Brabantse jongeren creëren eigen versie dialect: 'Ze overdrijven om het te behouden'
Brabantse jongeren zijn trots op hun dialect, alleen weten ze niet meer precies hoe ze het moeten spreken. Om hun dialect extra Brabants te laten klinken spelen ze volgens onderzoekers van de Universiteit van Tilburg met lidwoorden als d'n, unne en unnen, ook al gaat dat vaak in tegen de regels van de streektaal. Een kwalijke zaak, of juist dé manier om het dialect in leven te houden?
Volgens het traditioneel Brabants zeg je bijvoorbeeld 'hij het un hil auw oma', om te zeggen dat iemands grootmoeder op leeftijd is. Maar de jongeren maken hier 'hij het unnen hillen auwen oma' van. De jongeren creëren dus een nieuwe vorm, en overdrijven hierbij soms een beetje. Dat kan voor de oudere generatie dan weer een doorn in het oog zijn.
Taalwetenschapper Kristel Doreleijers doet namens de Universiteit van Tilburg onderzoek naar taalverschuiving onder jongeren in het Brabants dialect. "Het blijkt dat jongeren de dialectkenmerken nog wel gebruiken, maar op een andere manier. We noemen dat ook wel hyperdialectisme."
"Ze halen dan de traditionele regels door elkaar", vervolgt Doreleijers. "Zo halen ze bijvoorbeeld de kenmerken van vrouwelijke en mannelijke woorden door elkaar en jongeren gebruiken d'n vaak, terwijl dat soms niet past. Je gebruikt het namelijk bij zelfstandig naamwoorden die met een klinker of met h, b, d of t beginnen, maar jongeren zeggen ook 'd'n koning' en 'd'n stier'. Dat moet gewoon 'de koning' en 'de stier' zijn."
"Jongeren vinden het typisch Brabants wat zij doen, maar ouderen zullen misschien vinden dat het een nepdialect is", legt Doreleijers uit." Maar jongeren kennen niet helemaal meer de woordenschat en de exacte regels."
Sociale betekenis
Toch ziet Doreleijers deze vervorming van het Brabants niet als iets slechts. "Het is niet volgens de traditionele regels, maar jongeren omarmen het dialect als stijlmarkeerder om hun taal typisch Brabants te laten klinken. Het dialect krijgt dus een sociale betekenis."
Een ander voorbeeld hiervan ziet Doreleijers in het gebruik van Brabants klinkende worden als keigaaf, houdoe en wa in het Nederlands. "Dat is een stukje identiteit, om te laten zien bij welke groep je hoort. Als je iets in dialect zegt, geeft dat toch die extra Brabantse lading. Dat maakt het informeel en humoristisch."
"Ze overdrijven het dialect om het Brabants te behouden", ziet ook de Brabantse cabaretier Steven Brunswijk. "En dat is geen slechte zaak, want het zou een doodzonde zijn als het Brabants helemaal verdwijnt. Het gaat mij er dus vooral om dat jongeren de taal maar behouden. En Brabants blijft Brabants, ook al wordt de vorm anders."
Brunswijk hoort hiernaast ook steeds vaker Brabants opduiken in de rest van Nederland. "Jongeren gebruiken vaak houdoe en keigezellig in hun zinnen. En het mooie is dat dat ook steeds meer in andere streken wordt overgenomen. Ik toer door het hele land en waar je ook komt zegt men ook: houdoe."
Zachte G-schaamte
Als echte Brabander is Brunswijk begaan met de toekomst van de taal. "Ik vind het wel een zorgelijke ontwikkeling dat het Brabants dialect an sich steeds meer verdwijnt. Ik merk ook vaak dat jongeren zich een beetje schamen voor hun zachte G, en gaan dan met een harde G praten als ze in Den Haag zijn. Ze vinden het dan gênant, maar ik snap dat niet "
Deze trend wordt door Doreleijers inderdaad onderschreven. "We zien in alle talen dat er steeds minder dialect wordt gesproken. Dat is een natuurlijke ontwikkeling. De mobiliteit neemt toe, waardoor mensen meer met elkaar in contact komen en talen vermengen."
Trots
Toch ziet ze dat mensen ook vasthouden aan streektaal. "Dialect spreken blijft een sterk identificatiemiddel. Mensen willen hun identiteit vormgeven met taal." En daar is Brunswijk een groot voorstander van. "Je komt uit Brabant en daar ben je trots op. Dat mag je ook uitdragen. Dus ik spreek gewoon Brabants."
Lidwoorden in het Brabants
- Begint een mannelijk zelfstandig naamwoord met een klinker of h, b, d of t? Dan komt er in het Brabants een extra uitgang '-e(n)' achter het lidwoord. Zo is het niet 'de aap' maar 'den of d'n aap', en niet 'unne aap', maar 'unnen aap'. Bij alle andere woorden wordt gewoon gebruikgemaakt van de of unne. Het is dus 'de koning' en 'unne fiets'.
-
Veel jongeren zijn echter niet op de hoogte van deze regels en gebruiken vormen als 'unnen fiets' of 'd'n koning'. Fout dus volgens de traditionele regels van het Brabants.
-
Soms overdrijven ze het zelfs zo erg dat ze de uitgang achter het lidwoord verdubbelen. Zo ontstaan creaties als 'unnenen hond' of 'unnenen koning'