het knelpunt: “Mensen in Amsterdam en andere grote steden gaan het voelen, want de aannemer moet die extra kosten ergens vandaan halen. Uiteindelijk jaag je met deze regels bedrijven op kosten en dat zie je terug in de prijzen richting de consument.”
Volgens Mike kan een klus zo verdubbelen in kosten als je in het centrum van Amsterdam woont. “Dat maakt Amsterdam een nog duurdere stad om in te wonen. Voor de toekomst denk ik dat vooral de grote aannemers de stad gaan overnemen. Kleine bedrijven en zzp’ers, zoals ik, kunnen niet meer meekomen.”
