Uitstapjes asielzoekers maakten verschil voor Jaser en Ani: 'Voelde me even gewoon een kind'

Jonge asielzoekers voelen zich door uitjes naar bijvoorbeeld de Efteling of Ouwehands Dierenpark 'weer even kind in plaats van asielzoeker', vertellen Ani en Jaser. De tripjes hebben hun band met Nederland gesterkt en gevormd. Met hun eigen verhalen houden ze een pleidooi voor behoud van zulke uitjes, nu minister Faber (Asiel) er juist een einde aan wil maken. "Het recht om kind te zijn mag niet politiek gemaakt worden."
Jaser Husseini (39) was twaalf toen hij samen met zijn broer en ouders naar Nederland vluchtte. Op de vlucht voor de taliban en met vrees voor eigen leven hoopten zijn ouders hier veilig te zijn.
Makkelijk was die periode niet, vertelt hij, maar zijn eerste uitje naar de Efteling maakte voor hem een enorm verschil. "Ik had geen idee wat de Efteling was, maar het was prachtig. Het was even kind zijn. Even niet nadenken. Gewoon genieten, zoals alle andere kinderen om ons heen ook genoten. Het was een heel andere wereld."
'Vluchten is geen vakantie'
PVV-minister Faber van Asiel wil zulke uitjes nu afschaffen. "Nederland moet absoluut niet aantrekkelijk zijn om naartoe te komen", gaf de minister als motivatie voor dat standpunt. Ze voegde toe: "Het is hier geen vakantieoord."
Jaser reageert daarop met: "Vluchten is geen vakantie. Ik heb als jong kind zoveel oorlog, verdriet en verderf gezien. In mijn 'rugzak' zat geen zwembroek, maar een oorlogstrauma."
Hij kan zich nog goed herinneren dat hij bij aankomst in Ter Apel twee muntjes kreeg: een voor een broodje kaas en een voor een drankje. Die avond sliep het gezin in twee grote slaapzalen apart en voor het eerst gescheiden van elkaar. "Doodeng was het", vertelt Jaser.
Verbonden met Nederland
In een jaar tijd verhuisde Jaser drie keer naar een ander asielzoekerscentrum. "Elke keer als je een beetje je draai begon te vinden of vrienden maakte, moest je alweer weg. Naar mijn trauma's werd niet gekeken. Mijn ouders hadden hun eigen zorgen. Ze waren heel bang dat ze hier niet mochten blijven. Dat ze terug moesten naar de taliban. Terug naar de dood."
In die sfeer is voor kinderen een uitje van levensbelang, zegt hij. "Als kind in een vreemd land ben je onzeker. De zorgen in mijn hoofd maakten in de Efteling plaats voor kind zijn. We hebben het hier over kinderen, die na jaren verdriet en spanning even kind mogen zijn. Die vrolijkheid en blijheid bleef nog lang hangen. Daardoor voelde ik me met Nederland verbonden. Elk uitje daarna versterkte dat gevoel."

Jaser is nu docent geschiedenis en burgerschap, juist omdat hij zo graag iets terug wil geven aan de maatschappij. "Het recht om kind te zijn mag niet politiek gemaakt worden. Ook als docent zie ik hoe belangrijk een excursie kan zijn. Er gaat een wereld voor ze open."
'In de chaos ontstaat structuur'
Ani Zalinyan (31), wethouder in Heemskerk, was elf jaar oud toen ze samen met haar ouders vanuit Armenië naar Nederland vluchtte. Haar ouders ontvluchtten het land om politieke redenen.
"Als kind begrijp je de redenen nauwelijks. Ik ging daar naar school en moest opeens weg. In Nederland was alles nieuw en verwarrend. Je ziet dat je ouders veel zorgen hebben en probeert je als kind aan te passen en wilt niet lastig zijn", vertelt Ani.
Maar ook voor haar was het enorm zwaar. "Het is fijn dat je als kind op een azc al snel iets van onderwijs krijgt, langzaam ontstaat daardoor een ritme en ontmoet je andere kinderen. In de chaos ontstaat een beetje structuur. Al blijft er altijd die onzekere dreiging: mogen we blijven? Waar gaan we morgen heen?"

"Die onzekerheid voelde ik als kind heel sterk, ook al spraken we het niet hardop uit. Je weet dat je toekomst op losse schroeven staat. Soms hoorde je dat andere kinderen moesten vertrekken. Vriendjes en vriendinnetjes die ineens weg waren. Het idee dat jij misschien de volgende bent, hangt altijd in de lucht."
Elkaar begrijpen zonder elkaars taal te spreken
Volgens Ani is het bijzonder hoe je in het azc vriendschappen opbouwt, zelfs zonder elkaars taal te spreken. "Het Nederlands werd onze gemeenschappelijke taal. Door samen te spelen en praten leer je elkaar, de taal en het land beter kennen."
Haar eerste uitje met het azc naar de dierentuin in Rhenen was dan ook enorm belangrijk voor haar.
"Ik herinner me nog goed hoe belangrijk zulke momenten waren. We vertrokken vanuit het azc in Gilze-Rijen. Het was een fantastische dag, vol vrolijkheid en verwondering. Even ontsnappen aan de stress en onzekerheid. Even gewoon kind zijn. Dat soort dagen maakte het verschil."
Niet alleen omdat het even lucht gaf, legt Ani uit. "Maar ook omdat het je verbond met Nederland, met de samenleving waarvan je onderdeel probeerde te worden. Je leerde nieuwe woorden, zag hoe andere kinderen leefden, wat ze deden. Ik voelde me even geen asielzoeker, maar gewoon een kind tussen andere kinderen."
Liefde versterkt, haat verzwakt
En je voelde liefde. "Liefde van de vrijwilligers, die hun tijd en aandacht gaven. Zij maakten het mogelijk dat ik mij onderdeel ging voelen van Nederland." Ook Ani wilde wat teruggeven aan de maatschappij en studeerde rechtsgeleerdheid. Ze is nu wethouder in de gemeente Heemskerk en heeft als portefeuille wonen, woningbouw, ruimtelijke ordening en klimaat.
"Ik ben geen uitzondering. Er zijn zóveel mensen met een achtergrond als de mijne die iets willen bijdragen, die kansen zoeken om Nederland sterker te maken. Sommigen krijgen die kans, anderen helaas niet."
De politieke onrust die er nu leeft, maakt Ani verdrietig, maar ook strijdbaar. "Dit is niet het Nederland dat ik leerde kennen en dat is zonde. Je wordt door alle haatzaaierij uitgedaagd om je menselijkheid te verliezen. Maar haat betekent verlies voor elk mens."