Nooit meer

Samantha overleed bijna bij de geboorte van haar zoon

·Aangepast:
© iStockSamantha overleed bijna bij de geboorte van haar zoon
RTL

Voor geen goud wil Samantha (34) ooit nog zwanger raken en bevallen, nadat de geboorte van haar jongste zoontje hen bijna hun leven kostte.

Samantha: "Ik was helemaal niet bang om te bevallen. Djaimy is mijn vijfde kind en de vorige bevallingen waren pittig, maar liepen volgens het boekje. Ik dacht dat deze bevalling juist makkelijk zou gaan.

Ik grapte nog tegen mijn man Bernd-Paul dat deze baby er vast zo uit zou schieten en dat het maar te hopen was dat we op tijd in het ziekenhuis zouden zijn. Dat het allemaal zo dramatisch zou verlopen, daar had ik geen enkel vermoeden van.

Nadi’s darmen verteren geen vast voedsel meer
Lees ook

Nadi’s darmen verteren geen vast voedsel meer

Ons vijfde kind was niet gepland. De zwangerschap kwam onverwachts, ik ben dwars door het spiraaltje heen zwanger geraakt. Ik schrok even toen ik de positieve test zag, maar Bernd-Paul reageerde heel nuchter en praktisch: 'We moeten verbouwen in huis en een nieuwe auto.' Daardoor kon ik ook ontspannen. Deze baby was een welkome verrassing.

Veel overgeven

De zwangerschap verliep in het begin prima, al moest ik wel veel overgeven. Tegen het einde was ik vaak in het ziekenhuis te vinden, vanwege mijn vele allergieën. Ik ben allergisch voor bijna alle medicijnen, zelfs paracetamol. Maar ook voor parfum en haarverf.

De zwangerschap verergerde deze allergische reacties, ik kon zelfs geen wasmiddel meer gebruiken omdat mijn huid daar heftig op reageerde. Bij een controle in het ziekenhuis werd besloten om mij met zevenendertig weken en twee dagen in te leiden.

'Ik voelde heel sterk dat mijn kind eruit moest, en wel meteen'

Twee keer werd er een ballonkatheter ingebracht om de bevalling op gang te krijgen. Mijn vliezen braken en langzaam voelde ik de weeën opkomen. Plots ging de ontsluiting heel snel, dus ik hoopte gauw te mogen persen. Maar helaas bleef ik steeds hangen op acht centimeter ontsluiting.

Bang om mijn kind te verliezen 

Op de monitor zag ik dat de hartslag van de baby steeds dipjes kreeg. Ineens werd ik bang om mijn kind te verliezen. Eerst schreeuwde ik om een ruggenprik - terwijl ik daar ook allergisch voor ben - daarna riep ik dat ik een keizersnede wilde. Ik voelde heel sterk dat mijn kind eruit moest, en wel meteen.

Gelukkig werd er naar me geluisterd. Met spoed werd ik naar de o.k. gereden, waar een ruggenprik werd gezet. Ondanks mijn allergie was dit toch veiliger dan een volledige narcose, zei de anesthesist. Binnen een kwartier werd onze zoon Djaimy geboren. Levenloos. Hij bewoog niet, huilde niet en was helemaal blauw. De kamer stroomde vol met artsen en verpleegkundigen die paniekerig aan de slag gingen. Meteen werd er begonnen met een hartmassage.

Paniek in de kamer

Dit alles kon ik niet zien, ik lag nog op de operatietafel met een scherm voor mijn gezicht. Hoewel ik niets zag, voelde ik de paniek in de kamer. Ik was verdrietig en gespannen, terwijl de anesthesist mij gerust probeerde te stellen. 'We doen ons best, alles komt goed', zei ze in het begin. Later werd dat: 'Ik weet niet hoe dit gaat lopen.' Twintig minuten waren ze met Djaimy bezig. Al die tijd hoorde ik hem niet huilen. Ik ben ‘m kwijt, dacht ik.

Na twintig minuten reanimatie gaf Djaimy een eerste teken van leven: hij begon te plassen. Daarna kwam er wat slijm vrij en schoot zijn intubatiebuis los. De arts zei dat hij weer wat kleur kreeg. Ik huilde van geluk toen ik dat hoorde. Iedereen in de o.k. slaakte een diepe zucht van opluchting. Djaimy ging naar de kinderafdeling, ik was inmiddels gehecht en werd naar de verkoeverkamer gebracht.

Eindeloos veel kusjes

Een paar uur later mocht ik mijn zoontje eindelijk voor het eerst vasthouden. Ik weet nog dat ik hem eindeloos veel kusjes gaf. Daarna werd ik steeds beroerder. Ik kreeg koorts, was benauwd en het voelde alsof mijn ingewanden eruit kwamen. Volgens de artsen was er niets aan de hand en waren het gewoon de gevolgen van de keizersnede. Een dag later werden Djaimy en ik overgebracht naar het Wilhelmina Ziekenhuis in Utrecht.

Met Djaimy ging het gelukkig al snel steeds beter. Ik kreeg een katheter, sonde en diverse scans. Ik had een longontsteking en was ziek van de RSA-bacterie, die ik waarschijnlijk op de o.k. had opgelopen. Daardoor mocht ik Djaimy alleen maar vasthouden met een schort om en mondkapje voor. De pijn in mijn buik was inmiddels niet meer te harden. Het bleek dat er diverse abcessen zaten, ook was er een verstrengeling in mijn darmen ontstaan waardoor deze werden afgesloten.

Fout

Waarschijnlijk is er een fout gemaakt tijdens de keizersnede. Opnieuw moest ik onder het mes, nu voor een kijkoperatie. Tijdens die operatie sprongen mijn darmen, ook kreeg ik een bloedvergiftiging. Ik lag op sterven en om mijn leven te redden werd er een stoma aan mijn dunne darm geplaatst. Twee weken lang werd ik in kritieke toestand in slaap gehouden op de intensive care.

Ik ontwaakte op Eerste Kerstdag. Mijn moeder en stiefvader stonden aan mijn bed. Door de morfine was ik compleet verward. Ik had waanbeelden en dacht dat het ziekenhuispersoneel me wilde vermoorden. Heel beangstigend was dat. Maar toen ik niet meer geïntubeerd werd en weer zelf kon ademen werd ik weer rustig.

Nachtmerries

Later kwam Berndt-Paul langs met Djaimy. Dat betekende zoveel voor mij. Toen ik in slaap werd gehouden op de IC had ik zoveel nachtmerries, dat ik niet meer wist wat echt was en wat ik gedroomd had. Had ik wel echt een kind? En leefde hij nog? Wat was ik blij dat ik mijn zoon eindelijk in mijn armen kon houden.

'Ik heb een scootmobiel en geniet ervan met Djaimy in de draagzak naar buiten te gaan'

Twee weken later mocht ik naar huis. In de woonkamer stond een ziekenhuisbed en ik kreeg twee keer per dag thuiszorg. Nog steeds ben ik aan het herstellen. Mijn maag neemt maar twintig procent op van wat ik eet en drink, daarom moet ik goed opletten dat ik niet uitdroog.

Revalidatie

Over twee maanden wordt mijn tijdelijke stoma verwijderd, hopelijk pakken mijn darmen hun werk dan weer goed op. Ook volg ik revalidatietherapie en fysiotherapie, omdat ik mijn rechtervoet niet meer goed kan gebruiken. Er is waarschijnlijk een zenuw geraakt omdat de ruggenprik te hoog is gezet. Maar ik probeer positief te blijven. Ik heb nu een scootmobiel en ik geniet ervan om met Djaimy in de draagzak naar buiten te gaan.

Met Djaimy gaat het heel goed. Hij is nu bijna een halfjaar oud en een supermakkelijke, vrolijke baby. En een echt papa’s kindje. De hechting met hem liep anders dan bij mijn andere kinderen. Als hij huilde, wist ik niet wat hij wilde terwijl ik van mijn oudere kinderen ieder huiltje kende. We moesten even aan elkaar wennen. Djaimy is mijn laatste kind, dat weet ik zeker.

Geen risico meer 

"Voor nog geen miljoen zou ik opnieuw zwanger willen raken. Sowieso mag ik dat risico absoluut niet nemen van de gynaecoloog. Ik ben bang dat ik een volgende bevalling niet meer kan navertellen. Plus: ik ben oprecht dankbaar dat Djaimy en mijn andere kinderen er mogen zijn. Je moet gelukkig zijn met wat je hebt. Een van de eerste dingen die ik zei toen ik wakker werd op de IC was: ‘Dit nooit meer.’ En daar sta ik nog steeds voor honderd procent achter."

Wil je geen aflevering van deze rubriek missen? Klik dan op de Nooit meer-tag hieronder en vervolgens op 'Nooit meer'.