ACM verliest opnieuw: boete van 41 miljoen voor NS definitief geschrapt
De NS heeft ook bij de hoogste rechter in Nederland gelijk gekregen in de juridische strijd met toezichthouder Autoriteit Consument en Markt. Die legde het spoorbedrijf in 2017 een boete van 41 miljoen euro op, maar deze is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) geschrapt.
Het vonnis van het CBb volgt gedeeltelijk de uitspraak van de rechtbank in Rotterdam uit juni 2019. Die zaak was aangespannen door NS. Het spoorbedrijf was het niet eens met de miljoenenboete van de ACM uit 2017.
Volgens de toezichthouder had NS misbruik gemaakt van de machtspositie bij het binnenhalen van de aanbesteding voor regionaal vervoer in Limburg. De NS zou, nadat het vertrouwelijke informatie had binnengekregen over de biedingen van concurrenten Veolia en Arriva, een lager bod hebben uitgebracht dan deze twee bedrijven.
Economische machtspositie
Het bod was zelfs zo laag dat NS er verlies op zou lijden, aldus de ACM. Die verliezen zou het bedrijf dan goed kunnen maken met inkomsten uit het treinverkeer op het hoofdrailnet, het belangrijkste stelsel spoorverbindingen in ons land.
Het CBb oordeelt dat de ACM niet hard heeft kunnen maken dat NS een 'economische machtspositie' heeft. En dus kan het daar ook geen misbruik van maken. De boete van afgerond 41 miljoen euro is daarom vernietigd.
Opluchting bij NS, teleurstelling ACM
"We zijn tevreden en opgelucht over de uitspraak", aldus NS. Het bedrijf is blij dat er niet verder geprocedeerd hoeft te worden, vertelt een woordvoerder. In financieel opzicht levert de uitspraak niets nieuws op: NS had het geld van de boete al teruggekregen na het vonnis uit 2019.
Bij de ACM overheerst teleurstelling over de uitspraak, laat een woordvoerder weten. In de uitspraak van vandaag leest de toezichthouder namelijk wel dat CBb vindt NS een machtspositie heeft, vanwege het marktaandeel van 100 procent. Dit maakt alleen volgens het CBb niet uit, omdat er toen de aanbestedingsprocedure voor het hoofdrailnet liep, er genoeg concurrentie was.
Daar is de ACM het overduidelijk niet mee eens. "Het Cbb weegt daarmee de feiten anders dan de ACM", aldus reactie van de toezichthouder. Toch is de uitspraak van vandaag het einde van de strijd, tegen de uitspraak van het CBb is namelijk geen beroep mogelijk.