Bij ons thuis

'Het 'mooiste dorpje van Frankrijk' was zo vol toeristen, dat je het dorp zelf amper zag'

Door Franke van Hoeven··Aangepast:
© iStock 'Het 'mooiste dorpje van Frankrijk' was zo vol toeristen, dat je het dorp zelf amper zag'
RTL

Journalist Franke blogt elke woensdag over de avonturen van haar gezin. Deze week lopen ze in de toeristenval. "Vijf euro voor een colaatje? Tuurlijk, joh."

Het stond in de online toeristengidsen aangeschreven als een van de mooiste dorpjes van Frankrijk. En dus wilde ik, na vijf dagen loom campingleven, ernaartoe. "Kom jongens, we gaan", zei ik, terwijl ik iedereen uit z’n bed sleurde. "Toch niet weer een middeleeuws dorp hè?", vroegen de kinderen. Waarop ik vrolijk zei: "Jawel!"

Na een rit van dik een uur kwamen we bij het dorpje. Het stond bekend om zijn schoonheid, de prachtige huisjes en oude ambachtsplaatsen, de mooie met bloemen versierde gevels. "Daar staat een P", zei ik. "Kanonnen, wat een boel auto’s, en het is pas tien uur 's ochtends", mopperde manlief.

'Goed dat we nog niet op vakantie zijn, anders hadden we bij thuiskomst gebraden ekster gehad'
Lees ook

'Goed dat we nog niet op vakantie zijn, anders hadden we bij thuiskomst gebraden ekster gehad'

"Er staat dat we eerst een kaartje moeten kopen en die op het dashboard moeten achterlaten. Anders riskeer je een boete van zeventig euro", maakte Puk, die alle bordjes had gescand, ons duidelijk. We gingen in de rij staan voor de parkeerautomaat. Na een halfuur waren we aan de beurt. 

"We hadden eigenlijk rechtsomkeert moeten maken", zei manlief. Puk en Olle knikten instemmend. "Ja maar dan hebben we voor niets gereden, laten we nou maar even kijken", zei ik, aangezien ik me er best op had verheugd om een van de mooiste dorpjes van Frankrijk te bewonderen. 

Net de Efteling

Met een grote stroom mensen liepen we naar de ingang van het dorp. "Het lijkt de Efteling wel", zei Puk. Ze had gelijk. Een bandje, allerhande prullariaverkopers en straatartiesten vrolijkten de ingang van de dorpsmuren op, die er inderdaad ontzagwekkend middeleeuws uitzagen.

Franke van Hoeven is freelance journalist en schrijver van 'Ik denk dat ik het wel kan', hét handboek voor een relaxed eerste jaar moederschap.© Bente Maria Hilkens Fotografie
Franke van Hoeven is freelance journalist en schrijver van 'Ik denk dat ik het wel kan', hét handboek voor een relaxed eerste jaar moederschap.

Zodra we de poorten door waren, kwamen de luchten van restaurants en cafés ons tegemoet. We liepen een tijdje met de massa mee, maar een mooie handwerkplaats of oude ambacht kregen we niet te zien. Wel waren er veel souvenirwinkels waar je soepkommen, koekjes en windvaantjes kon kopen, en toeristen, uit voornamelijk Nederland en Duitsland, zo leek het.

"Er zijn zoveel mensen dat je dat hele dorp zelf niet meer ziet", zei Puk. "Ik heb honger", klaagde Olle. "Laten we maar ergens gaan zitten alvast, want die terrassen stromen zo meteen vol met mensen die willen lunchen", voorspelde manlief. "En ik wil niet dat we dan geen plekje meer kunnen vinden."

Ik sputterde wat tegen, maar zag aan de blikken van mijn reisgenoten dat dat geen zin had. Ze wilden niet verder met de mensenstroom mee. Het was warm, en eerlijk: ik kon zelf ook wel een kopje koffie gebruiken. We bestelden cola, koffie en voor iedereen een pannetje mosselen. 

"Vijf euro voor een cola? Tuurlijk joh!", riep ik uit. Ook mijn stemming ging er zo langzamerhand aan. "Wat een grote kleffe mosselen", zeiden de kinderen, terwijl ze in de vlezige beestjes prikten. Ze waren inderdaad groot en klef, en ook nog eens vrij smakeloos.

Heleboel toeristenmeuk

Na een klein uurtje stonden we weer op straat, met volle buiken en een lege portemonnee. "Nou, doen we nog een rondje?", vroeg ik hoopvol. Drie paar ogen begonnen te fikken. "Het is veel te warm", zuchtte manlief. "Je ziet toch niets, behalve een heleboel toeristenmeuk." 

Ik moest hem gelijk geven, het was niet echt een succes tot nu toe. Ik dribbelde ongedurig heen en weer. Zal je zien dat we net om de hoek een oase van ambachtslieden en tokkelende romantische lierspelers zouden treffen. 

Manlief zag mijn fomo. "Soms is een tourist trap gewoon een tourist trap en niet het mooiste dorpje van Frankrijk", zei hij. Ik knikte gedesillusioneerd. Ik had me zo op een mooi Frans dorpje en Franse middeleeuwse ambachten verheugd, al had ik geen idee wat die precies inhielden, maar ik vermoedde ook zelf wel dat er om die hoek niet eens een oase van schoonheid zou verschijnen. 

Nog chagrijniger

Dus liepen we terug naar de auto. De rij voor de parkeerautomaten was nog langer, het aantal toeristen nog talrijker, de mensen nog chagrijniger van de hitte, honger en het lange wachten. 

Nee, de rest van de vakantie brachten we gewoon loom op de camping door. Die was mooi zat, bij nader inzien. En in ieder geval een stuk rustiger. 

Geen aflevering van 'bij ons thuis' missen? Klik dan op de 'Bij ons Thuis'-tag en vervolgens op volgen.

Lees meer over
Bij ons thuisGezinVakantieToerismeCampingGeldFrankrijk