Britse oud-premier Johnson overwoog inval opslagplaats Leiden om coronavaccin te roven
De voormalige Britse premier Boris Johnson heeft overwogen om, op het hoogtepunt van de coronapandemie, een opslagplaats van vaccins in Leiden te laten overvallen. Hij bevestigt het gerucht in zijn autobiografie, die binnenkort verschijnt.
In maart 2021 besprak Johnson met de Britse legertop de haalbaarheid van een overval op een magazijn in de Nederlandse stad waar het AstraZeneca-vaccin lag opgeslagen. Vaccins waren in die periode maar mondjesmaat beschikbaar, terwijl het aantal besmettingen in recordtempo opliep.
Gedoe over exportregels
De vaccinatiecampagnes waren op gang gekomen en Johnson vond dat de Britten in Europees verband recht hadden op hun deel van de productie. Maar de leveringen vanuit onder meer Nederland liepen vertraging op door gedoe over exportregels tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, een gevolg van de Brexit.
Johnson vond dat de Britten werden 'achtergesteld' en schrijft in zijn boek dat hij 'had laten uitzoeken of het technisch haalbaar was om over water een aanval uit te voeren op een opslagplaats in Leiden' en daar 'op te halen wat ons rechtmatig toekwam en waaraan we dringend behoefte hadden'.
De plaatsvervangend commandant van de strijdkrachten verzekerde hem dat zo'n plan 'zeker uitvoerbaar' zou zijn. Militairen zouden, mogelijk met behulp van opblaasboten, de opslagplaats moeten overvallen en de goederen in vrachtwagens laden, die vervolgens per veerboot naar Engeland zouden worden overgebracht.
'Totale onzin'
Dat zo'n plan eigenlijk 'totale onzin' was, besefte Johnson ook wel, schrijft hij. De legercommandant hield hem voor dat het onmogelijk was zo'n operatie ongemerkt uit te voeren, zodat Johnson naderhand een verklaring zou moeten geven voor de vraag 'waarom we feitelijk een trouwe NAVO-bondgenoot binnenvallen'.
Eind vorig jaar werd het gerucht al eens gepubliceerd in het Britse dagblad Daily Mail. Dat was in de week dat Johnson zich voor een parlementaire commissie moest verantwoorden voor de manier waarop hij als premier was omgegaan met de coronapandemie.