Aandeelhouders akkoord met superfusie Ahold-Delhaize
De aandeelhouders van Ahold stemmen in met de supermarktfusie met de Belgische branchegenoot Delhaize. Er is een overgrote meerderheid voor de fusie, die vorig jaar werd aangekondigd. Ook de aandeelhouders van Delhaize gaan akkoord met de fusie.
Bij de supermarktreus Koninklijke Ahold Delhaize, met het hoofdkantoor in Zaandam, werken straks meer dan 375.000 werknemers in ruim 6500 winkels in Europa en de Verenigde Staten. Ahold is met een jaaromzet van 38,2 miljard euro groter dan Delhaize, dat het afgelopen jaar een omzet van 24,4 miljard euro genereerde. De fusie wordt in de komende maanden afgerond.
De belangrijkste horde nu is toestemming van mededingingsautoriteiten in de Verenigde Staten en België. In België verwacht het concern binnen een maand duidelijkheid over het aantal winkels dat verkocht moet worden. In de Verenigde Staten is het anders geregeld, daar moeten winkels verkocht zijn voordat de toezichthouder toestemming geeft. "De gesprekken liggen op schema, maar het is nog te vroeg om iets te zeggen over het verkopen van winkels", zegt een woordvoerder van Ahold.
Besparingen
De ondernemingen denken met hun samengaan veel geld te kunnen besparen op onder meer inkoop- en overheadkosten. Volgens Ahold moet over drie jaar een jaarlijkse besparing van 500 miljoen euro worden behaald. Ahold-topman en beoogd bestuursvoorzitter van het fusiebedrijf Dick Boer noemde de fusie een 'waanzinnig goed idee'. Eerder sprak voorzitter van de raad van commissarissen Jan Hommen al van een 'historisch besluit'.
Voor Delhaize biedt de fusie mogelijkheden om de Belgische marktleider Colruyt te achterhalen en om online verder te groeien. Ahold is op dat vlak al een stuk verder. Op geografisch vlak hopen de bedrijven elkaar vooral in de Verenigde Staten te versterken. Zowel Delhaize als Ahold is actief aan de oostkust van het land, maar ze hebben slechts in een paar staten overlap.
Ophef over bonussen
Vorige week ontstond nog ophef over bonussen die de bestuurders van de twee concerns konden verdienen als ze de fusie in goede banen weten te leiden. Beleggersvereniging VEB protesteerde luidruchtig, zij vinden die bonussen buitensporig 'omdat zij gewoon hun werk doen'. De VEB riep aandeelhouders op om tegen de bonussen te stemmen, waarna Ahold zwichtte en de bonussen schrapte.
In 2006 waren de bedrijven naar verluidt al eens dicht bij een fusie. Het toen veel grotere Ahold kon zich destijds niet vinden in een fusie waarbij de bedrijven een gelijk aandeel in het nieuwe bedrijf zouden krijgen.