Daders seksuele uitbuiting anders dan anders: vaak jong en in criminele familie
Voor het eerst is in kaart gebracht wíe de daders zijn die kinderen seksueel uitbuiten. Wat blijkt? Zij zijn 'anders dan andere criminelen'. Zo zijn ze zelf vaak jong en hebben ze bijna altijd een criminele ouder, broer, zus of (ex-)partner. Een kwart van de daders gaat opnieuw in de fout.
Wie zijn toch de daders van seksuele uitbuiting van kinderen? Die vraag rees vorige zomer. Van slachtoffers van seksuele uitbuiting weten we veel: ze worden steeds jonger – soms wel 9 jaar – en het aantal groeit. Maar over de uitbuiters die geld aan ze verdienen, was juist weinig bekend. Tot nu.
Conny Rijken, Nationaal Rapporteur Mensenhandel, deed de afgelopen tijd een grootschalig onderzoek naar de daders van seksuele uitbuiting. Ze dook in de achtergrond van 630 daders en vergeleek die met andere criminelen en met mensen die nooit het foute pad op zijn gegaan.
Instabiele gezinssituatie
"De risicofactoren die aangeven of iemand vatbaar is voor crimineel gedrag, zijn véél vaker aanwezig bij daders van seksuele uitbuiting", legt Conny Rijken aan RTL Nieuws uit. "Dan moet je bijvoorbeeld denken aan een instabiele gezinssituatie waarin ze zijn opgegroeid."
Seksuele uitbuiting
Bij seksuele uitbuiting wordt iemand gedwongen seksuele diensten te verlenen tegen betaling. De seksuele handelingen vinden online of fysiek plaats, of allebei.
De betaling kan plaatsvinden in de vorm van geld of andere vergoedingen, zoals kleding of eten. Seksuele uitbuiting is in Nederland de meest voorkomende vorm van mensenhandel.
De cijfers laten zien dat ruim de helft (52 procent) van de daders zelf jonger dan 25 jaar is als ze voor het eerst mensenhandel plegen. Veel van de jonge daders (70 procent) hebben geen opleiding afgemaakt en daders komen bijna altijd uit een criminele omgeving.
Criminele broer of zus
Maar liefst 89 procent heeft minimaal één criminele ouder, broer, zus of (ex-)partner, meldt de rapporteur. Bij andere criminelen ligt dit percentage lager (64 procent) en van de mensen die nooit het foute pad op zijn gegaan, heeft 24 procent een crimineel familielid of een criminele partner.
"Wat we ook zien is dat de criminele broer of zus ook vaak betrokken is bij mensenhandel", zegt Rijken.
Waarom is dit alles nou zo belangrijk? Als duidelijk is wíe zich schuldig maken aan seksuele uitbuiting, kunnen daders ook eerder herkend worden, denkt Rijken. Hoe voorkomen we vervolgens dat potentiële daders het foute pad op gaan? "Daar is verder onderzoek voor nodig."
Aliya (echte naam bekend bij de redactie) werd op haar 15e seksueel uitgebuit en vertelde daar vorig jaar over aan RTL Nieuws:
Rijken heeft alvast een duidelijke aanbeveling: help jongeren die geen opleiding afmaken. Door daar op in te zetten 'kunnen jongeren beter in de maatschappij functioneren en niet overgaan naar de criminaliteit', denkt ze.
Geen eenvoudige behandeling
Uit het rapport blijkt ook dat bijna een kwart (24 procent) van de daders opnieuw de fout in gaat met uitbuiting. Dat vraagt volgens Rijken om een gerichte aanpak van daders. "Het is belangrijk om te kijken hoe we specifieke herhaling van mensenhandel kunnen tegengaan." De reclassering kan daar volgens haar bij helpen.
Volgens bijzonder hoogleraar Larissa Hoogsteder, directeur behandelzaken bij De Waag, is het nog niet zo eenvoudig te voorkomen dat daders in de herhaling vallen. Zij spreekt tegen RTL Nieuws van 'een hele moeilijke groep' om te behandelen. Met gesprekstherapie en oefeningen proberen ze daders van seksuele uitbuiting op het rechte pad te krijgen.
"Er spelen vaak veel problemen bij daders", legt Hoogsteder uit. Zo zijn er vaak schulden, kampen daders met verslavingen en hebben zij in het verleden veel meegemaakt. Ook zijn ze gevoelig voor ronselaars. Probleem op probleem, dus. "Er is heel veel voor nodig om het stop te zetten."
'Losweken'
"Werk vinden en behouden is heel belangrijk, maar daar moet je ze wel voor motiveren", zegt Hoogsteder. "Dat betekent: afstand nemen van de criminele activiteit. Daarvan losweken kost tijd."
Hoogsteder herkent het beeld dat dat veel daders zelf een criminele broer, zus of ouder hebben. "Dat maakt het nog moeilijker om uit het circuit los te komen. Ze worden erdoor beïnvloed."