'Wat wil je van Sinterklaas? Een flamingo die magische drollen poept?'
Freelance journalist Franke blogt elke woensdag over de avonturen van haar gezin. Deze week stapt ze per ongeluk een gigantisch speelgoedwarenhuis binnen. "We waren krap vijf minuten binnen, maar ik raakte in rap tempo overprikkeld."
Opeens stonden Olle (7) en ik binnen. Hoe we er precies waren beland, kan ik niet goed navertellen. Het ene moment was ik vijf groene kaarsen aan het afrekenen, het andere stond ik in een bliepjeswalhalla vol kindergrut. Ik was blind achter Olle aangelopen, die, op zijn beurt, hoogstwaarschijnlijk was gelokt door de grote hoeveelheden Lego in de etalage.
"What the hell, wat een herrie, wat is dit?!", schreeuwde ik, mijn ogen knipperend tegen het felle licht. "Een speelgoedwinkel, denk ik", schreeuwde Olle terug, maar hij leek het ook niet zeker te weten. Hij pakte mijn hand stevig vast. "Zullen we even kijken?" "Nou toe maar, nu we er toch zijn", mopperde ik. "Maar het lijkt de kermis wel."
We stapten over een peuterjoch dat driftig om zich heen trapte, languit liggend op de vloer. "Nee, Damian, je krijgt geen Paw Patrol", hoorde ik een man zeggen. "Maar ik wil! Boehoehoehoe", krijste de peuter. Ik had medelijden met hem. Dit was toch niet te doen voor die kleintjes. We liepen verder, via knalroze loopfietsjes met kwasten en ledlampjes, op naar het 'bouwgedeelte'.
"Heb je ooit zoveel Lego gezien, mama?", vroeg Olle, onder de indruk maar ook op zijn qui vive, alsof hij verwachtte dat griezelclown Pennywise opeens ergens uit een doos kon springen. "Wat een geluid joh, al dat knipperende speelgoed, het lijkt hier Sodom en Gomorra wel", mopperde ik verder. We waren krap vijf minuten binnen, maar ik raakte in rap tempo overprikkeld. "Nog een paar minuten, Olle, dan trek ik het niet meer."
Een vader lachte me vriendelijk toe. "Dat is het concept, je kunt hier al het speelgoed uitproberen." "Oh", zei ik, terwijl Olle bezig was met het demonteren van een Super Mario-Legospel. "Vandaar." Ik wist niet wie daar nou eigenlijk plezier aan beleefde. "Kom, Olle, we gaan", en ik trok mijn zoon bij de Lego vandaan. Snel liep ik langs de op afstand bestuurbare monstertrucks en dino’s met eieren vol slijm. "Neem maar zo’n speelgoedgids mee voor jou en Puk", zei ik, in de hoop dat-ie zich dan gewillig liet meesleuren. Dat lukte.
Die avond stelden Puk (9) en Olle uit twee verschillende sinterklaasgidsen hun verlanglijst samen, waarbij ze al hun hartenwensen uit de folders hadden gescheurd en opgeplakt, al dan niet van aantekeningen voorzien. Zo stond bij een tas met bewegende ogen (ik verzin dit niet): "Graag die met tijgerprint."
Geen boeken te bekennen
Ik bekeek wat mijn kinderen wilden hebben. "Wat is dit, Puk? Een flamingo die magische drolletjes poept? Op zijn eigen wc?!? Het moet niet gekker worden! Waarom vragen jullie niet gewoon een leuk boek aan Sinterklaas?" Mijn kinderen rolden met hun ogen. "Die staan hier niet in", zeiden ze in koor, en ze tikten driftig op de folders om hun woorden kracht bij te zetten. Snel bladerde ik een exemplaar door en verdomd. Geen boeken, geen tijdschriften, weinig hout. Wél héél veel slijm, glitters en dingen op batterijen.
Opeens voelde ik me oud.
Heel.
Erg.
Oud.
Geen aflevering van 'bij ons thuis' missen? Klik dan op de 'Bij ons Thuis'-tag en vervolgens op volgen.