Zondaginterview

Blinde Truus biedt statushouders een thuis: 'Ik laat ze vrij, ben niet hun moeder’

Door Kita van Slooten··Aangepast:
© Renske HolwerdaBlinde Truus biedt statushouders een thuis: 'Ik laat ze vrij, ben niet hun moeder’
RTL

Niks doen, terwijl er zoveel ellende in de wereld is. Dat is voor Truus Jonker uit Nijkerk geen optie. Ze wil zich graag nuttig maken en mensen helpen. Dat ze blind is, houdt haar daarbij niet tegen. De 76-jarige vangt statushouders op in haar huis: jonge mannen die gevlucht zijn uit hun thuisland en hier nog geen eigen plekje hebben. "Ik denk dat veel Nederlanders vergeten: vluchten doe je echt niet voor je plezier."

"Ik heb genoeg ruimte en vind het een fijn idee dat ik daar anderen mee kan helpen", vertelt Truus aan de keukentafel van haar rijtjeshuis in Nijkerk. Achter haar zitten twee papegaaien vrolijk te kwetteren. 

De beslissing om haar huis open te stellen voor statushouders die wachten op een woning, was voor haar geen moeilijke. Nadat in 2020 haar man overleed, vroeg ze zich af wat ze in haar eentje met dat grote huis moest. Ze wilde er sowieso graag blijven. "Ik moet er niet aan denken om in een verzorgingstehuis alleen op een kamer te zitten." Truus besloot om haar huis te delen met anderen.

Toch gezellig

Eerst bood ze - via een zorgorganisatie - onderdak aan mensen die even nergens terecht konden. Zo verbleef er eens een tiener bij haar die door haar ouders uit huis was gezet. "Daar kon ik me eerlijk gezegd wel iets bij voorstellen, want dat was geen makkelijk kind", vertelt Truus lachend. "Maar dan hoorde ik haar boven lopen en vond ik het toch gezellig dat er iemand in huis was. Ik heb nou eenmaal graag mensen om me heen."

© Renske Holwerda

Later meldde ze zich aan bij een organisatie die statushouders helpt. Inmiddels heeft Truus een aantal van hen tijdelijk kunnen huisvesten. Allemaal mannen van rond de dertig jaar en afkomstig uit het Midden-Oosten. "Dat zijn de statushouders die het moeilijkst te plaatsen zijn. Mensen zijn eerder geneigd om bijvoorbeeld Oekraïners op te vangen, omdat die meer op ons zouden lijken."

Voor mannen uit het Midden-Oosten is minder snel een plekje te vinden. Truus, die statushouders uit landen als Syrië, Libië, Iran en Jemen heeft opgevangen, begrijpt dat niet zo goed. "We zijn allemaal mensen met gevoelens en verlangens. Het maakt mij niet uit wat voor geloof iemand heeft. Ik ben er om ze onderdak te bieden, niet om ze te bekeren."

Van te voren gescreend

Maar het is toch ook niet niks om als blinde vrouw een wildvreemde man uit een ander land in je huis te laten wonen? "Mensen hebben we wel eens gevraagd of ik niet bang was voor wie ik mogelijk in huis zou halen, maar ik ben nooit bang geweest. De statushouders worden van te voren gescreend. Daarnaast vinden verreweg de meeste mensen het alleen maar fijn als je ze een dienst bewijst."

Truus vergelijkt het met voetbalfans. "Als een klein groepje hooligans voor problemen zorgt, zijn dat de beelden die je op het nieuws te zien krijgt. Maar het merendeel van de fans heeft daar niks mee te maken. Dat is met alles zo. Er zitten altijd een paar raddraaiers tussen die het voor de rest verpesten, maar dat wil niet zeggen dat je dan iedereen maar moet afschrijven."

"Als je geen risico wil lopen, moet je op je kont blijven zitten. Maar dan gebeurt er ook niks."

Met de statushouders heeft ze nooit problemen gehad. Er was er eentje met wie ze stevig kon bekvechten. "Maar we maakten het ook altijd weer goed." Een ander hoorde ze elke avond stofzuigen als ze in bed lag. "Die wilde graag iets voor me terugdoen." De meeste mensen die je helpt, zijn dankbaar, vindt Truus. "Weet je, als je geen risico wil lopen, moet je op je kont blijven zitten. Maar dan gebeurt er ook niks. Ik ben in mijn leven heus wel eens bedrogen, hoor. Dan kun je vervolgens iedereen gaan wantrouwen, maar daar schiet je weinig mee op."

Haar vertrouwen in mensen en het sterke verlangen een ander te helpen komt vanuit haar christelijke achtergrond. "Vanuit mijn geloof wil ik graag dienstbaar zijn naar mensen. Het voelt goed om me nuttig te maken. Ik kom vaak mensen tegen die nooit tijd of zin hebben. Het lijkt alsof de jongere generatie meer met zichzelf bezig is."

Ridder in de Orde van Oranje Nassau

In 2022 werd Truus benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ze kreeg het lintje opgespeld vanwege haar jarenlange inzet om haar (blinde) medemens te helpen. 25 jaar geleden richtte ze Stichting Fakkel 2000 op, die hulp biedt aan blinden en slechtzienden in Kameroen. En nu komt daar het huisvesten van statushouders bovenop. 

Achterop de motortaxi in Kameroen, in 2011. © Eigen foto
Achterop de motortaxi in Kameroen, in 2011.

De Libische Khalid (niet zijn echte naam) die nu bij Truus woont, komt tijdens het interview binnenlopen. Hij heeft boodschappen gedaan en terwijl hij bij het aanrecht de tas uitpakt, vertelt hij wat Truus voor hem betekent. "Voor haar is het de normaalste zaak van de wereld om mij te helpen, maar wat ze doet is heel bijzonder. De overheidsinstanties staan me goed bij, maar bij gewone mensen ligt het anders. Vanwege de vooroordelen over vluchtelingen is het niet makkelijk om mensen te vinden die willen helpen. Ik ben Truus heel dankbaar dat ze mij vertrouwt en in haar huis laat wonen."

Voordat iemand bij Truus intrekt, is er eerst een kennismakingsgesprek met zowel de statushouder als een matchmaker vanuit de organisatie Takecarebnb. Om te kijken of het klikt. "Ik heb wel eens iemand moeten afwijzen omdat hij geen Engels sprak. Ik kan alleen verbaal communiceren en dat gaat niet als je niet dezelfde taal spreekt."

Omdat Truus niet kan zien, krijgt ze een eerste indruk van een persoon via stemgeluid. "Het zijn kleine nuances in de stem. Als ik met mensen communiceer, hoor ik of ze afwezig, geïrriteerd of juist belangstellend zijn. Daar zijn blinde mensen meer op getraind. Dat is een vaardigheid die je ontwikkelt, als je de gebaren en gezichtsuitdrukkingen van iemand niet kan zien."

Deur helemaal open of helemaal dicht

In huis weet Truus haar weg goed te vinden. Maar ze vraagt de statushouders die bij haar wonen wel om één ding: "Een deur moet helemaal open of helemaal dicht. Niet half open, want dan loop ik er tegenaan." Verder zijn er geen strenge huisregels. "Ik vraag of ze hun rommel willen opruimen, en dat doen ze. Verder laat ik ze vrij. Ze gaan vaak later naar bed dan ik en staan ook later op. Maar dat moeten ze zelf weten. Ik ben hun moeder niet."

Truus met haar bewoner, de Libische 'Khalid'. © Renske Holwerda
Truus met haar bewoner, de Libische 'Khalid'.

Truus, die vier kinderen en zes kleinkinderen heeft, werd door een erfelijke oogaandoening slechtziend geboren. Ze had dertig procent zicht, maar naarmate ze ouder werd, werd dat steeds minder. "Toen ik twintig was, verloor ik het zicht in één oog door netvliesloslating. Dat was het oog waarmee ik nog kon lezen. Dus toen heb ik braille moeten leren, en ook geleerd om met een blindenstok te lopen."

Medelijden met alle blinden 

In het revalidatiecentrum waar ze destijds verbleef, ontmoette Truus haar man, die volledig blind was. "Ik had medelijden met alle blinden daar. Ik voelde me altijd rijk, omdat ik nog wel iéts zag. Bij lange na niet zoveel als jullie kunnen zien, maar ik besefte niet wat ik miste. In mijn beleving zag ik nog redelijk goed", zegt ze lachend. Ook al was dat toen nog maar zeven procent en werd het steeds minder. Sinds haar 44ste ziet Truus niks meer. 

"Ik loop nog wel eens ergens tegenaan. Daarom draag ik altijd een pony, dan vallen de blauwe plekken en bulten niet zo op." Ze lacht erom. "Die pijn voel ik niet meer." Maar wat ze wel erg vervelend vindt, is dat het blind zijn haar zo beperkt in wat ze kan ondernemen. "Ik wil altijd zoveel, maar ik heb bij de meeste activiteiten een begeleider nodig. En ik heb niet veel mensen in de buurt met wie ik iets kan doen. Dat is jammer, want ik ben van nature heel actief."

"Van Nederlands eten zijn ze meestal geen groot liefhebber."

Zo liep Truus al driemaal de Nacht van de Vluchteling en liep ze in mei dit jaar mee met de Rode Lijn-demonstratie tegen het beleid van de Nederlandse regering ten aanzien van de situatie in Gaza. Hadi, de statushouder die toen bij haar woonde, ging met haar mee. "Het was een geweldige dag. Dat vond hij ook. Ik vond het hartverwarmend dat er zoveel betrokken mensen op de been waren en dat ik daarbij kon zijn."

Bij de tweede demonstratie kon Hadi niet en Truus had niemand anders om mee te gaan. Daar baalde ze van. "Maar ik kon er natuurlijk niet op de bonnefooi heen gaan en van mensen verwachten dat ze mij als blinde begeleiden. Dat werkt niet. Zeker niet bij Nederlanders." Daarom is het fijn als een statushouder met haar meegaat. Maar ook thuis is het handig als er iemand is. "Soms weet ik de kleur van een trui niet. Of ik moet even weten of het schermpje van mijn telefoon oplicht of niet."

Gemarteld in de gevangenis

De statushouders vragen ook regelmatig of Truus iets nodig heeft van de supermarkt. En als ze eten klaarmaken, vragen ze of Truus ook een bordje wil. "Ze koken met veel kruiden. Dat is erg lekker. Van Nederlands eten zijn ze meestal geen groot liefhebber." 

Ze zitten niet de hele dag op elkaars lip, maar in de tijd dat een statushouder bij haar woont, leert Truus ze wel kennen. Ook hoort ze wat de jonge mannen hebben meegemaakt en waarom ze hun geboorteland zijn ontvlucht.

De man die uit Iran vluchtte, was daar in de gevangenis dusdanig gemarteld dat hij er blijvend letsel aan overhield. "Vanwege spierspasmen kon hij hier in huis amper de trap op komen. Praten ging ook moeilijk, omdat hij hevig stottert. Dat maakt het voor mij lastig om te communiceren, maar ik had zo met hem te doen, dat we het toch hebben geprobeerd." Met succes. "Het is zo’n aardige jongen. Hij regelde bijvoorbeeld dat een vriend van hem mijn inbouwkoelkast kwam vervangen."

"Het maakt mij niet uit wat voor geloof iemand heeft. Ik ben er om ze onderdak te bieden, niet om ze te bekeren."© Renske Holwerda
"Het maakt mij niet uit wat voor geloof iemand heeft. Ik ben er om ze onderdak te bieden, niet om ze te bekeren."

Hoelang de statushouders bij Truus blijven, hangt af van hoelang het duurt voor ze een woning toegewezen krijgen. Dat kan een paar maanden zijn, maar ook een klein jaar. De Iraanse man verhuisde naar een klein appartement. "Hij heeft nu een eigen plekje, met een lift. Ik ben heel blij voor hem." Truus onderhoudt nog steeds contact met de vertrokken statushouders. "Niet dagelijks hoor, want ze zijn natuurlijk ook druk met het opbouwen van een nieuw leven hier."

Constant in angst leven 

Bij haar thuis zit Truus met de statushouders weleens op het balkon in de zon. "Dan eten we een ijsje en kletsen we wat. Heel gezellig vind ik dat." 

Daar vertelde een van de mannen haar dat hij nog steeds hartkloppingen krijgt als hij een vliegtuig laag hoort overkomen. Hij kwam uit Syrië en een vliegtuig kon betekenen dat je de dag niet zou overleven. "Hij leefde constant in angst. Dat gevoel schud je niet zomaar van je af. Ik denk dat veel Nederlanders dat soms vergeten: vluchten doe je echt niet voor je plezier."

Zondaginterview

Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.

Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl

Lees hier de eerdere zondaginterviews.

Lees meer over
ZondaginterviewHuisvestingVluchtelingenBurgeroorlog SyriëBlindheidLink in bio

Laatste video's van RTL Nieuws

01:18
Oude vissersnetten moeten Oekraïners beschermen tegen nieuwste Russische drones
RTL Nieuws

Oude vissersnetten moeten Oekraïners beschermen tegen nieuwste Russische drones

  1. 01:44
    Vietnam werkt aan 'superplant' om koffieoogsten te redden
    RTL Nieuws

    Vietnam werkt aan 'superplant' om koffieoogsten te redden