Noraly was drie jaar lang dakloos: 'Alles was ik kwijt: mijn huis, mijn kind, mijn eigenwaarde'
In deze wekelijkse rubriek vertellen mensen over iets dat zij 'nooit meer' willen meemaken, nooit meer willen doen of juist nooit meer willen laten. Deze week: twaalf jaar geleden raakte Noraly (40) door betalingsachterstanden haar woning kwijt. Ze belandde op straat en sliep geregeld tussen de bosjes. "Het was heftig om daar zo koud en nat te liggen, onder de blote hemel met een paar jassen over ons heen."
"Mijn leven ziet er nu totaal anders uit dan twaalf jaar geleden. Ik weet dat ik vroeger fouten heb gemaakt en daar schaam ik me niet meer voor. Het idee dat ik gefaald heb, heeft me lang genoeg achtervolgd en nog steeds heb ik daar wel eens last van. Maar het gevoel van trots overheerst: op mijn doorzettingsvermogen en dat ik er nog steeds sta, ondanks alles."
"Toen ik op mijn achtentwintigste van mijn zoontje beviel, wilde ik hem alles geven wat ik vroeger zelf nooit had gehad. Ik ben als kind thuis misbruikt door mijn vader. Voor de buitenwereld waren wij het perfecte gezin dat iedere zondag naar de kerk ging, maar achter gesloten deuren was het een heel ander verhaal."
Leven niet op de rit
"Het was zo fijn om een eigen plek te hebben met mijn toenmalige vriend. Dolgelukkig waren we toen ik zwanger bleek, ik genoot intens van het huisje-boompje-beestjebestaan met z’n drietjes. Maar helaas eisten mijn jeugdtrauma’s z’n tol. Om de pijn te verzachten gebruikte ik drugs. Ik deed pogingen om af te kicken en kreeg hulp van diverse instanties. Toch kreeg ik mijn leven niet goed op de rit.
Uiteindelijk werd mijn zoon door jeugdzorg uit huis geplaatst. Het voelde alsof mijn hart uit mijn borst werd gerukt. Ik weet dat ik zelf vroeger geen goed voorbeeld heb gehad, maar toch voelde het als falen dat ik niet voor mijn zoon kon zorgen en hem niet kon geven wat ik zo graag had gewild. Dat was míjn verantwoordelijkheid, van niemand anders."
"Door alle problemen was ik niet in staat om te werken. Mijn partner onderhield ons, maar toen hij zijn baan kwijtraakte, kregen we betalingsachterstanden. Al gauw hadden we zo’n vier maanden de huur niet betaald, ook ontstonden er andere schulden. Ik lag ervan wakker en was doodsbang om ons huis kwijt te raken.
Dat gebeurde ook: er kwam een dwangbevel dat we per direct de woning moesten verlaten. In de hoop op een snelle oplossing sloegen we onze spullen op in een loods. Kleding en andere dagelijkse benodigdheden propten we in vuilniszakken en namen we mee."
'Wij zijn geen hotel'
"In het begin logeerden we afwisselend bij verschillende vrienden. Maar ergens houdt hun gastvrijheid op, bovendien wilden mijn vriend en ik anderen niet te veel belasten. Dus uiteindelijk was er geen andere keuze dan de straat op te gaan.
We klopten aan bij een opvangcentrum van een grote hulporganisatie, maar daar kreeg ik te horen dat ze mij niet wilden opnemen omdat ik niet uit deze stad afkomstig was en niet regiogebonden was. Mijn vriend mocht wel blijven. Dat weigerde hij zonder mij, dus we moesten vertrekken. En dat noemde zich dan hulpverlening, ongelooflijk vond ik het. Een medewerker van een andere hulpinstantie sneerde me toe dat 'ze geen hotel waren'. Mijn broek zakte af van deze lompe behandeling. Ik werd als nummer gezien, niet als mens."
"Dakloos zijn is beschamend, ongemakkelijk en onveilig. Ik voelde me waardeloos. Alles was ik kwijt: mijn huis, mijn kind, mijn eigenwaarde. Ik was volledig bij mijn volle verstand en besefte heel goed dat alles door mijn vingers was geglipt, dat ik de grip kwijt was.
Soms dacht ik: wat heeft het leven nog voor zin? Ik zag geen perspectief. De hele dag liepen mijn vriend en ik maar doelloos door de stad. Op openbare toiletten probeerde ik me zo goed mogelijk te verzorgen, dat vond ik belangrijk."
Gluren vanuit hun ooghoek
"Vaak sliepen we in parken tussen de bosjes. Het was heftig om daar zo koud en nat te liggen, onder de blote hemel met een paar jassen over ons heen. Slapen deed ik dan amper door de kou, bovendien kon ik niet echt ontspannen. Ook wilde ik vroeg wakker zijn, voordat er veel mensen op de been zouden zijn. Ik schaamde me als mensen me zagen liggen. Ze gluurden dan vanuit hun ooghoek. Nooit werd ik rechtstreeks aangekeken, alsof ze bang waren om contact te maken.
Velen willen daklozen niet zien, omdat ze niet durven of willen helpen. Ook hadden ze ongetwijfeld vooroordelen, bijvoorbeeld dat we verslaafd waren. Ik gebruikte toen helemaal geen drugs meer, daar had ik simpelweg geen geld voor en ik wilde niet nog dieper in de shit raken."
"Met pijn in mijn hart maar in zijn belang maakte ik de beslissing dat mijn zoon in zijn pleeggezin zou blijven."
"Door alle stress liep de relatie tussen mijn toenmalige vriend en mij op de klippen. Onze focus lag alleen op overleven en samen kwamen we niet verder. Af en toe sliep ik bij bekenden maar verder was ik alleen. Ik was eenzaam, voelde veel pijn, verdriet en onmacht."
Diploma en een huis
"Uiteindelijk, na drie jaar dakloos te zijn geweest, ontfermde een hulpverlener van het Leger des Heils zich over mij. Ik kreeg hulp bij het aanvragen van een uitkering – wat uiteindelijk lukte na een hoop bureaucratisch gedoe. Daarna kreeg ik een plek in een woonhotel en ging ik terug naar school om mijn middelbareschooldiploma te halen, dat was heel belangrijk voor mij. Daarna volgde ik een opleiding in de zorg.
Met mijn nieuwe vriend verhuisde ik naar België waar we een huis kochten. Dat ik ooit huiseigenaar zou worden, was meer dan ik ooit had kunnen dromen. Ik wilde niet te lang in mijn misère blijven hangen en greep iedere kans aan om iets van mijn leven te maken. Met pijn in mijn hart maar in zijn belang maakte ik de beslissing dat mijn zoon in zijn pleeggezin zou blijven. Na al die jaren was hij daar helemaal geaard en gehecht, hem daar weghalen zou nóg een trauma zijn voor hem terwijl zijn geluk boven alles gaat. Zijn pleegouders zijn lieve mensen met wie ik heel goed contact heb. Om de week is mijn zoon een weekend bij mij. Dan knap ik uit elkaar van trots."
"Ik deel mijn ervaringen omdat ik hoop dat ik daarmee iets verander. Dat daklozen sneller hulp krijgen en niet aan hun lot worden overgelaten. Vaak hoor je mensen roepen dat het 'hun eigen schuld is'. Maar dat wil toch niet zeggen dat ze geen hulp verdienen? Nooit meer wil ik dakloos zijn of schulden hebben. Mijn administratie is perfect op orde, als ik iets moet betalen, doe ik dat meteen. Omdat mijn zorgdiploma hier niet geldig is, werk ik nu in de schoonmaak. Binnenkort wil ik een administratieve studie gaan volgen."
Warm schuimbad
"Sinds kort ben ik weer single. Ik woon in een fijn appartement. Voor het eerst ben ik alleen en zelfstandig, ik heb eerder altijd relaties gehad. Dat is spannend, maar ik geniet ervan dat ik nu volledig aan mezelf toekom.
Alleen al mijn sleutel in het slot steken en thuiskomen is al een heerlijke ervaring, net als dat ik vanavond een warm schuimbad kan nemen. Dat zijn dingen die ik niet als vanzelfsprekend beschouw. Een huis is zo veel meer dan alleen een dak boven je hoofd. Het betekent zekerheid, geborgenheid en veiligheid."
Nooit meer?
Wil jij ook je verhaal kwijt en vertellen wat je 'nooit meer' wil meemaken, doen of juist laten? We zijn benieuwd naar jouw verhaal. Mail ons op weekendmagazine@rtl.nl
Klik hier voor meer Lifestyle