Zorgen onder oogartsen over explosie bijziendheid: 'Probleem veel groter dan gedacht'

Oogartsen maken zich zorgen over toenemende bijziendheid bij kinderen. Wereldwijd kampt één op de drie kinderen ermee, blijkt uit nieuw onderzoek. In Nederland gaat het zelfs om één op de twee kinderen, zeggen artsen. "Dit is erg zorgelijk."
Steeds meer kinderen hebben moeite met lezen op afstand. Ze moeten dicht bij het scherm van de tv of computer zitten of hun ogen dicht bij hun telefoon houden om te kunnen lezen. Het zijn symptomen van bijziendheid waar artsen voor waarschuwen. Volgens nieuw internationaal onderzoek kampt 23 procent van de kinderen in Nederland met bijziendheid.
Onderschatting
"Een enorme onderschatting van het probleem", noemt hoogleraar kinderoogheelkunde Caroline Klaver van de Erasmus MC de cijfers. "In Nederland is 56 procent van jongeren bijziend. Daarover verschijnt binnenkort een wetenschappelijk artikel."
Ook Martha Tjon-Fo-Sang, specialist kinderoogheelkunde, zegt dat er 'een stijgende lijn' te zien is in bijziendheid in Nederland. "Waar het op neerkomt, is dat ongeveer 50 procent van de tieners bijziend is."
Het internationale onderzoek is gepubliceerd door een Brits wetenschappelijk tijdschrift. De wetenschappers keken naar de gegevens van ruim vijf miljoen kinderen en tieners uit vijftig landen. 36 procent van de deelnemers blijkt bijziend. Dit is vier keer zoveel als in 1990.
De percentages verschillen per land en per continent. Bijvoorbeeld in Japan is 85 procent van de kinderen bijziend en in Zuid-Korea gaat het om 73 procent. In China en Rusland liggen de percentages op meer dan 40 procent.
Westerse landen
Het onderzoek suggereert dat de percentages bijziendheid in westerse landen een stuk lager liggen. Zo zou het in het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de Verenigde Staten gaan om 'maar' 15 procent van de kinderen. In landen als Paraguay en Oeganda ligt dat veel lager: ongeveer 1 procent van kinderen is daar bijziend.
De onderzoekers leggen een verband met de coronapandemie. Het feit dat kinderen vaker achter schermen zaten en minder buiten speelden, zou het probleem hebben vergroot.
Slechtziendheid en blindheid
"Het is erg zorgelijk", zegt hoogleraar Klaver. "Het is een aandoening die op latere leeftijd tot slechtziendheid of blindheid kan leiden. De hele maatschappij heeft er last van."
Volgens het Oogfonds lopen mensen met hoge bijziendheid (-6 of erger) ongeveer 30 procent kans om op termijn blind of slechtziend te worden.
Bijziendheid kan ook meerdere oogaandoeningen veroorzaken, zegt Tjon-Fo-Sang. "Jongeren kunnen in de toekomst last krijgen van een loslatend netvlies of staar."
20-20-2 regel
"Bijziendheid is deels erfelijk, maar kan verergerd worden door de levensstijl", zegt Tjon-Fo-Sang, verwijzend naar overmatig schermgebruik. "Het is niet te genezen, maar het verloop kan wel worden vertraagd door gematigd schermgebruik en speciale oogdruppels."
Het Oogfonds roept ouders en onderwijsinstellingen op om kinderen de 20-20-2 regel op jonge leeftijd aan te leren. De regel houdt in dat twintig minuten kijken naar een scherm gecombineerd moet worden met twintig seconden kijken in de verte, en twee uur per dag buitenspelen. "Het kan veel ellende bij het ouder worden voorkomen", zegt de organisatie.