Wendy raakte incontinent na de bevalling: 'Ik kon een jaar ontlasting niet ophouden'
Het lichaam van de vrouw is niet altijd geschikt om te baren, stelt gynaecoloog Bas Veersema. Bij een zware vaginale bevalling zijn er risico's op de lange termijn, zoals incontinentie voor urine. In een heel enkel geval wordt iemand incontinent voor ontlasting, zoals Wendy (34). Door een inschattingsfout van het ziekenhuis zal zij de rest van haar leven geconfronteerd worden met haar zware bevalling.
Op 1 april 2010 werd Wendy na een zware bevalling moeder van haar eerste zoontje: Tom. Na de bevalling, die in totaal 48 uur duurde, werd Wendy gehecht door de verloskundige en de volgende dag mocht ze naar huis. Daar bleek het mis: "Ik kon de afstand van mijn bed naar de badkamer niet eens halen. Dan deed ik het in mijn broek", zegt ze tegen RTL Nieuws.
Volgens de kraamhulp was dit heel normaal na een bevalling, dus dat wilde Wendy graag geloven. "Bij yoga vertelde ik dat ik mijn ontlasting niet kon ophouden en ook daar kreeg ik de reactie dat dit heel normaal was. Na je bevalling is alles gescheurd en kapot. Ik moest het 'nog maar even de tijd geven'."
Toen Tom zes weken was, ging Wendy op controle in het ziekenhuis. Ze werd geholpen door een andere verloskundige dan degene die haar had gehecht na de bevalling. Wendy gaf aan dat ze nog steeds haar ontlasting niet kon ophouden, waarop de verloskundige geschrokken reageerde. Ze moest direct naar de gynaecoloog voor een MRI-scan. "De scan leverde niks op maar de klachten bleven."
Bijna een jaar na de bevalling en vele onderzoeken en wachtlijsten verder, kon Wendy geopereerd worden in Rotterdam. Al snel werd ze wakker gemaakt uit de narcose, omdat de chirurg haar niet kon helpen. "Hij vertelde dat ik een gigantische kloof had op mijn kringspier. Die had hij vastgezet met een hechting, maar meer kon hij niet doen omdat het te diep zat. De pijn werd minder, maar mijn incontinentie bleef."
Als laatste redmiddel werd Wendy op de wachtlijst voor een stoma gezet. Omdat ze een second opinion wilde, ging ze naar een ziekenhuis in België. Daar werden opnieuw onderzoeken uitgevoerd en die leidden tot nieuwe opties. "Eén van die opties was een kastje in mijn lichaam, dat elektrische impulsen stuurt. Daarmee kon ik net op tijd het toilet halen."
Hoewel het hielp, was het niet goed genoeg. Opnieuw moest Wendy onder het mes. Een spier uit haar bovenbeen werd losgemaakt en om haar oude kringspier gelegd. Hiermee werden de ergste klachten verholpen. "Toch moet ik nog steeds erg letten op wat ik eet: mijn ontlasting mag niet te dik of te dun zijn, want dan gaat het alsnog mis."
Tom was al 23 maanden oud, toen Wendy genezen werd verklaard. Achteraf weet ze dat er op het moment na de bevalling niet goed is gehandeld. "Als er toen een gynaecoloog bij was gekomen, dan had deze de scheur in mijn kringspier op tijd kunnen zien en waren mijn klachten beperkt geweest. Incontinent was ik waarschijnlijk wel geworden, maar niet in deze mate."
Wendy wil haar verhaal graag delen omdat ze vindt dat incontinentie niet iets is om je voor te schamen. "Ook denk ik dat niet ieder lichaam gemaakt is om kinderen te baren. Laat je niet leiden door angst voor je bevalling, maar kom op voor jezelf op momenten dat je het gevoel hebt dat iets niet klopt. Op het moment na de bevalling wilde ik eigenlijk dat er een gynaecoloog kwam kijken, maar omdat mij werd verteld dat het wel goed zat, geloofde ik dat."
Wat zegt de expert?
Volgens uro-gynaecoloog Pieternel Steures krijgt één op de vier vrouwen bekkenbodemklachten, waarvan één op de zes vrouwen op latere leeftijd last krijgt van een verzakking. Zo’n tien procent van de vrouwen ondergaat hiervoor een operatie. Dat zijn zo’n dertienduizend operaties per jaar.
Steures legt uit dat er een aantal risicofactoren zijn voor het optreden van bekkenbodemklachten, zoals het gewicht en leeftijd van de vrouw tijdens de bevalling en het geboortegewicht van het kind. Bindweefselziektes, verhoogde drukmomenten door obstipatie en veel hoesten (door longziekten/roken) zijn ook risicofactoren, evenals genetische aanleg. "Had jouw moeder een verzakking, dan heb jij zelf ook een grotere kans op een verzakking."
Een hangmat van spieren
De bekkenbodem is een hangmat van spieren en deze ondersteunt zo de organen in het kleine bekken. Deze spieren vangen de druk op uit de buik tijdens bijvoorbeeld hoesten, persen om te ontlasten, zwangerschap en bevallen. Er wordt heel wat gevraagd van de bekkenbodem. "Deze moet namelijk zorgen voor continentie van urine en poep en zich dus goed kunnen afsluiten, maar ook goed kunnen openen om goed te kunnen plassen, poepen, vrijen en bevallen", zegt Steures.
250 keer oprekken
De gynaecoloog voegt toe dat tijdens de bevalling, de spieren van de bekkenbodem zo’n 250 keer oprekken om het kind te laten passeren. Het is bewezen dat hierbij vaak schade ontstaat, die weer kan genezen. Wanneer de conditie van de bekkenbodemspieren vermindert, ontstaan dan vaak klachten van een verzakking, pijn of incontinentie. Dit gebeurt vaak pas op latere leeftijd, omdat dan de conditie van spieren en je oestrogeengehalte afnemen. "Daarnaast speelt de langdurige druk op de bekkenbodem door de jaren heen een grote rol."
De meeste schade vindt plaats tijdens de bevalling door het oprekken van de spieren. Onderzoek wijst uit dat er minder verzakkingen ontstaan bij vrouwen die een keizersnede hebben gehad, in plaats van een vaginale bevalling. "Bij urine-incontinentie is dit verschil minder groot: daar lijken meerdere oorzaken aan ten grondslag te liggen."