Afrikaanse leiders: ingrijpen tegen terreur Boko Haram

De aanwezige staatshoofden toonden zich strijdlustig. President Idriss Deby van Tsjaad zei zelfs dat er een grote bereidheid was 'totale oorlog' te voeren tegen de terreurgroep. De gemaakte afspraken hadden vooral betrekking op zaken als gezamenlijke patrouilles en reddingsoperaties, evenals het uitwisselen van inlichtingen.

Op de top zijn de gevaren van de islamitische terreurbeweging in kaart gebracht. President Hollande noemde Boko Haram een bedreiging voor 'heel West-Afrika en Centraal Afrika'. Volgens Hollande hebben de moslimextremisten banden met al-Qaeda.

Hollande kreeg bijval van de Nigeriaanse president Goodluck Jonathan, die Boko Haram omschreef als een soort 'Al-Qaeda voor West-Afrika'. Volgens Jonathan opereren de moslimextremisten al geruime tijd niet alleen meer lokaal en kunnen ze uitsluitend worden verslagen als de West-Afrikaanse landen de handen ineen slaan.

Kritiek
Volgens de Britse minister William Hague zijn de Nigeriaanse veiligheidstroepen niet goed ingesteld op de aanpak van groepen als Boko Haram. "Daarom bieden we aan militaire adviseurs onder te brengen in het Nigeriaanse hoofdkwartier."

Ook andere landen boden hulp aan. Zo stelde Hollande dat Franse gevechtstoestellen in Tsjaad eventueel gebruikt kunnen worden voor verkenningsmissies. Toch zal de strijd tegen Boko Haram vooral een regionale kwestie blijven. Inlichtingendiensten en legerleiders uit betrokken landen moeten zich binnenkort samen gaan buigen over een regionale anti-terreurstrategie.

Vermiste meisjes
Aanleiding van de top zijn de ontvoerde schoolmeisjes, maar er is niet bekendgemaakt of er nieuwe acties komen om hen op te sporen. De meisjes worden al meer dan een maand vermist.