Rechter grijpt in: voorlopig geen concentratie kinderhartchirurgie
Operaties aan aangeboren hartafwijkingen worden voorlopig niet geconcentreerd in Rotterdam en Groningen. Het besluit daarover van het ministerie van Volksgezondheid is vandaag door de rechtbank in Utrecht teruggedraaid.
De rechtszaak was aangespannen door de universitaire ziekenhuizen van Leiden, Amsterdam en Utrecht. Zij dreigden de operaties kwijt te raken.
Vijf locaties hartoperaties
Volgens de rechtbank heeft het ministerie niet goed onderzocht of het wel nodig is om het aantal ziekenhuizen waar de hartoperaties kunnen worden uitgevoerd, terug te brengen van vijf naar twee. Het is daardoor niet duidelijk of dit besluit 'noodzakelijk en evenwichtig en daarmee evenredig is'.
Nederland heeft nu vier centra voor kinderhartchirurgie. Een daarvan is het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), dat is opgezet door het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en Amsterdam UMC. De andere drie centra zijn bij de universitaire ziekenhuizen in Utrecht (UMCU), Rotterdam (Erasmus MC) en Groningen (UMCG).
NZa zeer kritisch over kabinetsbesluit kinderhartchirurgie: 'Grote en onomkeerbare gevolgen'
Het ministerie besloot in 2022 dat het beter zou zijn om de operaties te concentreren op twee locaties. Het gaat om een paar ingrepen per jaar, waar veel kennis en ervaring voor nodig is. Als die operaties worden geconcentreerd, voeren chirurgen in de twee overgebleven ziekenhuizen vaker operaties uit. Daarmee zou volgens het ministerie de kwaliteit van de ingrepen verbeteren.
De rechter veegt die argumentatie van minister Ernst Kuipers nu dus van tafel. De minister had volgens het vonnis niet mogen vasthouden aan het principe dat een ziekenhuis minimaal zestig operaties bij pasgeboren baby's moet verrichten om een goede kwaliteit te garanderen. Dat aantal kwam uit een wetenschappelijk artikel, maar de chirurg die dat had geschreven gaf later aan dit cijfer niet als 'wetenschappelijk minimum' te hebben bedoeld.
Toch concentratie Leiden, Amsterdam, Utrecht
In februari vorig jaar ging een meerderheid in de Tweede Kamer akkoord met de plannen.
Omdat ze de kinderhartoperaties dreigen kwijt te raken, hadden de kinderhartcentra Leiden/Amsterdam en Utrecht in oktober aangekondigd dat ze meer willen samenwerken. De beide teams moeten één team op twee locaties worden, in Utrecht en Leiden.
Na de uitspraak reageerden de academische ziekenhuizen in Utrecht, Leiden en Amsterdam verheugd. Zij noemden het openblijven van de hartchirurgie op die locaties 'goed nieuws voor de kwaliteit en toegankelijkheid van academische hart- en kinderzorg, voor de toekomst van kostbare kinder-ic-capaciteit in Nederland en van aanpalende zorg, zoals voor kinderen met kanker',
Amsterdam UMC, LUMC, UMC Utrecht en Prinses Máxima centrum voor kinderoncologie geven ook aan dat ze onderling nog meer gaan samenwerken dan ze al doen. In hun reactie roepen de bestuurders van de instellingen op tot 'meer samenwerking tussen de verschillende umc's, waarbij bijvoorbeeld juist de professionals gaan reizen in plaats van patiënten'.
Minister en Erasmus MC ontevreden
De nieuwe minister van Volksgezondheid, Conny Helder, reageert minder positief: "Ik betreur de uitspraak ten zeerste. Dit is slecht nieuws voor alle betrokkenen en met name de patiënten. We gaan de uitspraak van de rechter de komende weken zorgvuldig bestuderen en kijken hoe we verder gaan met dit dossier."
Ook het Erasmus MC in Rotterdam is teleurgesteld. "Met de vertraging die dat tot gevolg heeft voor deze zorg in Nederland is niemand gediend. In de eerste plaats de patiënten niet."
Volgens het ziekenhuis is concentratie van kinderhartchirurgie 'essentieel om de kwaliteit van zorg nog verder te verbeteren'. Het ziekenhuis is van mening dat behandelteams meer ervaring hebben en betere zorg leveren als zij meer ingrepen doen.