Zo innig was de historische band tussen België en Nederland

In zijn pleidooi voor een inniger samenwerking in de Benelux gisteren, haalde de Belgische premier Bart de Wever nadrukkelijk de historische relatie tussen Nederland en België aan. Hij noemde het uiteenvallen van de unie na de Tachtigjarige Oorlog zelfs 'de grootste ramp die ons ooit is overkomen'. Maar waren die banden vroeger nou wel zo warm? Dat viel nogal tegen, legt historicus Judith Pollmann (Universiteit Leiden) uit.
De Wever sprak gisteren in Amsterdam de HJ Schoo-lezing uit, georganiseerd door het tijdschrift EW. Het werd een vurig pleidooi voor een meer innige samenwerking tussen Nederland, België en Luxemburg. Deze landen kunnen volgens hem samen een leidende positie binnen de EU innemen, als er beter wordt samengewerkt.
De handel en economische welvaart zouden floreren, meent De Wever. We zouden het 'groen masochisme' van beperkende milieuregels kunnen afschudden om meer grondstoffen te delven. En we zouden samen een 'nieuw migratiemodel' kunnen opzetten, gericht op migranten die 'meer zullen bijdragen tot onze welvaart'.
Grootste ramp
Opvallend was dat de Vlaamse politicus de gezamenlijke geschiedenis roemde. Hij had eerder gesproken over zijn 'weemoed over de scheiding der Nederlanden', zei hij, in een radio-interview met journalist Sven Kockelmann. Dat kwam hem thuis op 'zure reacties' van Waalse socialisten te staan. "In hun ogen is het 'schandalig' of zelfs 'totaal geschift' om te zeggen dat het mijn zeer persoonlijke mening is en blijft dat het uiteenvallen van de Nederlanden door de Tachtigjarige Oorlog de grootste ramp is die ons ooit is overkomen."
Die opmerking staat in de Belgische geschiedenis in een ander licht dan in de Nederlandse, legt Pollmann uit. Zij is gespecialiseerd in de historische Belgisch-Nederlandse relatie. "Volgens De Wever is Filips de Goede de grondlegger van De Verenigde Nederlanden, omdat hij in de 15de eeuw delen van het grondgebied begon te verenigen. De Tachtigjarige Oorlog maakte snel een einde aan dat proces."
Nederland werd een Republiek, het Zuiden kwam onder gezag van Habsburgse vorsten en later onder dat van de Fransen onder Napoleon de scepter.
Samen onder één koning
"In al die jaren was de relatie tussen de Zuidelijke Nederlanden en het Noorden gewoon slecht", zegt de historicus. "De Nederlanders hebben Antwerpen tot 1795 volledig afgeknepen, door de haven van Antwerpen te blokkeren."
Het beroep dat De Wever doet op de warmere historische banden, lijkt dus vooral een kwestie van een roze bril. "Er is meer historische tegenstelling te overbruggen dan vriendschap, als je naar die periode kijkt."
Vanuit het Nederlandse perspectief vormden we een unie van 1815 tot 1830. Een korte periode, historisch gezien. Koning Willem I (die regeerde van 1815 tot zijn dood in 1840) kreeg de macht over het hele gebied.
Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
In de 15de eeuw begon de Bourgondische vorst Filips de Goede delen van het huidige Nederland en België tot een gebied te verenigen onder één leider. Daar kwam snel een eind aan met Tachtigjarige Oorlog (1566-1648).
België en Nederland werden in 1815, in de nasleep van Napoleons overheersing, echt één land. Luxemburg was ook bij de unie aangesloten, maar wel als zelfstandige bestuurlijke eenheid.
België scheidde zich in de praktijk al in 1830 van Nederland af, na de Belgische Opstand of Belgische Omwenteling. Het duurde nog negen jaar tot de Nederlandse vorst de Belgische onafhankelijkheid officieel erkende. De periode 1815-1830 staat in België bekend als het Hollands Tijdvak.
Van warme banden was ook toen nauwelijks sprake, volgens Pollmann. "Geen fijne tijd. Er was onenigheid over religie bijvoorbeeld. De noordelijke delen waren hoofdzakelijk gereformeerd, de zuidelijke gebieden katholiek. Ook politiek waren de verhoudingen al snel verzuurd."
Onder de duim bij de Walen
De Belgen kwamen in opstand en scheidden zich in 1830 af van het Koninkrijk Nederland. Op 4 oktober van dat jaar werd de onafhankelijkheid uitgeroepen en België gesticht als land.
Ook dat is relevant voor de context van De Wevers oproep, meent Pollmann, omdat Vlamingen zich vervolgens in eigen land overheersd voelden door de Franstalige elites. Wallonië was destijds rijker, omdat het rijk was aan kool en ijzererts, waarmee tijdens de industriële revolutie veel geld werd verdiend.
Tegenwoordig is Vlaanderen juist weer rijker dan Wallonië, maar er blijven zorgen over achterstelling. De Wever, zelf een politicus met een vrij rechtse signatuur, zet zich in zijn HJ Schoo-lezing ook specifiek af tegen 'Waalse socialisten', terwijl hij toenadering zoekt tot Nederland.
Sneer naar Walen en linkse politici
"Ik geloof niet dat het zo ver gaat dat hij zich wil afscheiden van Wallonië", zegt Pollmann. Ze wijst erop dat er binnen de Benelux, én binnen de EU, al heel veel samenwerking is. "Het is in mijn ogen vooral een sneer naar de Walen. En ik lees er ook een sneer naar linkse politici in, omdat hij bijvoorbeeld kritiek uit op milieuregels."
De toenadering tot Nederland en Luxemburg is niettemin oprecht, denkt ze. "De boodschap is, afgezien van een enkele sneer aan het adres van de socialisten, en tegen groen doemdenken, vooral gefocust op meer economische groei en strategische autonomie. Hij wil voortrekker worden in Europa in zaken die we nog niet voor elkaar hebben."
Daarbij spreekt De Wever 'meer rechts Nederland dan links Nederland aan'. "Een linkse politicus zou net zo goed voor samenwerking met Nederland kunnen pleiten, maar die zou dan andere onderwerpen noemen, bijvoorbeeld de aanpak van stikstof."