Politieagent Frank is ook clown in het ziekenhuis: 'Als kinderen lachen, breek ik'
Op werkdagen gaat Frank Westerop (55) als wijkagent de straat op. Hij lost burenruzies op, gaat langs bij meldingen van huiselijk geweld en let op de hangjongeren. Maar op zondag speelt hij een heel andere rol: dan doet hij zijn clownsneus op en bezorgt hij als Clown Powie zieke kinderen een mooie dag. "Het heeft voor mij nooit als een opgave gevoeld, het geeft zo veel voldoening."
Al tien jaar lang loopt Frank iedere zondag met een rode clownsneus, een bril en een hoedje de kinderafdeling van het VUmc op. Met zijn broek hoog opgetrokken en een te korte stropdas om heeft hij maar één doel: ervoor zorgen dat kinderen hun ziekte even kunnen vergeten.
'Ik schoot vol'
Dat doel heeft hij al sinds hij vijftien jaar geleden tranen in zijn ogen kreeg door een reclame van de CliniClowns. "Ik zag beelden van een kindje dat werd opgevrolijkt door een clown", vertelt hij. "Heel even vergat dat meisje haar infuus en haar ziekte, en moest ze lachen. Ik zat daar, als stoere politieagent op de bank, en schoot vol. Zo hoort het bij kinderen, dacht ik."
Frank wilde er ook voor zorgen dat zieke kinderen weer even konden lachen. Hij belde daarom meteen de stichting achter CliniClowns op, om zich aan te melden als vrijwilliger. "Maar dat kon helemaal niet! De vrouw aan de telefoon vertelde dat het een fulltime baan was, waar je voor moest solliciteren en een clownslopleiding voor nodig had. Ik vond het bij de politie veel te leuk en wilde mijn baan niet opzeggen, dus het hield op, dacht ik."
Toch bleef het idee rondzoemen in zijn hoofd, en uiteindelijk besloot Frank om op zoek te gaan naar clownsopleidingen. Misschien kon hij een cursus volgen en dan naast z'n baan als wijkagent naar het ziekenhuis als vrijwillige clown, dacht hij. "Ik vond een paar opleidingen in Amsterdam, koos een leuke uit en meldde me aan. Uiteindelijk heb ik vier jaar lang verschillende opleidingen en cursussen gevolgd."
De belangrijkste les: het zijn van een clown draait niet om grappig doen, maar om grappig zijn. "Ik had eerst de neiging om liedjes te zingen, op één been te gaan staan of moppen te vertellen, maar daar gaat het niet om", zegt hij. "Het gaat om het contact met de kinderen en de manier waarop je op ze reageert."
Kinderen mogen lachen én huilen
Die lessen gebruikt hij nu iedere week in het ziekenhuis. "Als ik binnenkom, zorg ik ervoor dat de kinderen contact met mij leggen. Ik loop rustig naar de tekentafel en ga daar zitten. Ik blijf wel mezelf, zet geen rare stem op of neem een andere houding aan, want daar prikken kinderen meteen doorheen. Dan ga ik in m'n eentje tekeningen maken, maar maak ik bewust fouten." Hij kleurt buiten de lijntjes en zorgt ervoor dat zijn punt afbreekt. "Kinderen zijn heel scherp en zien dat meteen. Als ze er dan wat van zeggen, hebben we meteen contact."
En dan mag alles, bij Clown Powie zijn geen regels. "Als een kind samen met mij tien keer de glijbaan af wil, dan kan dat. Maar als een kind met mij over zijn ouders of over zijn chemotherapie wil praten, dan kan dat ook. Een kind kan bij mij zichzelf zijn en de rest van de wereld even vergeten. Hij mag lachen en huilen. Het doet er voor mij dan ook niet toe hoe ziek een kind is. Er zijn kinderen met griep in het ziekenhuis, met een gebroken arm, maar ook met kanker. Maar of hij nou in het gips zit of al drie weken op de intensive care ligt, het doel is voor mij hetzelfde: het kind blij maken."
'Ze wilde niet meer leven'
Zijn favoriete moment als Clown Powie maakte hij mee in Oeganda. Daar ging hij langs weeshuizen en kwam hij een meisje tegen, Marie-Belle. "Ze had een oogziekte. Die kon wel genezen worden, maar daar was te weinig geld voor. Ze was daardoor heel timide en wilde eigenlijk niet meer leven, maar ik had heel goed contact met haar."
Marie-Belle wilde haar rondleiden door het hele weeshuizen, maakte tekeningen met Frank en wilde continu bij hem blijven. "Zelfs toen we gingen eten, wilde ze mijn hand niet loslaten. Toen ik weer naar Nederland ging, deed ze haar armbandje af en gaf het aan mij. Later hoorde ik van de leiding in het weeshuis dat niemand dat armbandje mocht aanraken en dat ze het nooit afdeed, zelfs in bad niet. Op dat soort momenten breek ik wel. Ik weet niet hoe het nu met haar gaat, maar ik heb haar in ieder geval een mooi moment gegeven."
Ook herinnert hij zich een moment in het VUmc. "Een heel ziek jongetje lag daar in bed. Ik weet niet meer precies wat hij had, maar waarschijnlijk liep zijn moeder al weken achter hem aan om ervoor te zorgen dat hij zijn medicijnen op tijd innam. Echt vrolijk was hij in ieder geval niet, en daar zat zijn moeder ook erg mee. Maar toen ik er was, hadden we leuk contact en moest hij lachen. Zijn moeder keek hem dromerig aan en zei: 'Ik heb je de hele dag al niet zien lachen, en nu wel, wat fijn.' Op dat soort momenten besef je dat je het verschil maakt."
'Powie komt uit mijn hart'
Zijn werk als clown draait dus vooral om de kinderen, zonder regels en zonder grenzen. Hoe anders is dat vergeleken met zijn werk als wijkagent. Daar houdt hij vast aan de regels en de structuur die de wet hem bieden. "Rood betekent stoppen, en groen betekent rijden. Het draait allemaal om feiten, dat vind ik heel fijn."
Clown Powie heeft van Frank ook een andere politieman gemaakt. "Als politieman let je eerder op de feiten en omstandigheden. Als wijkagent en clown luister je vaak ook naar de woorden achter de woorden, dus je luistert echt. Zo kan het makkelijker zijn om met een burenruzie om te gaan, omdat je niet zozeer iets oplegt, maar je inleeft in waar de mensen op uit zijn. Op die manier staan mensen ook sneller achter afspraken die gemaakt worden."
Na 10 jaar werken als clown en 34 jaar als politieman, twijfelt hij er nog steeds niet over om met één van de twee te stoppen. Mede daarom is hij genomineerd om Amsterdammer van het Jaar te worden. "Ik vind het heerlijk om door mijn wijk te lopen, dat gezag te hebben en mensen te helpen met het oplossen van hun problemen. Het werk bij de politie geeft me structuur en vastigheid. Clown Powie komt uit mijn hart en vermengde zich als een olievlek met mijn leven. Voor mij heeft het nooit als een opgave gevoeld om op zondag naar het ziekenhuis te gaan. Het geeft zo veel voldoening om een ziek kind te zien glimlachen, dat zou ik nooit willen missen."
Meer op rtlnieuws.nl: