Reacties COA en IND op kritiek opvang lhbtiq+-asielzoekers
Hulpverlener Sandro Kortekaas zet zich dag en nacht in voor het beschermen van asielzoekers uit de lhbtiq+-gemeenschap. In het zondaginterview met hem van zondag 7 juli uitte hij kritiek op de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Hieronder zijn hun volledige reacties te lezen.
Het interview met Sandro Kortekaas kun je hier lezen.
In het kort komt zijn kritiek op de IND hierop neer: hij vindt dat de IND deze asielzoekers te vaak (ten onrechte) niet gelooft wanneer zij claimen queer te zijn. Het gevolg daarvan is volgens hem dat 1) hun aanvraag in veel gevallen (ten onrechte) afgewezen wordt en dat 2) zij in de opvang onvoldoende beschermd worden tegen geweld en intimidatie, omdat ze niet apart worden gehouden van de 'reguliere' groepen.
Reactie IND:
De IND verwijst naar de informatiepagina over genderidentiteit als asielmotief van de dienst, en voegt desgevraagd toe:
"Iedereen die in Nederland asiel aanvraagt krijgt een of meerdere persoonlijke gesprekken met de IND. Daarin kan naar voren komen dat iemand vreest voor vervolging vanwege seksuele geaardheid. Het is de rol van de IND om te onderzoeken of de seksuele gerichtheid geloofwaardig is, en of het aannemelijk is dat iemand om die reden vervolgd wordt in het land van herkomst. Want het komt ook voor dat een asielzoeker dit motief enkel gebruikt om een verblijfsvergunning te krijgen.
"Het is niet eenvoudig om antwoord te geven op de vraag wanneer seksuele gerichtheid geloofwaardig is. In de beoordeling houden we er rekening mee dat het niet mogelijk is om met sluitend bewijs aan te tonen dat iemand lhbti is. De IND vraagt nooit naar details over het seksleven van een asielzoeker. Ook voeren we geen medische tests uit, of psychologisch onderzoek. We stellen open vragen, want het is belangrijk om inzicht te krijgen in het oprechte en persoonlijke verhaal. We gaan daarbij in op de problemen die de asielzoeker zegt te hebben ondervonden in zijn land van herkomst. En we bespreken hoe de asielzoeker in het verleden en op dit moment invulling heeft gegeven aan zijn seksuele gerichtheid. Daarbij houden we er rekening mee dat het niet makkelijk is om hierover te praten.
"Medewerkers van de IND die deze gesprekken voeren zijn hierop getraind, en worden ondersteund met een uitgebreide werkinstructie. Daarnaast zijn op alle IND locatie lhbti-coördinatoren aanwezig. In elke zaak waarin een lhbti-motief speelt, wordt een lhbti-coördinator geraadpleegd voordat er een beslissing wordt genomen. Uiteindelijk wordt op basis van een integrale geloofswaardigheidsbeoordeling de beslissing genomen."
De kritiek van Kortekaas op het COA komt hierop neer: hij zegt dat lhbtiq+-asielzoekers in aanmeldcentrum Ter Apel en andere centra onvoldoende worden beschermd tegen geweld en intimidatie. Zij worden volgens hem vaak tussen de reguliere groepen geplaatst, waar ze kwetsbaar zijn.
Reactie COA:
"Helaas herkennen we dat er nog steeds lhbtiq+ gerelateerde incidenten en discriminatie plaatsvinden binnen de opvang. Elke COA-medewerker wordt getraind om spanningsvolle situaties in te schatten, te de-escaleren en daar waar nodig de juiste begrenzende maatregelen te nemen. Bij (het vermoeden van) strafbare feiten wordt de politie ingeschakeld en wordt betrokkene geadviseerd melding te maken, eventueel gevolgd door aangifte. Het COA kan indien nodig hierbij ondersteunen.
"Daarnaast zet het COA specifiek dingen in om de veiligheid en het welzijn van lhbtiq+ te vergroten. Zo streven we ernaar om op elke COA-locatie minstens één contactpersoon lhbtiq+ te hebben. Deze contactpersoon heeft extra kennis over en affiniteit met het thema en ondersteunt collega’s op locatie hierbij. Belangrijke taken zijn: 1. het adviseren van collega’s, 2. het informeren van collega’s over lhbtiq+ gerelateerde onderwerpen en 3. het samenwerken met externe organisaties in de omgeving en eventueel doorverwijzen van bewoners naar deze organisaties. Het COA biedt in samenwerking met COC Nederland trainingen aan voor contactpersonen lhbtiq+, als vervolgtraining op de basistraining lhbtiq+ van het COC voor alle medewerkers in de uitvoering.
"Het informeren en voorlichten van bewoners over artikel 1 is een belangrijk onderdeel van onze begeleiding. Zo komt artikel 1 aan bod in het rechten- en plichtengesprek dat alle bewoners krijgen en is het onderdeel van de COA-huisregels. Bewustwording op locatie over het lhbtiq+ thema vinden we als COA belangrijk. Zo organiseren sommige locaties structureel een lhbtiq+ café, hijsen locaties de progressvlag en organiseerden verschillende locaties activiteiten op de internationale dag tegen Homo- Bi en Transfobie (IDAHOBIT).
"Het COA heeft geen landelijk beleid voor het categoraal opvangen van lhbtiq+-vluchtelingen. Wel wordt er vaak met aandacht voor de specifieke behoeften van lhbtiq+-bewoners gekeken en leidt dit op diverse locaties tot het samenplaatsen van bewoners die zich hiermee identificeren. Door de hoge bezettingsgraat van de COA-locaties is er helaas minder ruimte om altijd aan deze behoeften te voldoen."