Misdaadcijfers dalen

CBS: positie tweede generatie migranten zit in de lift

Door RTL Nieuws··Aangepast:
© ANP / Robin UtrechtCBS: positie tweede generatie migranten zit in de lift
RTL

De sociaaleconomische positie van mensen van de tweede generatie migranten ligt nog onder het gemiddelde van de totale bevolking, maar is daar de afgelopen vijf jaar wel dichter naartoe gegroeid. Hun plek op de maatschappelijke ladder is ook aanmerkelijk beter dan die van de eerste generatie migranten. "Bijna alles gaat voor deze groepen de goede kant op."

Dat blijkt uit de Rapportage Integratie en Samenleving, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) elke twee jaar publiceert. Het doel van de rapportage is om te zien hoe mensen 'van verschillende herkomstgroepen zich verhouden tot het gemiddelde van de bevolking in Nederland'. 

In het nieuwe rapport zijn alle cijfers tot en met 2023 opgenomen. De resultaten gaan uitsluitend over migranten die nieuw in Nederland zijn gekomen en de in Nederland geboren tweede generatie. Die laatste groep zijn mensen met ten minste één ouder die niet in Nederland is geboren.

Migranten wonen het kleinst

Van de derde en vierde generaties zijn geen cijfers in de rapportage verwerkt, vertelt een woordvoerder van het CBS desgevraagd, omdat die groepen al te sterk zijn samengesmolten met andere bevolkingsgroepen om eenduidige vergelijkingen te trekken. "Als iemands opa of oma in een buitenland is geboren, maar je ouders en jijzelf zijn in Nederland geboren, dan is het lastig om nog van integratie te spreken."

Het algemene beeld is dat alle mensen 'met een herkomst buiten Nederland' een minder gunstige sociaaleconomische positie hebben dan het gemiddelde van de totale bevolking. Ze wonen kleiner, zijn vaker werkeloos, hebben een lager inkomen en zijn vaker afhankelijk van een uitkering. Ook verlaten ze vaker zonder diploma het onderwijs.

Deskundigen kritisch op asielvoorstellen: 'Hele domme kortetermijnpolitiek'
Lees ook

Deskundigen kritisch op asielvoorstellen: 'Hele domme kortetermijnpolitiek'

Het is wel zo dat het beeld zich na de coronapandemie in positieve zin ontwikkelt: het CBS schrijft over 'een duidelijk herstel'. De arbeidsparticipatie groeit, de (jeugd)werkloosheid daalt en ook het aandeel ontvangers van een werkloosheidsuitkering nam af. "Na een aanvankelijk sterkere stagnatie in arbeidsparticipatie voor sommige buitenlandse herkomstgroepen tijdens de pandemie vond nadien een sterkere stijging plaats."

'Migranten uit vluchtelingenlanden' - zoals Syrië, Eritrea, Irak en Afghanistan - zijn het slechtst af. Zij nemen op vrijwel alle sociaaleconomische terreinen de minst gunstige positie in. Ze wonen het kleinst, hebben zelden een koopwoning en het vaakst een uitkering. Er wordt in het rapport één uitzondering genoemd in de categorie onderwijs: leerlingen van Iraanse en Afghaanse herkomst volgen vaker dan gemiddeld havo of vwo, en hebben relatief vaak een hbo- of wo-diploma.

Kloof wordt kleiner

Het rapport signaleert dat Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Caribisch-Nederlandse en Indonesische groepen, de vijf grootste zogenoemde 'Buiten-Europese herkomstgroepen', zich op veel gebieden sterker manifesteren. De sociaaleconomische positie van de tweede generatie uit deze groepen ligt vaak nog wel onder het gemiddelde van de hele bevolking, maar de kloof wordt kleiner. En hun positie is aanmerkelijk beter dan die van migranten: "De tweede generatie woont groter, heeft vaker een koophuis, een hogere arbeidsparticipatie, een hoger inkomen, en vaker een hbo- of wo-diploma."

In het voortgezet onderwijs stijgt het aandeel leerlingen van de tweede generatie dat havo of vwo volgt sterker dan gemiddeld - al blijven de prestaties in het hoger onderwijs achter bij die ontwikkeling.

Premier Schoof sprak deze maand over een integratieprobleem in Nederland, maar kwam hier op terug. Maar wat vindt Nederland eigenlijk? Gijs Rademaker gaf uitleg:

Dit vindt Nederland van de integratie in het land.

Opvallende uitzondering zijn de mensen uit Indonesië. Niet alleen de tweede generatie van Indonesische herkomst, maar ook migranten uit deze groep, wonen in bovengemiddeld goede woningen, hebben een bovengemiddeld inkomen en zijn relatief hoog opgeleid. Ook ervaren zij hun gezondheid vaker als goed en is hun beroep op de zorg relatief beperkt.

Signalen op groen

Jaco Dagevos, onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en bijzonder hoogleraar Integratie en migratie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, bevestigt aan RTL Nieuws het beeld dat de tweede generatie steeds dichter bij het landelijk gemiddelde komt: "Kijk je naar de lange lijnen, dan gaat bijna alles voor deze groepen de goede kant op. Bijna alle signalen staan op groen. De verschillen worden kleiner. Dat ziet er gunstig uit."

Overigens plaatst Dagevos daarbij wel één kanttekening: "In sommige groepen zie je nog een sterke aanwezigheid in de verdachtencijfers, met name van jongens. Dit geldt vooral voor mensen met een Marokkaanse en Caribische achtergrond. Wel zijn deze cijfers in de afgelopen jaren bij alle groepen gedaald, maar de oververtegenwoordiging bij deze groepen is nog steeds zorgelijk hoog."

Hij pleit daarom voor een genuanceerd beeld: "Als je alleen op de positieve of negatieve ontwikkelingen focust, doe je de realiteit geen recht."

De rapportage zegt over de misdaadcijfers iets soortgelijks, al dalen de cijfers op alle gebieden. "Migranten en mensen van de tweede generatie worden nu minder vaak van een misdrijf verdacht dan voorheen", staat daarin te lezen. "Wel ligt het percentage verdachten in die groepen nog boven het gemiddelde."

De groep die het vaakst in de fout gaat bestaat uit mensen die zelf geboren zijn in Nederland, en van wie beide ouders in het buitenland geboren zijn.

Opleidingsniveau toegenomen

Onderzoeker Dagevos vertelt dat hem - in positieve zin - vooral de terreinen onderwijs, werkloosheid en inkomen zijn opgevallen. "Ik doe dit onderzoek al een tijdje en herinner me ook tijden dat de werkloosheid onder jongeren een kwart was. Dat is sterk afgenomen. De werkloosheidscijfers gaan de goede kant op. Dat heeft ook met de krapte op de arbeidsmarkt te maken, daar profiteren mensen met een migratie-achtergrond van."

Hij benoemt verder de hogere participatie op havo en vwo, mbo 4 en andere hogere opleidingen. "De tweede generatie is duidelijk een motor achter deze vooruitgang. Een grote, brede groep doet het goed. Jongeren uit de Marokkaans-Nederlandse groep zien we vaker op het vwo en  de havo. Het opleidingsniveau van de ouders is toegenomen. Dat heeft positieve gevolgen voor de onderwijsprestaties van de kinderen. En ook de scholen hebben beter leren omgaan met een diverse populatie."

Bevolking naar 17,9 miljoen

Nederland telde op 1 januari 2024 in totaal 17,9 miljoen inwoners. Van hen zijn er 2,9 miljoen in het buitenland geboren (migranten). Van de in Nederland geboren mensen hadden 2,1 miljoen ten minste één in het buitenland geboren ouder (de tweede generatie). Samen vormen deze groepen 28 procent van de bevolking.

Tussen 1 januari 2019 en 1 januari 2024 nam het aantal inwoners met 661.000 toe. Deze groei komt bijna volledig op het conto van migratie: maar liefst 97 procent. Er waren bijna 1,5 miljoen immigranten en 836.000 emigranten.

De overige bevolkingsgroei (3 procent van de groei) komt voort uit natuurlijke aanwas: geboorte minus sterfte. In 2022 was de natuurlijke aanwas voor het eerst negatief. In 2023 daalde deze verder naar minus ‍5000.

Tussen 1 januari 2019 en 1 januari 2024 kwamen er per saldo 116.000 migranten uit nieuwe EU-landen naar Nederland - vooral uit Polen, Roemenië en Bulgarije. Door migratie uit vluchtelingenlanden (Afghanistan, Eritrea, Irak, Iran, Somalië en Syrië) nam het aantal inwoners tussen 2019 en 2024 met 90.000 toe.

Heb jij de app RTL Nieuws & Entertainment al?

Ja? Daar zijn we blij mee!
Nog niet? Download ’m hier voor Android en iOS

Lees meer over
CBSIntegratieMigratieImmigratieMulticulturele samenlevingSamenleving