Onderzoek: extreme verlegenheid blijkt voor een deel erfelijk
Extreme verlegenheid die ertoe leidt dat mensen sociale situaties gaan vermijden, heeft niet alleen te maken met opvoeding, maar is waarschijnlijk ook erfelijk. Dat blijkt uit onderzoek van ontwikkelingspsycholoog Anita Harrewijn en neurowetenschapper Janna Marie Bas-Hoogendam.
Bij een sociale angststoornis zijn mensen heel bang voor een negatieve beoordeling van anderen. Mensen met sociale angst vinden het bijvoorbeeld eng om te spreken in het openbaar, nieuwe mensen te ontmoeten of te eten voor de ogen van anderen.
Dom vinden
"Ze zijn bang dat ze iets doen of zeggen dat anderen dom vinden, of dat anderen negatief over ze denken. Daarom gaan ze bepaalde situaties vermijden. Als het niet lukt krijgen ze last van zwetende handen, een hart in de keel, transpireren en blozen", legt Bas-Hoogendam uit (foto rechts).
Veel mensen hebben in een bepaalde mate last van verlegenheid. Maar sommigen hebben er meer last van dan anderen. De diagnose sociale angststoornis wordt gesteld als normaal functioneren op het werk, of in sociale relaties, wordt belemmerd door angst voor sociale situaties of vermijding daarvan.
Moeite met vinden proefpersonen
Harrewijn (27) en Bas-Hoogendam (31) doen promotieonderzoek aan het Family Lab van Universiteit Leiden en het Leids Universitair Medisch Centrum naar de erfelijke component van verlegenheid. Ze onderzochten mensen die last hebben van extreme verlegenheid en hun familieleden, en lieten ze taken uitvoeren terwijl ze ondertussen hun hersenactiviteit meten.
"Het was erg lastig om personen te vinden die wilden meewerken. Mensen die verlegen zijn, proberen dit soort situaties vaak te vermijden", zegt Harrewijn.
Uiteindelijk deden negen families mee met het onderzoek, in totaal ongeveer 130 mensen. "Hoewel het lastig was om ze te vinden, waren ze uiteindelijk , toen ze meededen, hondstrouw. Sommige families waren steeds drie uur onderweg naar ons onderzoekscentrum."
Nuttige verlegenheid
Bas-Hoogendam en Harrewijn benadrukken dat er niets mis is met een beetje verlegenheid. "In een nieuwe situatie is het goed om de kat uit de boom te kijken. Er is een evolutionair voordeel aan om te kijken waar de gevaren zitten, hoe een situatie in elkaar zit, hoe je je het beste kunt positioneren. Niemand is daar echt vrij van", zegt Bas-Hoogendam.
"Maar als het zorgt voor vermijding: als je geen presentatie wilt geven op je werk en daardoor door je baas wordt overgeslagen voor promotie, dan gaat het je in de weg zitten. Als mensen niet doen wat ze wel willen of wat wel belangrijk voor ze is, dan is het een probleem. Daarom proberen wij met ons onderzoek meer inzicht te krijgen in waar die extreme verlegenheid vandaan komt."
Toespraak houden
Harrewijn keek naar hersenactiviteit met behulp van een EEG, Bas-Hoogendam deed dat met een MRI-scanner. "Wij lieten ze verschillende taken uitvoeren terwijl we de activiteiten in de hersenen bekeken. Ik vroeg onder meer om een toespraakje van drie minuten te houden", vertelt Harrewijn (foto rechts). "Ik vroeg de proefpersonen om dat praatje vijf minuten voor te bereiden. Bij de zeer verlegen mensen zagen we een zeer verhoogde hersenactiviteit in een specifiek deel van de hersenen. Vooral voorafgaand aan het praatje. Dat hadden al die familieleden die last hadden van verlegenheid."
Harrewijn concludeert uit dit soort tests onder familieleden dat extreme verlegenheid voor een bepaald gedeelte erfelijk is.
Gezichtsuitdrukkingen
Bas-Hoogendam liet de proefpersonen die in een MRI-scanner lagen, plaatjes zien van gezichten met een neutrale uitdrukking. Bij het herhaaldelijk zien van een gezicht neemt normaal gesproken de hersenactiviteit af in een bepaald gedeelte van de hersenen, de zogenaamde amygdala (amandelkern).
Hersenen van niet-verlegen mensen verliezen hun 'aandacht' omdat er niets bijzonders gebeurt. "Wij verwachten dat die activiteit bij extreem verlegen mensen heel hoog blijft omdat ze het neutrale gezicht bedreigend vinden", zegt Bas-Hoogendam, die nog onderzoek doet naar de resultaten van de MRI-scan.
Fysieke klachten extreme verlegenheid
- hartkloppingen
- transpireren
- koude rillingen
- duizeligheid
- beven
- benauwdheid
- doof gevoel in handen en/of voeten
- droge mond
- misselijkheid
- maagpijn
- braken of diarree
- hoofdpijn
- rood worden
- flauwvallen
Eten uitspugen
Een andere taak die proefpersonen in de MRI-scanner uitvoerden, was het lezen van verhaaltjes die sociale situaties beschreven. In de test werden telkens drie versies van een verhaal gepresenteerd, waarin de proefpersoon gevraagd werd zich in te leven in wat er gebeurt.
"Een voorbeeld van een verhaaltje beschrijft bijvoorbeeld dat je bij je oma gaat eten. In het eerste verhaal gebeurt er niets bijzonders, je vindt het eten lekker en eet het op. In een andere versie van het verhaal verslik je je, waardoor het eten per ongeluk over tafel wordt gespuugd. In de derde versie spuug je het eten expres uit over de tafel omdat je het niet lust. Proefpersonen werd gevraagd hoe erg ze zich in deze situaties zouden schamen."
Relativeren
Bas-Hoogendam vertelt: "Uit recent onderzoek onder scholieren en studenten bleek dat bij extreem verlegen mensen nauwelijks verschil zit tussen de schaamte over het per ongeluk spugen en het expres spugen. Terwijl 'normale' mensen zich duidelijk meer schamen voor het expres spugen. We denken dat mensen die erg verlegen zijn, de onbedoelde sociale fouten niet zo goed kunnen relativeren omdat dat juist hun grote angst is: iets doen in gezelschap wat anderen zullen afkeuren."
Meer op rtlnieuws.nl:
Verlegen? Daar is wat aan te doen