Woonlasten stijgen flink, huiseigenaren betalen gemiddeld 5,2 procent meer
De woonlasten die huiseigenaren aan de gemeente betalen stijgen dit jaar gemiddeld met 5,2 procent. Vooral voor het ophalen van huisvuil betalen huishoudens dit jaar fors meer. De afvalstoffenheffing schiet met 9,5 procent omhoog.
Iedere gemeente stelt zijn eigen tarieven vast. Dat kan leiden tot flinke verschillen, blijkt uit de cijfers die Vereniging Eigen Huis vandaag publiceert. De woonlasten bestaan uit Onroerende Zaakbelasting (ozb), afvalstoffen- en rioolheffing.
Dat vrijwel overal de woonlasten omhoog zullen gaan, bleek al uit steekproeven die in december en januari werden uitgevoerd.
Afvalstoffenheffing flink omhoog
In 157 gemeenten gaat de afvalstoffenheffing met meer dan 10 procent omhoog. In zes gemeenten is de stijging meer dan 50 procent. Etten-Leur stijgt het hardst: daar betalen huishoudens 151 euro (64 procent) meer voor het ophalen van afval dan in 2019.
De stijging wordt vooral veroorzaakt doordat gemeenten meer moeten betalen voor het storten en/of verbranden van afval. Dat was eerst 13 euro per ton afval, maar inmiddels gaat het om 31 euro. Die extra kosten voor de gemeenten worden doorberekend aan de burger.
VEH: Budgetproblemen niet bij huizenbezitter leggen
Eind vorig jaar waarschuwde de Vereniging Nederlandse Gemeenten al dat de Onroerende Zaakbelasting (ozb) jaarlijks met 7 procent zal toenemen. De ozb is een van de weinige dingen waar gemeenten aan kunnen sleutelen om de kostenstijging voor zorgposten op te vangen.
Volgens Vereniging Eigen Huis moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt over de bekostiging van de zorgtaken. De belangenorganisatie vindt dat budgetproblemen van gemeenten niet via de ozb op het bordje van huizenbezitters gelegd mogen worden.
Er zijn 19 gemeenten waar de woonlasten juist omlaag gaan. Dat zijn geen duizelingwekkende dalingen, vaak gaat het om enkele euro’s.