Rotterdam, Utrecht en Arnhem pakken straatintimidatie aan met boa's
Mensen op straat naroepen, achtervolgen of ronduit lastigvallen, het zijn allemaal voorbeelden van straatintimidatie die per vandaag verboden zijn. Maar hoe handhaaf je hierop? Rotterdam, Utrecht en Arnhem starten een proef om straatintimidatie actief aan te pakken.
Verschillende onderzoeken hebben de afgelopen jaren laten zien dat er nog steeds vaak sprake is van straatintimidatie in de grote Nederlandse gemeentes. Nu hebben Rotterdam, Utrecht en Arnhem boa’s speciaal opgeleid om de intimidatie undercover op te sporen en ertegen op te treden. Dat doen ze vooral op plaatsen die daarvoor berucht zijn.
"Natuurlijk wordt handhaven een hele uitdaging", weet wethouder Vincent Karremans (handhaving) van Rotterdam. "Het gaat immers vaak om subtiele uitingen en gedragingen die in een split-second plaatsvinden en die moeten op heterdaad worden waargenomen."
Rotterdam heeft een voortrekkersrol genomen in de strijd tegen straatintimidatie. De gemeente nam eerder al een bepaling in de Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) op om straatintimidatie tegen te gaan. Daarin staat dat het verboden is om op straat of op een publieke plek anderen uit te jouwen of met aanstootgevende taal, gebaren of geluiden vrouwen lastig te vallen.
Sinds 2018 kan straatintimidatie in Rotterdam al worden beboet met 190 euro, afhankelijk van de zwaarte van de intimidatie. Datzelfde jaar werd er voor het eerst iemand strafrechtelijk vervolgd voor straatintimidatie.
De inzet van undercover-boa's is echter nieuw. Eerder verbood de rechter dit, omdat er geen wettelijke grond voor was. Nu straatintimidatie officieel strafbaar is gesteld, komt daar verandering in.