Naamsverandering ministeries kost minimaal 31,7 miljoen
Een naamsverandering hier, een nieuw ministerie daar. Het kabinet Rutte III schudde de ministeries flink op bij het aantreden in 2017. Er kwam een nieuw ministerie, en drie veranderden van naam en dat heeft 31,7 miljoen euro gekost. Dat bedrag kan nog oplopen.
Dat meldt Auditdienst Rijk (ADR), de accountant van de overheid die valt onder het ministerie van Financiën. Die deed onderzoek naar de kosten van de naamswijzigingen en herverdeling van taken.
In september vorig jaar stond de teller op bijna 32 miljoen. Dat loopt waarschijnlijk nog op, schrijft ADR. Het proces is nog niet afgerond en bedrijven die meehielpen, hebben nog niet alle rekeningen gestuurd.
Extra ministerie
Het duurst pakte de heroprichting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid uit: 26,3 miljoen euro. Economische Zaken kreeg de toevoeging & Klimaat, dat kostte 1,3 miljoen. De naamsverandering van het ministerie van Infrastructuur en Milieu naar Infrastructuur en Waterstaat kwam uit op 1,7 miljoen.
Het schuiven van taken tussen de verschillende ministeries kostte nog eens 1,6 miljoen euro. De grootste uitgaven waren voor ict, daar ging ruim de helft van het uitgegeven bedrag naar toe.
Woordwissel van twee miljoen
Het opmerkelijkst is misschien wel het omwisselen van de woorden 'Veiligheid' en 'Justitie'. Het naamsverandering voor het huidige ministerie van Justitie en Veiligheid kostte ruim 2 miljoen euro, meldt de Volkskrant, die als eerste schreef over het ADR-rapport dat al uit oktober 2018 stamt. De naamswijziging is overigens pas in mei klaar, omdat het een karwei is dat 'precisie en tijd' vergt.
De ministeries hebben hun best gedaan om de naamsveranderingen op een 'sobere' manier te doen, schrijft de krant. Zo zou een ambtenaar op het ministerie van Economische Zaken & Klimaat alle enveloppen opnieuw door de printer hebben gehaald om er '& Klimaat' bij te drukken.