Rapport: aanpak criminele ronselaars rammelt, daders blijven buiten schot
Iemand met een licht verstandelijke beperking die hennepplanten moet knippen, of een minderjarige scholier die onder dwang drugspakketjes rondbrengt. Justitie moet ze in veel gevallen als slachtoffer behandelen, maar doet dat in de praktijk bijna nooit. Dat erkent het Openbaar Ministerie naar aanleiding van een nieuw rapport.
Criminele uitbuiting, waarbij slachtoffers worden gedwongen tot illegale praktijken, is expliciet strafbaar gesteld in de wet. Maar de aanpak moet beter: de politie herkent slachtoffers niet en daders blijven buiten schot. Dat staat in het vandaag verschenen rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM).
In dat rapport komen rechercheurs en officieren van justitie aan het woord die zich bezighouden met mensenhandel. Zij zien het al misgaan in de beginfase van het onderzoek, aldus Shamir Ceuleers van het CKM. "Agenten zijn niet in staat om slachtoffers van criminele uitbuiting te herkennen. Ze worden vaker als dader beschouwd en riskeren straf voor bijvoorbeeld drugsdealen, terwijl dat onder dwang gebeurt."
Gratis wiet roken
Wie onder die omstandigheden misdaden begaat, hoeft volgens internationale regels niet te worden vervolgd. Maar volgens Ceuleers is die regel "een papieren werkelijkheid". Hij noemt het voorbeeld van een 13-jarige jongen die op het schoolplein wordt ingepalmd en gratis wiet mag roken, maar later pakketjes moet rondbrengen. "Als hij zegt dat hij wil stoppen, wordt zo'n jongen bedreigd. Maar de politie ziet hem als een drugscrimineeltje. Dus die jongen gaat niet praten, want hij is bang voor de dader én voor vervolging. Zo blijft de echte dader buiten schot."
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.
Landelijk officier van justitie Mensenhandel Warner ten Kate erkent dat er problemen zijn. "Slachtoffers worden te veel als dader gezien. Dan wordt er gedacht, een drugsdealertje, die gaat mee naar het bureau. Als je niet een laag dieper gaat, zie je niet dat die dader ook slachtoffer is. Dan blijft het krabben aan de oppervlakte. Als we jonge daders als slachtoffers behandelen, kunnen we hen ook helpen en uit de wereld van de drugs halen."
Hoeveel slachtoffers worden gemist door politie en het Openbaar Ministerie, kan Ten Kate niet zeggen. "Dit is een probleem dat onder de oppervlakte blijft. Maar mijn onderbuikgevoel is niet goed. Mijn gevoel zegt dat criminele uitbuiting te vaak voorkomt, met name in de drugswereld. En dat we dat onvoldoende zien."
Cocaïne rondbrengen
Wie het allemaal in de praktijk meemaakte, is de twintiger Peter. Dat is niet zijn echte naam, want die durft hij uit angst voor de groepering waarvoor hij werkte, niet te zeggen. Door problemen thuis kwam Peter op zijn 17de op straat te staan. In ruil voor onderdak moest hij wiet en cocaïne rondbrengen.
Na verloop van tijd ronselde hij zelf tieners, en dat ging verrassend makkelijk. "Als je uit mijn wijk komt, heb je niet heel veel geld. Dan is het gewoon een beetje spekken, showen hoeveel geld je hebt, Dan gaan ze tegen je opkijken en dan moet je gaan happen. En dan moet je ze voor je laten lopen."
Ronselpraktijken vaak onopgemerkt
Criminele uitbuiting komt veel vaker voor dan uit officiële registraties naar voren komt. Tussen 2015 en 2019 werden slechts 41 strafrechtelijke onderzoeken gestart naar criminele uitbuiting. Bij een rondgang in 13 gemeenten van het Centrum Kinderhandel Mensenhandel gaven eerder dit jaar al 821 professionals aan dat zij in de afgelopen twee jaar in aanraking zijn geweest met minimaal 1 vermoedelijk slachtoffer van criminele uitbuiting. Onder meer jongerenwerkers, wijkagenten en leerplichtambtenaren zijn voor het onderzoek ondervraagd.
Volgens de professionals ging het in het merendeel van de gevallen om minderjarigen, die op straat of via social media zijn geronseld of geworven om bijvoorbeeld als katvanger of geldezel te fungeren. 240 respondenten zagen hoe vermoedelijke slachtoffers op scholen zijn geronseld, waarbij 15 keer zelfs op de basisschool. 148 keer waren er vermoedens van ronsel- of wervingspraktijken bij zorginstellingen.
Door voorlichting te geven op scholen probeert Peter jongeren te behoeden voor de fouten die hij heeft gemaakt. Want spijt heeft hij van zijn daden. "Ik heb schuld aan de jongens die voor mij zijn gaan werken en wiens leven ik naar de gallemiezen heb geholpen. Misschien waren ze wel goed op school, dat heb ik dan verpest voor ze."
Kwetsbare positie
Wanneer is iemand slachtoffer, en wanneer word je dader? Peter heeft beide kanten meegemaakt, maar moest altijd beducht zijn voor de criminele organisatie boven hem. "De scheidslijn is dun", zegt Shamir Ceuleers. "Iedereen begrijpt dat als je een pistool op je hoofd gericht krijgt, je dingen gaat doen die strafbaar zijn. Maar in dit geval wordt gebruik gemaakt van iemands kwetsbare positie. Ook dat is dwang."
Het CKM pleit ervoor dat Nederland meer doet om slachtoffers in bescherming te nemen, zodat die ook durven te verklaren tegen daders. Ook moet criminele uitbuiting meer prioriteit krijgen. Volgens het CKM kan Nederland leren van het Verenigd Koninkrijk. Daar slaan scholen, jongerenwerkers en strafrechtelijke organisaties de handen ineen om gevallen te signaleren en jongeren te behoeden voor een leven in de criminaliteit.