'Arbeidsmarkt bouw minder krap, dus korter wachten op verbouwing'
De bouwsector zal in de komende jaren veel minder hard groeien. Daardoor kunnen de tekorten aan bouwpersoneel afnemen, denkt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Mogelijk zul je daardoor minder lang hoeven wachten als je wilt verbouwen.
De bouwsector zal in 2023 nog maar met 1,5 procent groeien en in de jaren 2024 tot en met 2026 zal dat nog verder afvlakken, tot maar 1 procent per jaar.
Dat blijkt uit het rapport 'Trends op de bouwarbeidsmarkt 2022-2026' van het EIB. Die groei is minder dan waar het EIB aan het begin van het jaar nog vanuit ging.
Toen rekende het nog op een groei van 4 procent in 2023 en van 2 procent op de middellange termijn. Het EIB spreekt nu dan ook van 'zeer gematigde groeiverwachtingen'.
'Minder spanning op de arbeidsmarkt'
Door de beperkte groei van de bouwsector, zal de krapte op de arbeidsmarkt in de bouw wat verminderen, aldus economen van het EIB. Zij zien 'zeer recent de eerste, voorzichtige tekenen van afkoeling.'
De vraag is of je daardoor straks minder lang zal hoeven wachten als je een verbouwing plant, of een warmtepomp wilt. Directeur Taco van Hoek van het EIB was niet onmiddelijk bereikbaar voor commentaar.
Leontien de Waal, sectorbanker Bouw bij ABN Amro, denkt dat veel particulieren, ook die met verbouwingsplannen, de hand op de knip houden. Dat doen ze mede door de hoge energiekosten. Maar mogelijk zullen degenen die wel plannen hebben, én het geld, er wat makkelijker tussen komen, denkt zij.
"Maar vergeet niet dat het arbeidsmarkttekort en de vacaturegraad wel hoog zijn. Dus als dat wat minder wordt, dan is dat een daling van een zeer hoog niveau", aldus De Waal.
Ook kleinere banengroei
Doordat de bouwproductie minder snel zal groeien, zal de werkgelegenheid er ook minder snel toenemen, denkt het EIB. In 2022 kwamen er nog ruim 20.000 voltijdsbanen (een toename van 2,5 procent tot 485.000) bij.
Maar in 2023 neemt de werkgelegenheid nog slechts toe met 1 procent en in de drie jaren erna met een magere 0,5 procent per jaar, verwacht het EIB.
Aan de andere kant komen er steeds meer vaklieden van school die in de bouw aan het werk gaan. Daardoor zal nog 'slechts' 10 procent van de nieuwe bouwvakkers die tot en met 2026 nodig zijn, uit het buitenland hoeven te komen, aldus het EIB.
De resterende 90 procent zullen bouwbedrijven dan van opleidingen kunnen halen.
Wel structurele tekorten
Er is wat tekorten aan werknemers betreft wel een verschil tussen de bouwbedrijven die gebouwen neerzetten en bouwers die infrastructuur, zoals wegen, maken. In de laatste sector lijken de tekorten op de arbeidsmarkt structureel te zijn, aldus het EIB.
Er moet dan ook het een en ander worden gedaan om bouw aantrekkelijkheid te houden, concludeert het EIB.
Lage groei productiviteit
Een probleem in de bouw is ook de beperkte productiviteitsgroei, aldus economen van het EIB. Als het aantal werknemers minder hard groeit, dan kan dus ook de totale bouwproductie maar beperkt groeien.
Voor de bouw- en installatiesector als geheel moet groei voor een belangrijk deel komen uit verduurzaming, zoals het isoleren van gebouwen en het plaatsen van zonnepanelen. De productie daarvan zal groeien van bijna 10 miljard euro in 2021 tot 14 miljard euro in 2030, in constante prijzen (dus zonder rekening te houden met stijgende prijzen).
Dat komt neer op een gemiddelde groei van een kleine 4 procent per jaar, veel meer dus dan de sector als geheel.
In onderstaande video waar de 1 miljoen huizen die er moeten bijkomen, kunnen worden gebouwd: