Inbraak in huis Joodse Amsterdammer mogelijk antisemitisme
De Amsterdamse politie onderzoekt een inbraak in het huis van een Joodse man. Bij die inbraak zijn gisteravond allerlei spullen van de man vernield. "Het lijkt te gaan om een antisemitische aanval", zegt burgemeester Femke Halsema.
Volgens de Telegraaf is het interieur van de man kort en klein geslagen: er zouden onder meer Hebreeuwse boeken op de grond hebben gelegen, een schilderij van zijn grootouders kapotgeslagen zijn en een Hebreeuwse bijbel zijn verscheurd. Ook zou het mes zijn gezet in banken, stoelen, een schilderij van de klaagmuur in Israël en een Israëlische vlag. Of er iets is gestolen, is nog niet duidelijk. De man was niet thuis toen het gebeurde.
'Heel serieus'
De krant schrijft dat de man na de 7 oktober-herdenking afgelopen maandag mogelijk gevolgd is door anti-Israël-demonstranten. Maar daar wil de politie niet op ingaan. "We staan nog aan het begin van het onderzoek en nemen allerlei scenario's mee", zegt een woordvoerder. "We gaan niet speculeren over wat de oorzaak is." Wel zegt de woordvoerder 'dit heel serieus' te nemen. De politie vraagt mensen die iets gezien hebben om zich te melden.
"Ik kan me voorstellen dat er onrust in de buurt is", zegt burgemeester Femke Halsema, die vanochtend bij het slachtoffer op bezoek is geweest. "Een Joods-Israëlische man, hij is enorm geschrokken en dat snap ik volkomen." Op korte termijn wordt een bijeenkomst georganiseerd voor buurtbewoners in Amsterdam-Buitenveldert.
Halsema spreekt van een afschuwelijke inbraak. "Politie was snel ter plaatse en heeft een onderzoek gestart. Dat loopt volop, dus dat moeten we afwachten. Maar het lijkt te gaan om een antisemitische aanval en dat nemen we uiterst serieus."