Dit zijn de kenmerken van lactose-intolerantie
Heb je regelmatig buik- of darmklachten na het eten of drinken van melkproducten? Last van winderigheid? Het zou kunnen dat je last hebt van lactose-intolerantie.
Hoe kom je erachter of je de lactose in melkproducten niet goed verdraagt? En als je intolerant blijkt voor lactose, hoe ga je hiermee om? Van de symptomen en diagnose tot het gebruik van lactase tabletten en lactosevrije producten.
Wat is lactose-intolerantie?
Bij lactose-intolerantie verdraagt het lichaam de stof lactose niet goed. Hierdoor ontstaan verschillende buik- en darmklachten. Lactose is een natuurlijk melksuiker dat vooral voorkomt in melk en melkproducten, zoals yoghurt. Daarnaast zit lactose in vele producten waar melkbestanddelen in verwerkt zijn, zoals kant-en-klaarproducten en sommige medicijnen.
Hoe ontstaat lactose-intolerantie?
Normaal gesproken maakt het lichaam in de dunne darm een stof aan om lactose te verteren: het enzym lactase. Dit enzym splitst lactose na consumptie in kleinere suikers (glucose en galactose). Het lichaam neemt deze suikers op in het bloed en gebruikt ze bijvoorbeeld als energiebron. Als het lichaam geen of te weinig lactase aanmaakt, kan de lactose in voeding niet goed verteerd en niet opgenomen worden (malabsorptie). Lactose komt dan onverteerd in de dikke darm terecht. Hier komen er bacteriën bij die zorgen voor vergisting van de lactose. Als hierdoor klachten ontstaan, spreken we van lactose-intolerantie.
Bij wie komt lactose-intolerantie voor?
Bij de geboorte maken bijna alle zuigelingen voldoende enzymen aan om lactose goed te kunnen verteren. Bij ruim tachtig procent van de wereldbevolking neemt de productie van lactase na het derde levensjaar geleidelijk af.
Er zijn sterke verschillen tussen bevolkingsgroepen: zo komt lactose-intolerantie vooral veel voor bij mensen uit Azië, Afrika en Zuid-Europa. Bij deze groepen neemt de aanmaak van lactase sterker af dan in bijvoorbeeld West-Europa. In (Noord)West-Europa heeft naar schatting twee tot zeven procent van de bevolking lactose-intolerantie. Dit is meestal erfelijk bepaald.
Ook wanneer de darmwand beschadigd raakt, kan lactose-intolerantie ontstaan. Zo is er meer kans op een (tijdelijk) tekort aan lactase na een (chronische) darmontsteking, een darminfectie of een darmoperatie. Verder lijken ouderen een grotere kans te hebben op lactose-intolerantie, omdat de productie van lactase vermoedelijk met de leeftijd afneemt.
Koemelkallergie of lactose-intolerantie?
Lactose-intolerantie is niet hetzelfde als een koemelkallergie. In beide gevallen kun je buik- en darmklachten krijgen bij de inname van melkproducten, maar dit heeft een andere oorzaak. Bij een koemelkallergie (officieel koemelkeiwit-allergie) krijg je een allergische reactie op eiwitten die in koemelk voorkomen. Hierbij reageert het immuunsysteem abnormaal op melkeiwitten die het lichaam binnenkomen. Kleine hoeveelheden melkeiwit kunnen al ernstige klachten veroorzaken.
Voedselintolerantie is iets anders dan een voedselallergie. Bij een intolerantie kun je een bepaalde stof niet goed verdragen, in dit geval lactose. Hierbij is geen sprake van een allergische reactie door het immuunsysteem. Nog een belangrijk verschil: melkeiwit zit in álle koemelkproducten en lactose niet. Mensen met een koemelkallergie eten dus ook geen lactosevrije producten gemaakt van koemelk. Ook verdragen mensen met koemelkallergie bijvoorbeeld wel geitenmelk en mensen met lactose-intolerantie niet. Lees verder over lactosevrije producten
Meer informatie over dit onderwerp vind je op de aandoeningenpagina lactose-intolerantie op Gezondheidsplein.
Voor dit artikel werkten we samen met Gezondheidsplein.nl. Daar vind je nog veel meer artikelen over gezondheid, gecontroleerd door artsen en medisch specialisten.