Koerden in Nederland tussen hoop en twijfel na ontbinding PKK: 'Kijken de kat uit de boom'
De Koerdische militante beweging PKK heeft aangekondigd zichzelf op te heffen en een einde te maken aan de gewapende strijd tegen Turkije. Zowel binnen de Koerdische gemeenschap als internationaal klinkt hoop, maar er blijven twijfels. "Je zou denken dat een eerste stap zou zijn om iedereen vrij te laten die onterecht vastzit", zegt Latif Tali, een van de vertegenwoordigers van de Koerdische gemeenschap in Nederland.
Het besluit om de Koerdische groepering PKK op te heffen, stemt Koerden in Nederland hoopvol. De gemeenschap telt in Nederland ongeveer 100.000 mensen. Volgens vertegenwoordiger Latif Tali, tevens wijkraadslid in Rotterdam, wordt het besluit van de PKK in zijn omgeving positief ontvangen en zijn mensen hoopvol over de wil aan Koerdische zijde om een einde te maken aan het conflict.
Koerden zijn sceptisch
Toch blijven veel Koerden sceptisch. "Mensen kijken nog wel de kat uit de boom." Zo is volgens Tali nog onduidelijk welke stappen de Turkse regering nu gaat zetten. "Er zitten veel Koerdische activisten, burgemeesters en parlementariërs vast onder het mom van de terrorismewet. Je zou denken dat een eerste stap zou zijn om iedereen vrij te laten die onterecht vastzit." Daarnaast pleit hij voor een wijziging van de grondwet waarin de rechten van Koerden worden beschermd en vastgelegd.
Ook Joost Jongerden, socioloog en universitair hoofddocent aan de Wageningen Universiteit, wil niet op de zaken vooruitlopen. "We hebben eerder in 2013/'14 gezien dat er een vredesakkoord leek te komen, waarbij de PKK ook een einde aan de gewapende strijd aankondigde. Maar toen zagen we dat Turkije de oorlog weer opende en niet verder wilde gaan met het vredesproces."
Volgens de hoofddocent, die al langere tijd onderzoek doet naar de PKK, zeggen mensen die dicht bij de beweging staan dat de PKK altijd bereid is de eerste stap te zetten, in de verwachting dat Turkije dan ook een stap zet.
In de verklaring van de Koerdische beweging staat volgens Jongerden onder meer dat PKK-leider Abdullah Öcalan, die sinds 1999 vastzit, het opheffingsproces moet kunnen leiden. Ook vraagt de PKK om juridische garanties. Daarmee wil de groepering volgens Jongerden erkenning van de Koerdische identiteit en het recht op onderwijs in de eigen taal, de vrijlating van politieke gevangenen en verandering van de situatie rondom de gevangenschap van PKK-leider Abdullah Öcalan.
Nu Öcalan heeft verklaard dat de groepering stopt met de gewapende strijd, heeft de Turkse regering volgens vertegenwoordiger Tali weinig redenen meer om niet mee te werken aan stappen richting vrede. Toch durft hij daar nog niet op vooruit te lopen. "Maar als het lukt, zou dat goed zijn voor zowel de Koerden als de Turken."
Ook de Europese Commissie is blij met het nieuws. Het zou de weg vrijmaken naar een 'vreedzame en duurzame oplossing' voor de Koerdische kwestie.
'Dialoog en verzoening'
De Commissie roept alle partijen op om dit moment te benutten en een 'inclusief proces te starten, gebaseerd op dialoog en verzoening', aldus een woordvoerder. "Het vinden van een eerlijke en duurzame oplossing, met respect voor de fundamentele rechten en de rechtsstaat, zou niet alleen alle Turkse burgers ten goede komen, maar ook bijdragen aan de stabiliteit in de regio."
