Marthe brak met haar moeder door complottheorie, maar herenigde uit liefde: 'We denken te veel in wij-zij'
Marthe Walter (31) grapte altijd: "Mijn moeder zit in de ondernemingsraad van mijn leven." Ze waren heel close, Marthe vroeg haar vaak om advies. Tot de pandemie kwam en haar moeder met haar mening 'een andere afslag in sloeg' dan Marthe. "Ik associeerde alles wat er over wappies werd gezegd, met mijn moeder. En mijn moeder zag mij als 'een van die meelopende schapen'." Ze raakten elkaar kwijt, hadden geen contact, maar vonden elkaar tóch weer.
Drie maanden lang werd Marthe Walter (31) nagenoeg elke nacht om 4 uur 's nachts wakker. De eerste keer dacht ze:
Ik blijf gewoon liggen, ik vertik het om nu aan het werk te gaan.
De tweede keer dacht ze:
Ik blijf nog steeds gewoon stug liggen.
De derde keer schoof ze, met lichte tegenzin, uit bed, knipte ze haar bureaulampje aan, klapte ze haar laptop open en begon ze met schrijven. "Het verhaal diende zich aan, het maakt me wakker. Ik kon het niet meer negeren."
Dat verhaal gaat over Trudy, haar moeder. Haar lieve, leuke, warme, excentrieke, creatieve moeder. Haar steun en toeverlaat. Haar grapjesmaker. Haar vraagbaak. Luisterend oor. De moeder die haar, eerst als verpleegkundige, daarna als manager in de zorg, en coupeuse, leerde om zelfstandig te zijn. Hard te werken. De moeder over wie haar vriendinnen altijd zeiden: 'Ik ga gauw weer bij haar op de koffie, zo'n leuk mens.' Ze voorzag Marthe altijd van advies, Marthe kon haar altijd bellen als er wat was – iets stoms, iets leuks, iets geks, iets groots. "Ik grapte weleens dat mijn moeder in de ondernemingsraad van mijn leven zat."
Beetje bij beetje
En toen kwam er een pandemie. De pandemie waar iedereen vol van was, een mening over had. En toen raakt Marthe, beetje bij beetje bij beetje, haar moeder kwijt.
"Mijn moeder en ik waren niet alleen close als moeder en dochter, maar werkten ook samen", vertelt Marthe in een café in Breda. "We hadden een podcast, Even aan mijn moeder vragen, waarin we mensen die hun moeder waren verloren, interviewden over wat ze hun moeder nog hadden willen vragen. Daar kwamen altijd zulke mooie, maar verdrietige verhalen uit."
Moeder en dochter begonnen de podcast omdat Trudy zelf een tijdje kantje-boord had gelegen in het ziekenhuis, in 2019. Een darmknoop was de oorzaak, Marthe dacht alleen maar: ik kan niet zonder haar, ik kan niet zonder haar. "Toen ze weer beter was, en ik al die verhalen in onze podcast hoorde over overleden moeders, voelde ik me extreem dankbaar – op het nederige af. Ik héb haar nog. Ik kan met haar bellen, lachen, kletsen. Werken, zelfs."
Steeds extremer
Maar die samenwerking was ook de reden dat dingen tijdens de covid-pandemie 'steeds ongemakkelijker' werden. "Ze ging kritische berichten op Facebook delen over hoe de overheid handelde tijdens de pandemie. Eerst een keer per week, maar het werden er steeds meer." Een tijd dacht Marthe: prima, mam, je mag je eigen mening hebben. Maar toen Trudy de berichten ook op LinkedIn plaatste én de berichten extremer werden – van het ontkennen van de pandemie tot het wantrouwen van elk aangeboden vaccin – vroeg Marthe haar moeder: wil je dat niet meer doen?
"De pandemie noemde ze een plándemie: het was een manier van de overheid om controle over ons uit te oefenen. Dat verkondigde ze dan, en onze podcastluisteraars volgden ons via LinkedIn. We plaatsten daar ook nieuwe afleveringen op. Ik merkte dat ik schaamte begon te voelen. Ik wilde niet met haar denkbeelden geassocieerd worden."
Er ontstond tijdens de pandemie een term, in de media, op Facebook, op Instagram, 'wappie'. "Die term gebruikten we voor mijn moeder, en zij grapte dan terug: 'Ik ben geen wappie, maar een snappie'. Maar het werd grimmiger. De berichten die ze plaatste, maar ook: de discussies die ze met haar kinderen voerde. We begrépen elkaar niet meer. En we hebben geleerd dingen niet voor lief te nemen, kritische vragen te stellen, maar mijn moeder ging – in de ogen van mij, mijn zus en mijn broer – te ver. Niet alleen in haar mening over de pandemie. Ze belandde, vinden wij, zij ontkent het, in een fuik. Haar mening werd gevoed door algoritmes, en het was geen mening meer waar wij ons in konden vinden."
'De wolken zijn de wolken niet'
Om een voorbeeld te noemen: de condensstrepen die vliegtuigen achter zich laten in de lucht, die zouden volgens haar moeder chemicaliën bevatten waarmee de overheid mensen vergiftigt en het klimaat reguleert. "Dat is een complottheorie. En zo waren er tal van voorbeelden. We hadden een compleet andere waarheid." Gaandeweg besloot haar moeder zichzelf autonoom te verklaren: ze betaalt nog wel belasting, maar gelooft niet meer in de Nederlandse staat, stemt niet meer en wantrouwt de overheid.
Het botste. Steeds vaker. Steeds harder. Tot Marthe door haar moeder geblokkeerd werd op WhatsApp – en Marthe hetzelfde bij haar moeder deed. "Ik was eerst heel verdrietig, en ik voelde ook weer: halló, we interviewen dóchters met dóde moeders, en dan gaan wij terwijl zij nog leeft, geen contact meer hebben? Het was rauwe pijn. Alsof iemand een glas water in mijn gezicht plempte. Het duurde een milliseconde. Daarna ging er iets om bij mij" – ze knipt in haar vingers – "en voelde ik alleen maar woede."
Het voelde, zo blikt ze terug, alsof haar moeder uit haar 'team' was gestapt. "Als je hetzelfde denkt als een familielid, of een vriend, dan werkt dat verbindend. Je zit in dezelfde flow. Maar mijn moeder had ergens een totáál andere afslag genomen dan haar kinderen. Terwijl je moeder…" Ze is even stil. Slok cappuccino. Dan: "Je moeder is de eerste relatie die je hebt, de eerste persoon die je leert kennen."
Tien maanden was er geen contact. In die tien maanden gebeurde er veel in Marthes leven – ze kocht haar eerste huis in Etten-Leur met haar vriend. "Net na de verhuizing werd ik wakker in mijn nieuwe huis, en dacht ik: mijn moeder weet dus nu niet eens waar ik woon."
In therapie
In diezelfde tijd ging Marthe in therapie. Om te leren omgaan met de situatie, met het verdriet om haar moeder. "Ik leerde daar veel. Onder andere door áchter die radicale mening van mijn moeder te kijken. Oké, ze wilde niet dat wij ons lieten vaccineren, ze gaf vaccinaties de schuld van de hevige longproblemen waarmee mijn zus kampte… Maar daaráchter zat niets kwaads. Daaráchter zat liefde voor haar kinderen, en de angst om ons te verliezen."
Mildheid. Dat kwam langzaam, 'heel langzaam hoor', grijnst ze, in de plek voor de boosheid. "Op een gegeven moment zag ik in: ik ga mijn moeder niet overtuigen. Net zoals ze mij niet gaat overtuigen. Maar we kunnen elkaar wel volledig laten zijn wie we zijn."
Er kwam weer mondjesmaat contact, een keertje koffie, appen, bellen, voorzichtig – het niet te veel over politiek hebben, naarstig zoeken naar de overeenkomsten, en die dan ook vínden.
Zoals, in een gesprek waarin Marthe begon over dat het een bewolkte dag was, en Trudy antwoordde dat de 'wolken de wolken niet zijn'. "Vroeger was zij degene de me had uitgelegd dat die witte dingen daar, in de lucht, wolken waren. Als kind leer je van je ouders hoe de wereld in elkaar zit, nu begon ze over chemtrails, die de overheid boven ons loslaat. Maar goed, toen begon ik over de zon die soms toch tussen die 'witte dingen in de lucht' door scheen. Mijn moeder zag hem ook. Dat was de overeenkomst. We zien allebei de zon nog wel."
Het lukte Marthe en haar moeder, 'daar hebben we allebei hard voor moeten werken, ons ego voor aan de kant moeten zetten', elkaar weer te vinden na die tien maanden lange radiostilte. Sterker nog: ze zou nu wel durven zeggen dat hun band beter, of in elk geval: gezonder is. Ze praten niet over politiek, maar over werk, boeken die ze hebben gelezen. Ze gaan samen naar de sauna, maken samen kleding.
"Onze relatie was, voor die hele pandemie, op het symbiotische af. Dat er nu iets meer afstand is, is misschien wel goed. Ik ging richting de dertig toen dit alles gebeurde: een nieuwe, autonomere fase in je leven."
Marthe en Trudy vinden allebei: er is iets moois gegroeid uit iets lelijks. "Maar ik weet ook dat veel meer families uit elkaar zijn gedonderd door die pandemie. En niet iedereen lukte wat mijn moeder en mij wel lukte. Polarisatie is iets groots in Nederland. En polarisatiepijn komt in de beste families voor."
Ze bedacht die term, polarisatiepijn, zelf, in haar poging om woorden te geven aan wat ze had meegemaakt met haar moeder. En ze zocht naar nog meer woorden. Uiteindelijk schreef ze voor de Joost Zwagerman-essaywedstrijd een essay over haar polarisatiepijn, die ze uiteindelijk niet in durfde te leveren. "Het voelde te naakt. Te kwetsbaar." Ze stuurde de tekst wél naar de redacteur van haar uitgeverij, met wie ze al jarenlang samenwerkt. Die zei: "Het is prachtig, je moet hier een boek over schrijven." Waarop Marthe had gezegd: "Maar ik schrijf managementboeken. Geen non-fictie."
Marthes moeder vertelt:
De moeder van Marthe wil RTL Nieuws niet telefonisch of in real life te woord staan. Ze heeft wel met haar dochter afgesproken dat ze schriftelijk vragen wil beantwoorden.
Maar toch: het kwam er. Het boek: Ik wil gewoon mijn moeder terug, met als ondertitel: Hoe we elkaar kwijtraakten door polarisatie.
Marthes polarisatiepijn voelde als een zware koffer, die ze in haar eentje droeg. Maar door het te laten lezen aan haar redacteur, en nog een goede, immer eerlijke vriendin, ervoer ze: hij werd lichter. Zo licht, dat ze hem durfde uit te pakken, en er dus over durfde te gaan schrijven – op de meest ongebruikelijke tijdstippen.
"Ik heb het eerst met mijn moeder besproken. Als zij niet akkoord zou gaan, zou ik het niet schrijven. Maar ze zei, zo mooi: 'Je hoeft mijn toestemming niet te vragen, maar je krijgt wel mijn zegen'. Dat vond ik zó knap, dat ze mij die ruimte gaf."
Wij en zij
In haar drie schrijfmaanden ervoer Marthe vooral: verbinding. Ze las haar moeder de hoofdstukken voor, en voelde zich steeds meer als een helikopter. Die boven alles vloog. "Ik leerde mijn moeder weer als moeder zien. Want dat is het grote probleem met polarisatie: we denken in groepen. In 'wij', 'zij'. Ik associeerde alles wat er over wappies werd gezegd, met mijn moeder. En mijn moeder zag mij als 'een van die meelopende schapen die braaf naar de overheid luisterden'. Maar mijn moeder was niet altijd 'die groep'. Ze was ook gewoon: mijn moeder, die nog steeds, ook al hebben we een andere mening, belt of ik veilig ben thuisgekomen, die voor me kookt als ik het te druk heb en vraagt of ik wel gezond eet."
Marthe vindt haar moeder moedig – 'what's in a word', glimlacht ze. "Ik weet niet of ik het oké had gevonden als zíj een boek had geschreven over onze situatie." Ze maakten zich, toen het boek in de winkels belandde, op voor haatreacties. Vooral Marthe kreeg er veel, vooral online, ze zou haar moeder hebben zwartgemaakt, 'maar dat waren vooral de mensen die net zoals mijn moeder dachten, én het boek niet hadden gelezen'. Soms reageerde ze, vond ze het belangrijk om te zeggen: 'Mijn moeder heeft het hele boek gelezen en gaf haar goedkeuring, hoor', waarna sommige reageerders zelfs hun excuus aanboden – en public, online, voor iedereen zichtbaar.
"Dat vond ik zo mooi, want dat was precies wat ik wilde bereiken. Een gesprek."
In elkaars schoenen
Ze leerde er veel van, ook, of juist, toen het boek af was. "Ik had een boekpresentatie, mijn moeder wilde speechen, en weet nog dat ik zó nerveus was: wat zou ze gaan zeggen. Het was een heel lief en leuk praatje, maar aan het einde zei ze iets van: Ik wilde gewoon mijn kinderen terug. En toen was ik weer boos. Ze draaide het óm. Terwijl wíj onze moeder kwijt waren omdat zíj steeds extremere meningen kreeg."
Een week lang trok Marthe zich terug. Weer boos. Maar in plaats van boos naar haar moeder te gaan, ging ze met haar boosheid naar haar therapeut. Die zei: 'Maar kun je je vóórstellen dat je moeder het wel zo heeft ervaren? Terwijl jullie vonden dat zíj weg was, kwijt was, ervoer zij het andersom: zij was jullie ook kwijt.'
Het was, zo zegt Marthe nu, een eye opener. Dat mensen die elkaar dreigen kwijt te raken omdat ze anders denken, moeten blijven proberen in elkaars schoenen te gaan staan. Om overeenkomsten te vinden. Om samen verder te kijken dan de wolken – en die zon dan dus te zien.
'Relatie is nu beter'
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar diegene bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.
Je hebt niet alle cookies geaccepteerd. Om deze content te bekijken moet je deaanpassen.