Veel minder bijen in tweede Nationale Bijentelling: Verlengd tot en met 19 april
Er zijn veel minder bijen geteld in de tweede Nationale Bijentelling die dit weekeinde plaatsvond. Vorig jaar werden er nog ruim 30.000 bijen geteld. Dit jaar waren het er slechts 19.000.
Het koude weer heeft hierbij een grote rol gespeeld. Vorig jaar was het met zo'n 20 graden stukken warmer, stelt de organisatie Nederland Zoemt. Daarom lieten zich vooral bijen zien die wel tegen koude kunnen.
Op zaterdag werden er bijvoorbeeld opvallend veel hommels geteld. "Hommels zijn dichtbehaard en hebben een uniek fysiek voordeel ten opzichte van andere bijen. Ze kunnen zichzelf opwarmen met de vliegspieren in hun borst, voordat ze een vlucht maken naar een plant of bloem", zei ecoloog Koos Biesmeijer.
Honingbij
De gehouden honingbij werd dit weekeinde het meest geteld. De wilde aardhommel staat op de tweede plaats, gevolgd door de rosse metselbij die de derde plaats inneemt.
"Deze bij voelt zich thuis in de stedelijke omgeving en profiteert van de vele bijenhotels, die overal in tuinen en bij huizen te vinden zijn", aldus Biesmeijer.
Verlenging
Zo'n 2600 mensen trokken naar buiten om bijen te tellen. Dorien Ackerman van Nederland Zoemt vond het 'fantastisch' dat zoveel zijn gaan tellen. "Het laat zien hoe betrokken mensen zijn bij het welzijn van de bij en de natuur."
Omdat zaterdag veel soorten het wegens de kou lieten afweten, is besloten de telling te verlengen tot en met 19 april. Volgens Nederland Zoemt moet zo’n 5 jaar achter elkaar worden geteld, om trends in bijenpopulaties van tuinen helder te krijgen en invloeden zoals het weer uit te kunnen sluiten.
Voedselvoorziening
Wilde bijen zijn belangrijk voor onze voedselvoorziening: 80 procent van onze eetbare gewassen wordt bestoven door bijen en andere insecten. Daarnaast zijn bijen voedsel voor vogels en zorgen ze ook voor de voortplanting van wilde planten.