'Tussen de voetbalsupporters was het zowaar gezellig. Wie had dat nou gedacht?'
Journalist Franke blogt elke woensdag over de avonturen van haar gezin. Deze week is ze, na een vervelende ervaring, met haar mannen uitgenodigd voor een voetbalwedstrijd in het stadion. "Weg uit de dagelijkse sleur was dit een ander soort thuis."
Een half jaar geleden schreef ik een blog over hoe manlief en zoon Olle (10) een vervelende ervaring in een voetbalstadion hadden. Zodra de blog online ging, begonnen er mensen te schuimbekken. Dit kon onmogelijk gebeurd zijn, ik had het allemaal uit mijn duim gezogen.
Waarom ik het verzonnen zou hebben, was me een raadsel, maar de verontwaardiging was groots en collectief. Een genuanceerde discussie voeren met mensen die me uitmaakten voor 'tuig' had geen zin, vermoedde ik, en ik vertrok haastig van X (voormalig twitter). Mijn beeld van voetbalsupporters werd er niet rooskleuriger op.
Toen de storm was gaan liggen, kreeg ik een bericht van een voetballiefhebber die met me wilde praten. In plaats van me uit te maken voor rotte vis, deed hij wat anders. Hij en zijn vrienden gaven ons, heel hoffelijk, kaartjes voor een wedstrijd, zodat we een positieve ervaring konden opdoen. Want ook hij kon het bijna niet geloven, wat er was gebeurd.
En zo togen we naar het stadion. Onderweg in de tram bewonderden we een diehardfan met een glimmende ketting met het clublogo om zijn nek. Had-ie veertig jaar geleden gekregen en hij droeg 'm elke dag. Al 51 jaar ging hij naar elke wedstrijd, waarvan de laatste veertig jaar bij de harde kern. Bij het uitstappen legde hij vriendelijk uit hoe we bij ons vak konden komen.
Met moeders in de zaal
"Jeetje Olle, moet je kijken wat een uitzicht", zei ik geschokt toen we eenmaal zaten. Dat was nog eens wat anders dan die kleine poppetjes op ons tv-scherm. We installeerden ons met chocoladerepen en broodjes en knikten naar de mensen voor, naast en achter ons.
Nog geen tien minuten in de wedstrijd trilde mijn telefoon en verliet ik de tribune voor kortstondig overleg. Luid mopperend kwam ik terug: "Puk heeft zichzelf buitengesloten, of opa en oma even kunnen langskomen." Drie vrouwen binnen een straal van tien stoelen knikten me begripvol toe. Moeders? Er zaten moeders in de zaal!, constateerde ik verrast.
We keken sprakeloos naar de wedstrijd. Genoten van de spanning, lachten om de grapjes en opmerkingen van mensen om ons heen. De lange puberslungel naast me redde mijn tas die op een onbewaakt moment langs het beton naar beneden gleed. De man achter ons vroeg wat Olle er nou eigenlijk allemaal van vond. Manlief grapte met de jongen en zijn vader voor ons. Dit was duidelijk ander vlees in de kuip.
Ander soort thuis
Met al die verschillende mensen om ons heen - groot, klein, kakker, burger, jong, oud, vrouw, man, lelijk, knap, in voetbalkloffie of nette broek en jas - begon ik een beetje te begrijpen wat het was: supporter zijn. Het gezamenlijke.
De muziek, de gezelligheid, de saamhorigheid. De fluitconcerten, het applaus, de aanmoedigingen, de humor. Weg uit de dagelijkse sleur was dit een ander soort thuis. Dat voelde ik nu ook.
Olle en manlief stráálden en verlieten met een zalige geluksgloed - en doodmoe van alle prikkels - het stadion. Tussen de voetbalsupporters was het zowaar gezellig geweest, wie had dat nou gedacht?
Eenmaal thuis werd er meteen gezocht naar wedstrijdkaartjes, de nieuwe supporterssjaal kreeg een prominente plek aan de kapstok en ging de volgende ochtend trots mee naar school.
Onvergetelijke ervaring
Het voetbalstadion had er drie fans bij. Nee, nu moet ik niet alsnog gaan liegen. Twéé - laat mij maar op de bank rustig haken voor de tv.
Eduard, Remco, Willem, Carli van de supportersvereniging en alle supporters in vak C: dankjewel dat jullie onze kijk op voetbalsupporters hebben veranderd met deze onvergetelijke ervaring.
Het was gerser dan gers.
Geen aflevering van 'bij ons thuis' missen? Klik dan op de 'Bij ons Thuis'-tag en vervolgens op volgen.