Mag je treuren om het einde van Blokker, ook al kwam je er nooit (meer)?
Er zijn waarschijnlijk maar weinig mensen die geen spullen van Blokker in huis hebben. Toch is deze huishoudketen nu failliet. Hoe het zover heeft kunnen komen en of je er nu nog wel op het nippertje mag winkelen, houdt de mens bezig, ziet RTL Nieuws-redacteur Lisanne van Sadelhoff.
Je zou denken dat de Blokker-fan met uitsterven wordt bedreigd, getuige het feit dat de huishoudketen zijn faillissement heeft aangekondigd. Maar wie de socials erop nagaat, krijgt een heel ander beeld: Nederland houdt van Blokker. 'Wat erg!', schrijven mensen – wellicht overdonderd door het besef dat je iets pas mist, als je het er niet meer is. 'Zo zonde.' 'Daar gaat weer een vertrouwd merk.' En, nog meer dystopische berichten: 'Dat worden kale winkelcentra…'
Het oranje-witte winkelmerk roept veel melancholie op. 'Elke keer als ik ging verhuizen, kreeg ik een Blokker-bon van mijn ouders, vanaf mijn studentenhuis tot mijn koophuis nu.' 'Ik kan de Blokker in ons dorp van vroeger nu nog steeds drómen…' 'De eerste winkel waar ik met vriendinnetjes ging 'shoppen'.'
Maar das war einmal. De winkel met 'spullen waarvan je van tevoren niet wist dat je ze nodig had' en die lang symbool stond voor huiselijke gezelligheid, heeft een andere reputatie gekregen. In het hier en het nu, in tijden van inflatie, wordt vooral flink gemopperd op – hoe kan het ook anders – de 'woekerprijzen' die Blokker volgens sommigen zou hanteren. 'Het is niet meer te doen', schrijft iemand, en ook: 'Hadden ze maar moeten zakken met de prijs'.
Woekerprijzen
Daar zit ook iets schrijnends achter: niet iedereen heeft geld om bij de Blokker te kopen. 'Ik voel mij niet verplicht om meer te betalen om Blokker in stand te houden. Ik ben vooral bezig mijzelf in stand te houden.'
De woekerprijsbeschuldiging roept ook verdediging op vanuit het Blokker-kamp. Hier en daar proberen mensen het nog op te nemen voor het winkelconcern – dat een offline-winkel nu eenmaal veel duurder is door huur, onderhoud en personeel, en dat dat geld érgens vandaan moet worden gehaald. 'Zo werkt het nu eenmaal.' En hoe het ook werkt: dat wat online wordt gehaald, wordt offline níét meer gehaald.
Er zijn er enkelen bij die het bericht over de uitverkoop bij Blokker aangrijpen om hun zorgen uit te spreken over dat 'online-koopgedrag van ons dat werkelijk de spuigaten uit loopt'. En dat maakt: eigen schuld, dikke bult. 'Nu niet gaan zaniken dat Blokker failliet is: dan hadden we maar minder online moeten kopen.' 'We betalen niet meer voor een winkelervaring', schrijft iemand, waaronder iemand anders schrijft: 'Een winkelervaring = het huis uit moeten in weer en wind en in een rij voor de kassa belanden.'
Over kassarijen gesproken: die zijn nu, eindelijk, weer terug in de Blokker. Mede mogelijk gemaakt door een faillissementsuitverkoop. Mensen komen massaal voor afwassponsjes, waxinelichtjes, aanstekers, kussenhoezen, tosti-ijzers of een steelpannetje. Hier en daar schrijft een boze Facebooker 'dat kopers niet snappen dat ze belazerd worden met die zogenaamde uitverkoop', waarop iemand anders schrijft: 'Hebberige mensen kunnen niet rekenen'.
Aasgieren
Maar de algemene reactie op de uitverkoopdrukte laat iets anders zien. 'Nogal gênant dat mensen nu ineens naar Blokker gaan.' 'Als ze die spullen echt zo graag willen hebben, hadden ze die ook kunnen kopen toen Blokker nog overeind stond, hè.' 'Aasgieren.' 'De één z’n faillissement, de ander z’n koopjes.'
'Mensen die nooit in bepaalde winkels komen schreeuwen het hardst als die winkel de deuren sluit!' Er is schaamte te bespeuren – schaamte voor de eigen, nog lang niet uitgestorven soort.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.