Israël saboteert door Nederland gesubsidieerde hulpprojecten
Israëlische kolonisten en militairen molesteerden en saboteerden de afgelopen jaren tientallen hulpprojecten op de Westelijke Jordaanoever die waren betaald door Nederland. Het gaat hier bijvoorbeeld om het weghalen van zonnepanelen, slopen van waterreservoirs of het in beslag nemen van werkmachines. Honderdduizenden euro's aan ontwikkelingsfinanciering zijn erdoor verdwenen. Waarom doet Israël dit en wat kan Nederland ertegen doen?
Investico, Trouw en De Groene Amsterdammer ontdekten via een Woo-verzoek dat sinds 2017 zeker 59 keer een ontwikkelingsproject, dat (deels) financieel gesteund werd door Nederland, gesloopt, vernield of gesaboteerd is door Israël.
In het artikel staan verschillende voorbeelden: de inbeslagname van 96 zonnepanelen die waren geschonken aan een Palestijns dorp dat niet was aangesloten op het elektriciteitsnet; innemen van twee grondwerkmachines voor het aanleggen van een weg; en de vernieling van een waterreservoir van een bedoeïenendorp.
Bouwvergunning
Israël zegt dit te doen omdat het de projecten als illegaal beschouwt. Delen van de Westelijke Jordaanoever staan sinds de Oslo-akkoorden van 1993 onder controle van Israël. Wie daar wil bouwen, heeft een Israëlische bouwvergunning nodig.
"Die wordt zelden tot nooit gegeven aan Palestijnen", zegt Peter Malcontent, expert in het Israëlisch-Palestijnse conflict van de Universiteit Utrecht. "Israël probeert op alle mogelijke manieren de Palestijnen klein te houden en hun autonomie zo min mogelijk te laten voorstellen." Het gevolg: de projecten worden teruggedraaid, of op last van een dwangsom gestaakt.
Uit de geopenbaarde documenten blijkt dat Nederland sinds 2017 zeker 275.000 euro heeft bijgedragen aan projecten die gesloopt, vernield of gesaboteerd zijn. In sommige gevallen volgde een procedure om dit geld bij Israël terug te vorderen, in een derde van de incidenten riep het ministerie van Buitenlandse Zaken Israël niet ter verantwoording. Compensatie voor geleden schade ontving het ministerie echter nooit van Israël.
Moeilijk te doorbreken
Het zorgt ervoor dat op de Westelijke Jordaanoever de volgende situatie is ontstaan: Nederland - en andere Europese landen - geven geld uit voor hulpprojecten, Israël doet dat vervolgens te niet. Een impasse die moeilijk te doorbreken is, benadrukt Malcontent.
"Israël doet dit al sinds de jaren negentig. In Nederland willen we iets doen voor de Palestijnen, maar we willen ook Israël te vriend houden. Vaak vindt er achter de schermen nog wel een kleine berisping plaats richting Israël, maar een openlijke afkeuring volgt zelden. Israël weet dat die echte consequenties uitblijven en kan daardoor hiermee doorgaan."
Die houding zorgt er ook voor dat Nederland geen compensatiegeld ziet uit Israël, zegt de Belgische Midden-Oostenexpert Koert Debeuf, van de Vrije Universiteit Brussel. "Israël kan erg veel maken", vertelt hij. "Als je nooit een verkeersboete krijgt voor te hard rijden, waarom zou je dan je snelheid aanpassen?"
Dat terwijl Nederland en andere Europese landen in theorie helemaal niet tandeloos zijn, meent Malcontent. "De Europese buitenlandcommissaris heeft vandaag een idee gelanceerd: de politieke dialoog met Israël stoppen." Maar voor een dergelijke maatregel is steun van alle 27 EU-lidstaten nodig.
"Die gaat er niet komen, want je ziet dat onze minister van buitenlandse zaken direct al laat weten er niets in te zien." Ook zou volgens Malcontent het associatieverdrag tussen de EU en Israël opgezegd kunnen worden. "Dat zou Israël economisch hard raken, want het gros van hun export gaat naar Europa. Maar om dezelfde reden acht ik dat al even onwaarschijnlijk."
'Anne Franktrauma'
Dat strenge maatregelen hoogst onwaarschijnlijk zijn, beaamt Debeuf, die vijf jaar lang directe adviseur was van de Belgische minister-president. "Nederland is binnen Europa een van de landen met de sterkste banden met Israël", vertelt hij. "Nederland is veel meer emotioneel verbonden met Israël dan België bijvoorbeeld. Dat is toch, wat ik noem, het Anne Franktrauma. Het gevoel dat er veel meer gedaan had moeten worden om het leed uit de Tweede Wereldoorlog te voorkomen. Nederland zal Israël nooit laten vallen, en Israël weet dat."
Het roept de vraag op waarom Nederland en andere Europese landen überhaupt nog honderdduizenden euro's belastinggeld uitgeven aan projecten waarvan al vrijwel zeker vaststaat dat er geen vergunning voor komt, en dus zal worden tegengewerkt.
'Vrij cynische constructie'
"De Nederlandse regering lijdt gezichtsverlies als ze het niet zouden doen", zegt Malcontent. "Officieel is Nederland voor een tweestatenoplossing. Maar zowel binnenlands als in het buitenland kan de regering dat standpunt niet uitleggen als ze helemaal niets voor de Palestijnen doen. Daarom doen we dit maar. Het is een vrij cynische constructie. Ik vind het non-beleid."
Nederland is niet het enige land dat zich in een dergelijke spagaat bevindt, zegt Debeuf. "De Palestijnen zijn voor vrijwel alles afhankelijk voor hulp van buitenaf. Veel Europese landen voelen zich moreel verplicht die hulp te leveren. Tegelijkertijd staan ze op politiek vlak achter Israël, die die hulp eigenlijk helemaal niet kan waarderen."