Steeds meer migranten kiezen voor zeeroute naar Canarische Eilanden: 'Gevaarlijker dan naar Italië'
Steeds meer migranten kiezen ervoor om Europa te bereiken via de Canarische Eilanden. Door migratiedeals en andere omstandigheden zijn de routes via Italië en Griekenland een stuk minder aantrekkelijk en dus zijn de Canarische Eilanden, die bij Spanje horen, een van de weinige opties die overblijven. De Spaanse premier Pedro Sánchez lijkt daar ook de positieve kanten van in te zien.
Migratie, in veel Europese landen is het één van de belangrijkste thema's tijdens debatten of voor verkiezingen. In Nederland bijvoorbeeld, toen we gingen stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Veel partijen willen dat het aantal migranten wordt teruggedrongen. Zo denken verschillende partijen in landen als Frankrijk, Duitsland en Italië er ook over.
Turkije- en Tunesiëdeal
In de afgelopen jaren deden meerdere Europese regeringsleiders een poging om migratiedeals te sluiten met landen aan de randen van de Europese Unie. De Turkijedeal bijvoorbeeld. Turkije hield in ruil voor geld migranten tegen aan de grens. Oud-premier Mark Rutte en de Italiaanse premier Giorgia Meloni sloten een soortgelijke deal met het Noord-Afrikaanse land Tunesië.
Gevolg daarvan is dat een andere route nu aan populariteit wint: de route van West-Afrika naar de Canarische Eilanden. Het gaat om migranten die in Mauritanië, Senegal en Gambia op een bootje stappen.
In de eerste zeven maanden van dit jaar deden meer dan 20.000 migranten dat, een stijging van 154 procent ten opzichte van de eerste zeven maanden vorig jaar. Dat blijkt uit cijfers van Frontex. Ter vergelijking: in Italië was er een daling van 64 procent.
Zo ziet de route via Spanje eruit:
"De route is veel gevaarlijker dan die naar Italië", zegt Spanje-correspondent Richard Hogenkamp. "Ten eerste ben je langer onderweg. Daarnaast moeten migranten reizen via een oceaan in plaats van een zee. Die is veel onvoorspelbaarder qua stroming en qua weer. Het gebeurt regelmatig dat een bootje omslaat en migranten omkomen tijdens hun poging de Canarische Eilanden te bereiken."
Familieleden helpen met overtocht
Veel van de migranten komen dus uit landen in West-Afrika. "Achter de overtocht zit een hele organisatie", zegt Afrika-correspondent Sophie van Leeuwen. "Veel mensen hebben familie die al in Europa zit. In Parijs bijvoorbeeld of in Amsterdam. Familieleden sturen geld voor de overtocht van Afrika naar Europa. Als het jou is gelukt, dan ga je zorgen dat het jouw familie ook lukt."
"In landen als Mauritanië en Senegal is weinig werk en de jeugdwerkloosheid is gigantisch. Mensen hebben het er steeds moeilijker door inflatie. Afrikaanse families zijn groot en van het oudste kind wordt verwacht dat hij of zij voor het gezin zorgt. Als je elke maand 500 euro naar huis kunt sturen, is dat een hele hoop", zegt Van Leeuwen.
Terreur in West-Afrika
"Ook is er veel onrust. In Mali is bijvoorbeeld veel terreur. Je hebt in de regio allerlei jihadistische rebellengroepen. Jongeren hebben de keuze om of mee te doen en de wapens op te pakken of weg te gaan. Dat geldt ook voor Burkina Faso. Dat land is volgens onderzoek het meest 'terroristische' land ter wereld. Vorig jaar kwamen er bijna 2000 mensen om als gevolg van terreur."
Dus willen mensen weg. Spanje als aankomstland is dan een aantrekkelijke keuze. "Als migranten op de Canarische Eilanden aankomen, worden de meerderjarigen op vliegtuigen naar het Spaanse vasteland gezet", zegt correspondent Richard Hogenkamp.
Geen overlast
"Vanuit daar worden ze overgebracht naar kazernes of hotels die meestal buiten een stad of dorp liggen. Daardoor is er weinig overlast en lijkt het alsof alles onder controle is. Qua huisvesting is het niet per se heel fijn, maar alles is beter ten opzichte van de plek waar ze vandaan komen."
"Wat ook helpt, is dat Spanje een linkse regering heeft. Het terugstuurpercentage is laag. Premier Sánchez is erg positief over migratie. Zo is hij nu op bezoek in Mauritanië, Gambia en Senegal. Je zou misschien denken dat hij daar is om afspraken te maken over het terugdringen van migratie, maar in plaats daarvan heeft hij gezegd dat 'migratie essentieel is voor een vergrijzende maatschappij zoals Spanje'."
Ook zou hij hebben afgesproken om mensen in de Afrikaanse landen Spaanse taallessen te geven. En de minister van Migratie, die Sánchez vergezelde, liet weten dat Spanje tot 2050 tussen de 200.000 en 250.000 arbeidsmigranten nodig heeft om de verzorgingsstaat in stand te houden.
Sánchez zou daarover een deal hebben gesloten met de drie landen die hij heeft bezocht. Hij oppert om elk jaar 10.000 mensen een werkvergunning te geven voor sectoren waar tekorten zijn. De voorwaarde daarbij is wel dat Gambia, Senegal en Mauritanië meewerken aan het terugnemen van illegale migranten. Maar hoe het plan er precies uit zal komen te zien, is onduidelijk.
Verschil tussen Afrikanen en Latijns-Amerikanen
Of Spanjaarden daar blij mee zouden zijn, is nog maar de vraag. "Het hangt ervan af uit welk land de migranten komen. Spanje heeft van oudsher veel migranten uit Latijns-Amerikaanse landen die in bijvoorbeeld de bouw, de schoonmaak en de horeca werken. Veel Spanjaarden vinden dat prima. Ze voelen een culturele verbondenheid met Latijns-Amerika en ze spreken dezelfde taal", zegt correspondent Hogenkamp.
"Maar mensen uit Afrika, dat is een ander verhaal. Historisch gezien heeft Spanje daar weinig mee. Veel van de landen zijn voormalige Franse of Britse koloniën en de mensen spreken dan ook vaak Frans of Engels. De integratie is een stuk lastiger en daardoor is er meer discussie over onder de Spaanse bevolking."