Tijd om klokken te verzetten: wintertijd is ingegaan
De wintertijd is weer ingegaan. In de nacht van zaterdag op zondag is om 03.00 uur de klok teruggezet naar 02.00 uur. Daarmee is het weer de standaardtijd. Vanaf nu is het 's ochtends eerder licht en moeten 's avonds de lampen eerder aan.
Het verzetten van de klok is ooit bedacht om meer gebruik te kunnen maken van het daglicht. De gedachte was dat op deze manier energie zou kunnen worden bespaard. Toch wordt dat al langer in twijfel getrokken en zijn er ook mensen die beweren last te hebben van het verzetten van de klok. Zij geven aan dat het hun biologisch ritme zou verstoren.
De afgelopen jaren is er regelmatig gesproken over het stoppen van het verzetten van de klok ieder half jaar. En voorlopig zonder resultaat. In 2019 bedacht de Europese Unie een plan om voorgoed een einde te maken aan het verzetten van de klok.
Slaapproblemen
Nadat in 2018 4,6 miljoen Europese inwoners hun mening hadden gegeven over de kwestie, was het antwoord vrij duidelijk. 84 procent van de mensen wilde dat het verzetten van de klok zou stoppen. Mensen gaven aan slaapproblemen te ervaren wanneer de klok werd verzet.
Sinds 2019 ligt het min of meer stil. De nationale regeringen konden het onderling niet eens worden of het nou standaard zomer- of wintertijd moest worden. En dus verzetten we dit jaar opnieuw de klok. Wanneer er een definitief besluit wordt genomen is nog niet bekend.
Standaardtijd
In Nederland kennen we sinds 1916 de zomertijd, al werden daarna verschillende regels gehanteerd. Van 1946 tot en met 1976 was er zelfs een periode geen zomertijd. Sinds 1996 gaat de zomertijd in het laatste weekend van maart in en gaan we in het laatste weekeinde van oktober weer terug naar de standaardtijd. De wintertijd is eigenlijk de 'normale' tijd.
Voor mensen die het verzetten van winter- naar zomertijd verwarrend vinden, het ezelsbruggetje luidt: vóórjaar - klok vóóruit. In het laatste weekend van maart gaat de zomertijd weer in.