Voor het eerst sinds 2010 weer meer gelovigen

Voor het eerst sinds jaren zeggen méér Nederlanders gelovig te zijn. In 2024 zei 44 procent bij een kerk, moskee of synagoge te horen, tegenover 42 procent een jaar eerder.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS houdt sinds 2010 bij hoe gelovig Nederlanders zijn. In dat jaar voelde nog 55 procent van de bevolking zich religieus. Sindsdien daalde het aandeel gelovigen elk jaar.
Hoe ouder, hoe geloviger
Van de gelovigen is de grootste groep rooms-katholiek (17 procent), gevolgd door protestants (14 procent) en moslim (6 procent). Ongeveer 7 procent had een andere geloofsovertuiging.
Jongeren van 18 tot 25 jaar horen het minst vaak bij een kerk of religieuze groep. Ruim twee derde van deze groep zegt niet-gelovig te zijn. Hoe ouder de mensen, hoe groter de groep gelovigen. Bij de 75-plussers was dit ruim 60 procent.
Van alle gelovige mensen bezocht 13 procent minimaal één keer per maand een religieuze dienst. Meer dan de helft van de moslims gaat minimaal één keer per maand naar de moskee.
Wel gelovig, niet naar de kerk
Van de protestanten gaat iets minder dan de helft maandelijks naar de kerk. Bijna driekwart van de katholieken gaat zelden of nooit naar een dienst.